NL
Storing
Starter werkt niet.
Motorvermogen is on-
voldoende.
Gazontrekker trilt sterk.
Gazontrekker vertrekt
niet.
Onzuivere knip.
72
Oorzaak
Lege of zwakke startbatterij.
Veiligheidsschakelaar op be-
stuurdersstoel werkt niet.
Veiligheidsschakelaar op rempe-
daal werkt niet.
Maaier ingeschakeld.
Zekering aan (+) kabel van de
startbatterij.
Te hoog of te vochtig gras.
Uitwerpkanaal/maaidek verstopt. Motor uitschakelen en contactsleutel uit-
Luchtfilter vervuild.
Instelling carburateur klopt niet.
Messen sterk versleten.
Rijsnelheid te hoog.
Maaier is beschadigd.
Bij hydrostaat (pedaalbediening):
geen wielaandrijving.
Messen versleten, onscherp.
Foute maaihoogte.
Te laag motortoerental.
Rijsnelheid te hoog.
Verschillende bandendruk op de
wielen.
Oplossing
Startbatterij opladen.
Correct op de bestuurdersstoel plaats-
nemen; schakelaar defect.
Rempedaal volledig indrukken.
Maaier uitschakelen.
Zekering controleren, indien nodig ver-
vangen.
Maaihoogte corrigeren; vrije ruimte voor
de maaier creëren door kort achteruit te
rijden.
trekken!
Uitwerpkanaal/maaidek reinigen.
Luchtfilter reinigen (zie gebruiksaanwij-
zing van de motorfabrikant).
Instelling laten controleren (werkplaats
van de klantenservice).
Messen vervangen (werkplaats van de
klantenservice).
Rijsnelheid verlagen.
Maaier controleren (werkplaats van de
klantenservice).
Bypass-hendel op bedrijfsstand zetten
(zie Hoofdstuk 7.3 "Gazontrekker schui-
ven", pagina 63).
Messen vervangen of naslijpen. Bij ge-
slepen messen uitbalanceren (werk-
plaats van de klantenservice)!
Maaihoogte corrigeren.
Maximaal motortoerental instellen.
Rijsnelheid verlagen.
Tot juiste bandendruk oppompen. Cor-
recte bandendruk op wielen aflezen.
Hulp bij storingen