NL
3. Beide spanriemen (14/1) aan de oogbouten
(14/2) borgen.
4. Grasopvangbak erin hangen.
7.5.4.6
Maaitijd
Houd er rekening mee dat gras op verschillende
tijdstippen anders groeit. Wij adviseren om bij het
begin van de lente een kortere maaitijd te kiezen.
Vergroot het maai-interval wanneer het gras in de
loop van het jaar minder snel gaat groeien.
Kon het gras een poosje niet gemaaid worden,
kies dan eerst een hogere maaihoogte-instelling
en maai het twee dagen later nog eens met een
lagere maaihoogte-instelling.
7.5.4.7
Hoog gras maaien
Maai het gras, wanneer dit langer is dan gewoon-
lijk of te vochtig, met een hogere maaihoogte-in-
stelling. Maai het gras aansluitend nog eens met
de lagere, normale instelling.
7.5.4.8
Snijmessen onderhouden
Zorg tijdens het hele maaiseizoen voor een
scherp snijmes om te voorkomen dat de grashal-
men afscheuren en versnipperen. Afgescheurde
grashalmen krijgen bruine randen. Daardoor
groeit het gras minder snel en is het vatbaarder
voor ziektes.
■
Controleer de scherpte van de snijmessen na
elk gebruik en let op tekens van slijtage of
schade! Ga indien nodig naar de service-
werkplaats.
■
Gebruik bij vervanging enkel originele reser-
vemessen.
8 DE GAZONTREKKER REINIGEN
Voor een optimale werking en een lange levens-
duur moet de gazontrekker regelmatig worden
gereinigd.
Reinig de gazontrekker na elk gebruik en verwij-
der aanklevend vuil.
Gebruik geen hogedrukreiniger om te reinigen.
De waterstraal van een hogedrukreiniger of van
een tuinslang kan de elektronica of de lagers be-
schadigen.
Zorg ervoor dat vooral motor, transmissie en op-
rolmechanismen, alsook de volledige elektronica
niet in aanraking komen met water.
66
WAARSCHUWING!
Gevaar bij het reinigen!
Voor alle reinigingswerkzaamheden
geldt:
■
zet de motor af en trek de contacts-
leutel uit.
■
Trek de stekker(s) van de bougiedop-
pen uit.
■
Nadat deze gereinigd zijn, moeten
verwijderde beveiligingsvoorzienin-
gen opnieuw worden gemonteerd.
■
RISICO OP BRANDWONDEN: reinig
de gazontrekker pas wanneer die is
afgekoeld. Motor, transmissie en uit-
laatdemper zijn zeer heet!
■
RISICO OP SNIJWONDEN: let bij
werkzaamheden aan snijwerktuigen
op de scherpe messen. Bij maai-
werktuigen met meerdere messen
kan de beweging van het ene snij-
werktuig de beweging van het andere
veroorzaken!
8.1
De grasopvangbak reinigen
Verwijder hiervoor de grasopvangbak en spuit de
bak van binnen en buiten af met een waterslang.
Vuil dat vastkleeft moet voorzichtig, bijvoorbeeld
met een borstel, worden afgeschraapt. Zorg er
vooral bij grasopvangbakken met stoffen bekle-
ding voor dat de stof niet wordt beschadigd.
OPMERKING
Leeg de grasopvangbak zoals beschre-
ven voordat u begint met schoonmaken.
Een volle grasopvangbak is te zwaar om
veilig te kunnen verwijderen.
Verwijderen van een grasopvangbak (220 l)
1. Zet de motor uit.
2. Til de grasopvangbak lichtjes op.
3. Verwijder de grasopvangbak naar boven.
Verwijderen van een grasopvangbak (300 l)
1. Zet de motor uit.
2. Maak de gasdrukdempers van de trekker los
en vergrendel ze op de houders van de gras-
opvangbak.
3. Til de grasopvangbak iets omhoog.
4. Verwijder de grasopvangbak.
De gazontrekker reinigen