tanken.Het opene vuur,
vonkvorming en roken
voorkomen. Men moet zich
voortdurend verzekeren, dat zich
niemand in werkbereik bevindt,
vooral geen kinderen en geen
dieren.Het terrein, op die men
met de tractor zal werken,
controleren, en alle voorwerpen
verwijderen, die vastgehouden of
weggesmeten kunnen worden. Op
die manier voorkomt men de
bedreiging van de personen of de
schaden op de machine.
De arbeid op de hellingen is
gevaarlijk. Niet op de hellingen
maaien met meer dan 20%
helling. De machine kan zich
neigen en glijden. Op de helling
voorzichtig beginnen te rijden en
niet scherp remmen. Van de
helling af langzaam en met de
ingeschakelde snelheid rijden.
Niet dwars over de helling rijden,
maar alleen van beneden naar
boven en van boven naar
beneden.Met de machine allen bij
het daglicht of bij de voldoende
kunstbelichting werken.
De machine is niet voor de
personentransport goedgekeurd.
Geen bijrijders meenemen.
De machine moet van alle
veiligheidsinrichtingen voorzien;
deze inrichtingen moeten
compleet en geheel functioneel
zijn.Men mag geen wijzigingen
doen aan de
veiligheidsinrichtingen.
De machine alleen maar in de
voorgeschreven geleverde
technische toestand gebruiken.
Niet vlak bij het opene vuur, bij
de vliegende vonken werken en
tijdens werken niet roken .
Voor iedere arbeid aan de
machine
Om de verwonding bij de arbeid
aan de machine te voorkomen:
-
de motor afzetten,
-
het contactsleuteltje
uittrekken
-
wachten, tot alle beweegbare
delen stilstaan
-
de conector van de bougie
afnemen, om het toevallige
aanzetten van de motor te
voorkomen.
Naar beëndiging van de arbeid
Nooit de machine verlaten zonder
de motor af te zetten en het
contactsleuteltje uit te trekken.
Veiligheidsinrichting
De veiligheidsinrichting zorgt
voor uw bescherming en moet
steeds geheel functioneel.
Het is niet toegestaan welke
wijzigingen dan ook op de
bescherminrichtingen uit te
voeren, of hun functie te
omzeilen.
Veiligheidssysteem voor
verhinderen van het
motoraanzetten
Het motoraanzetten is alleen maar
onder volgende voorwaarden
mogelijk:
-
de bediening zit aan het
zitbankje,
-
het gecombineerde koppeling
/ rempedaal is vertrapt, resp.
de parkeerrem is geactiveerd.
-
de schakelaar van de
afleidingsas (PTO) is in de
positie „UITGESCHAKELD
– OFF"
Het veiligheidsysteem
(blokkeersysteem) zet de motor
automatisch af, zodra de
bediening het zitbankje verlaat,
zonder de parkeerrem te
activeren, en de schakelaar van de
afleidingsas (PTO) is niet in de
positie „UITGESCHAKELD /
OFF". Bij het
veiligheidsblokkersystem
is het niet mogelijk achteruit te
rijden bij de tegelijkertijd
ingeschakelde schakelaar van de
afleidingsas (PTO). In zulk geval
wordt de afleidingsas automatisch
uitgeschakeld. Voor men van plan
is achteruit te rijden, moet men
iedere keer de schakelaar van de
afleidingsas op
„UITGESCHAKELD / OFF"
instellen.
Symbolen aan de
machine
Aan de machine is er een reeks
van symbolen als stickers. Er
volgt de definitie van deze
symbolen:
35
Nederlands
Deze symbolen aan de machine
altijd in de perfecte, leesbare
toestand bewaren.