De machine alleen in de perfecte
toestand gebruiken. Voor iedere
gebruikmaking de visuele
controle uitvoeren. De bijzondere
aandacht aan
deveiligheidsinrichtingenhet
maaimechanisme en zijn
ophangen , bedieningselementen
en schroefaansluitingen schenken
en controleren, of ze niet
beschadigd of losgemaakt zijn.
De beschadigde delen voor
inbedrijfzetting vervangen.
Voor ieder inbedrijfzetting
Controleren:
•
alle veiligheidsinrichtingen
•
oliepeil in de motor (zie
handleiding voor de motor)
•
oliepeil in de transmissie (zie
onder)
•
brandstof in de tank
•
luchtdruk in de luchtbanden
(zie technische gegevens of
buitenbanden van de
luchtbanden)
•
zijverkleding, aanvullende
aggregaten, gebieden van de
luchtfilter en koeler
(optioneel), of zij door het vuil
of grasresten niet
verontreinigd zijn.
•
koelvloeistofpeil (optioneel)
Controle van brandstofpeil
•
Het deksel van de
brandstoftank afnemen,
indien nodig de brandstof
aanvullen (brandstoftype –
zie handleiding van de
motor).
•
De brandstofresten afdrogen,
indien de brandstof
overgelopen is.
Oliecontrole in de transmissie
(afbeelding 10)
•
De omgeving van de
vulmond reinigen
•
De oliepeilstok uittrekken
•
De oliepeilstok afdrogen
•
De oliepeilstok weer
aanleggen en weer uittrekken
•
De oliepeil controleren. De
oliepeil moet zich tussen de
lijnen bewegen.
•
Indien nodig, de olie in de
vulmond bijvullen (alleen de
olie „Cub Cadet Drive
Systém Plus Oil")
•
De oliepeilstok weer
aanleggen. Voor goede
vastzetting zorgen.
Instelling tijdens rijden
LET OP!
Geen bijstelling tijdens werking
van de machine of tijdens
rijden doen.
•
De tractor op de vlakke en
vaste ondergrond afleggen.
•
Arbeiden bij uitgeschakelde
motor doen.
Bij alle arbeiden op de
beweegbare delen (onderdelen):
•
De motorkap openen en de
conector van de bougie
afnemen.
Instelling van het zitbankje van
de chauffeur
(afbeelding 11)
•
De plaats op het bankje
innemen.
•
Het handel voor de
bankjeinstelling naar links
duwen.
•
Het bankje in de gewenste
positie geven.
•
Het handel laten zakken en de
correctieve arretatie van het
bankje controleren.
Stuurwielbijstelling
Op het handel voor de
stuurwielbijstelling duwen en het
stuurwiel in de gewenste positie
instellen (duwen of trekken). Het
handel voor de
stuurwielbijstelling laten zakken
en voor de correctieve arretatie
van het stuurwiel zorgen.
Waarschuwing:
De voorhefstaaf van het
maaimechanisme
Om expeditiereden (transport)
wordt de tractor met de
39
Nederlands
gemonteerde voorhefstaaf van het
maaimechanisme geleverd. Om
de hefstaaf te verwijderen, de
bevestigingsband doorsnijden en
de snelspanstaaf op de voorzijde
van tractor naar beneden trekken.
Aanzetten van de motor
•
De chauffeurplaats innemen.
•
Het handel van de choke
geheel naar voren duwen. Bij
de verwarmde motor de
choke alleen een beetje of
überhaupt niet gebruiken.
•
Het gashandel tussen
„LANGZAAM" en „SNEL"
instellen.
•
Men moet zich verzekeren,
dat de schakelaar van de
afleidingsas (PTO) in de
positie „UITGESCHAKELD-
OFF" is.
•
Het rempedaal geheel
indrukken.
•
Het contactsleuteltje in de
uurwijzerzin in de positie
START draaien en na het
aanzetten van de motor hem
onmiddelijk laten. (Poging
om het motoraanzetten max.
5 seconden, voor de volgende
poging tenminste 10
seconden wachten.)
•
Na het motoraanzetten het
rempedaal langzaam
gevoelvol losmaken.
Wanneer zich de motor
verwarmt, de choke langzaam
in de uitgangspositie
teruggeven.
Afzetten van de motor
LET OP!
Het contactsleuteltje uittrekken,
om het toevallige aanzetten van
de motor of de batterijontlading te
voorkomen, wanneer de
inrichting zonder toezicht is.
•
De schakelaar van de
afleidingsas (PTO) in de
positie „UITGESCHAKELD
– OFF" instellen. Het
gashandel in de positie
LANGZAAM instellen. In