2.3 Geluidsdrukniveau
Het geluidsdrukniveau is gemeten overeenkomstig Machinericht-
lijn 2006/42/EC.
Het geluidsdrukniveau van pompen:
Van toepassing op pompen ondergedompeld in water.
Pomptype
SP 55
SP 90
SP 270
SP 300
SP 360
Het geluidsdrukniveau van motoren:
Het geluidsdrukniveau van de GRUNDFOS MS- en MMS-moto-
ren is lager dan 70 dB(A).
Voor motoren van andere fabrikaten: zie de installatie- en bedie-
ningsinstructies van deze motoren.
3. Voorbereiding
Voordat u met werkzaamheden aan de pomp begint,
dient u er zeker van te zijn dat de voedingsspanning
naar de pomp is afgeschakeld en niet per ongeluk
kan worden ingeschakeld.
3.1 Controle van de motorvloeistof
3.1.1 Algemeen
De onderwatermotoren zijn in de fabriek voorzien van een spe-
ciale niet-toxische vloeistof, die vorstbestendig is tot –20°C.
N.B.: Controleer het vloeistofpeil van de motor. Indien nodig
bijvullen.
N.B.: Bij kans op vorst dient u de motor te voorzien van een
speciale GRUNDFOS vloeistof. In andere gevallen kunt u schoon
water gebruiken. Gebruik echter nooit gedestilleerd water.
3.1.2 Bijvullen - GRUNDFOS onderwatermotoren MS 6000
•
Als de motor apart uit voorraad is geleverd, dan moet het
vloeistofpeil worden gecontroleerd voordat deze aan de pomp
wordt bevestigd, zie afb. 3.
•
Bij pompen door GRUNDFOS geleverd, is het vloeistofpeil al
gecontroleerd.
•
Tijdens onderhoud moet het vloeistofniveau worden gecontro-
leerd, zie afb. 3.
Hoe de vloeistof moet worden bijgevuld, staat hieronder beschre-
ven:
De vulopening voor de motorvloeistof bevindt zich aan de boven-
zijde van de motor.
1. Zet de onderwaterpomp neer zoals op afb. 3 te zien is. Let op,
dat de vulschroef zich op het bovenste punt van de motor
bevindt.
2. Verwijder de schroef van de vulopening.
3. Injecteer vloeistof in de motor met behulp van een vulspuit
(afb. 3), totdat de vloeistof uit de vulopening loopt.
4. Draai de schroef weer stevig op de vulopening voordat u de
pomp verplaatst.
Aanhaalmoment: 3,0 Nm.
De onderwaterpomp is nu gereed om te worden geïnstalleerd.
L
[dB(A)]
pA
<70
<70
<70
<70
<70
3.1.3 Bijvullen - GRUNDFOS onderwatermotoren MMS 6000,
Hoe de vloeistof moet worden bijgevuld, staat hieronder beschre-
ven:
1. Zet de onderwaterpomp neer zoals op afb. 4 te zien is.
2. Verwijder schroef (A) uit de vulopening en monteer de nippel
3. Verwijder de ontluchtingsschroef (B), zodat de mogelijke aan-
4. Houd de trechter hoger dan de ontluchtings-opening en giet
5. Plaats schroef (B) terug in de ontluchtings-opening en ver-
De onderwaterpomp is nu gereed om te worden geïnstalleerd.
3.2 Installatie van de pomp
Afhankelijk van het motortype kan de pomp vertikaal of horizon-
taal worden gemonteerd. Een complete lijst van motoren welke
voor horizontale montage geschikt zijn, is weergegeven in para-
graaf 3.2.1.
Indien de pomp horizontaal wordt gemonteerd, mag de pers-
opening zich niet onder het horizontale vlak van de pomp
bevinden, zie afb. 5.
1
2
Afb. 3
MMS 8000, MMS 10000 en MMS 12000
compleet met pijp en trechter, zoals bij de motor is geleverd.
wezige lucht, de motor kan verlaten.
schoon water in de motor totdat de motor overloopt.
wijder de pijp met trechter. Plaats schroef (A) terug in de vul-
opening en draai deze stevig aan.
Afb. 4
Bij pompen die op een gemakkelijk toegankelijke
plaats worden geïnstalleerd, moet de koppeling
zodanig zijn afgeschermd dat niemand ermee in aan-
raking kan komen. Een pomp kan daartoe eventueel
in een koelmantel worden gemonteerd.
3
73