Verbindingskabel
2
Accu
3
80 Ah: Afstandsstuk 295x94x10 (5.642-034.0)
4
115 Ah: Afstandsstuk 295x94x23 (5.642-033.0)
Aansluitkabel naar batterij (-)
5
Aansluitkabel naar batterij (+)
6
b Beide batterijen met de verbindingskabel verbin-
den.
c De aansluitkabel aan de nog vrije batterijpolen
(+) en (-) vastklemmen.
5. Het vuilwaterreservoir omhoog zwenken.
Li-ionbatterij activeren
Li-ionbatterijen worden in transportmodus geleverd en
moeten worden geactiveerd voordat het apparaat in be-
drijf wordt gesteld.
1. De batterij opladen (zie "Inbedrijfstelling/batterij op-
laden"), hierdoor wordt de transportmodus beëin-
digd.
Accu uitbouwen
VOORZICHTIG
Uit- en inbouwen van de accu's
Instabiele stand van de machine
Zorg er bij het in- en uitbouwen van de accu's voor dat
de machine veilig staat.
WAARSCHUWING
Kantelend apparaat
Gevaar voor letsel, gevaar voor beschadiging
De batterijen alleen verwijderen als er een reinigings-
kop op het apparaat is bevestigd.
1. De programmaschakelaar op "0" zetten.
2. De intelligente sleutel eruit trekken.
3. Leeg het vuilwaterreservoir.
4. Het apparaat ca. 2 m naar voren duwen, zodat de
zwenkwielen naar achteren wijzen.
5. Het vuilwaterreservoir vastnemen aan de verzon-
ken greep en zijwaarts omhoog zwenken.
6. De kabel van de minpool van de accu losmaken.
7. De resterende kabels van de accu's losmaken.
8. Bij li-ionbatterijen ook de twee ronde stekkers op de
batterij loskoppelen.
9. De afstandsstukken verwijderen.
10. De accu's eruit nemen.
11. De opgebruikte accu's conform de geldende bepa-
lingen afvoeren.
Inbedrijfstelling
Accu laden
GEVAAR
Onjuist gebruik van de oplader
Elektrische schok
Neem de netspanning en de zekering op het typeplaatje
van het apparaat in acht.
Gebruik het oplaadapparaat alleen in droge ruimtes met
voldoende ventilatie.
Het ingebouwde oplaadapparaat is elektronisch ge-
stuurd en geschikt voor alle aanbevolen batterijen. Het
oplaadapparaat beëindigt het laadproces automatisch.
De geïnstalleerde batterij wordt tijdens het opladen op
het display weergegeven.
De oplaadtijd bedraagt gemiddeld ca. 10-15 uur.
Het apparaat kan tijdens laden niet worden gebruikt.
Instructie
Het apparaat beschikt over een beveiliging tegen volle-
dige ontlading, d.w.z. dat als tijdens de werking de nog
toegestane minimale capaciteit wordt bereikt, de bor-
stelmotor en de turbine worden uitgeschakeld.
1. Breng het apparaat direct naar de voorziene oplaad-
plaats, vermijd daarbij hellingen.
2. Steek de netstekker op de aansluitkabel in het stop-
contact.
3. Laad op tot het display aangeeft dat de batterij vol-
ledig is opgeladen.
Onderhoudsvrije accu's (nat)
GEVAAR
Gevaar voor brandwonden door uittreden van zuur!
Vul de accu met water alleen als deze ontladen is.
Gebruik bij het werken met accuzuur een veiligheidsbril
en spoel zuurspatten op de huid of kleding onmiddellijk
uit met water.
LET OP
Gevaar voor beschadiging van de accu's!
Bij gebruik van water met toevoegingen vervalt de ga-
rantie op de accu.
Gebruik voor het bijvullen van de accu's alleen gedestil-
leerd of ontzilt water (EN 50272-T3).
Gebruik geen vreemde additieven of verbeteringsmid-
delen.
1. Een uur voor het einde van de laadprocedure gede-
stilleerd water toevoegen. Hierbij de juiste zuur-
stand conform de kenmerking van de accu in acht
nemen.
Aan het einde van de laadprocedure moeten alle
cellen gassen.
Apparaat inschakelen
1. Een intelligente sleutel in het bedieningspaneel ste-
ken.
2. De programmaschakelaar naar een reinigingspro-
gramma draaien.
Op het scherm verschijnt na elkaar:
● Kärcher-logo
● Tijd tot de volgende service in uren
● Batterijstatus en bedrijfsuren
● Softwareversie
● Bedrijfsindicatie
Afbeelding I
Ladingstoestand van de batterij
1
Ingestelde waterdosering (alleen voor apparaten
2
met elektrische waterklep)
Ingestelde snelheid
3
Ingestelde reinigingsmiddelendosering (alleen bij
4
apparaatvariant DOSE)
Het apparaat is bedrijfsgereed.
Smartphone koppelen
De app "Machine Connect" op een smartphone die met
het apparaat is verbonden, kan worden gebruikt om ge-
avanceerde apparaatfuncties uit te voeren:
● het type reinigingskop instellen
● de maximale transportsnelheid instellen
● de USB-poort uit-/inschakelen
● de aanlooptijd van de borstel(s) instellen
● de nalooptijd van de afzuiging instellen
● de snelheidsafhankelijke waterdosering in-/uitscha-
kelen
● de rechten van de gele intelligente sleutel beheren
● de fabrieksinstellingen herstellen
Instructie
De mogelijke functies zijn afhankelijk van de uitvoering
van het apparaat.
1. De QR-code op het apparaat met uw smartphone
scannen.
Afbeelding J
QR-code
1
Bluetooth®-symbool
2
2. De app "Machine Connect" op de smartphone in-
stalleren en starten.
3. Een intelligente sleutel in het bedieningspaneel ste-
ken.
4. Tegelijkertijd gedurende 3 seconden op de toetsen
"+" en "-" op het bedieningspaneel van het apparaat
drukken.
Instructie
Tijdens het koppelingsproces knippert het Bluetooth®-
symbool op het bedieningspaneel.
5. De instructies van de app op de smartphone voor
het koppelen. opvolgen.
6. De functies van de app worden uitgelegd op de
smartphone.
Instructie
Als de smartphone met het apparaat is gekoppeld, is
het Bluetooth-symbool constant aan.
Instructie
De mobiele telefoon kan worden aangesloten op de
USB-poort van het apparaat om de batterij op te laden.
Verzoeken om onderhoud
Nadat een bepaalde bedrijfsduur is verstreken, vraagt
het display om diverse onderhoudswerkzaamheden uit
te voeren:
Instructie
Interval (uren)
REINIGEN AANZUIGING
10
FILTER
REINIGEN AANZUIG-
20
STANG
REINIGEN WATER FILTE-
50
REN
CONTROLEREN SLIJTA-
100
GE BORSTEL
CONTROLEREN AAN-
100
ZUIGPLAAT
1. De aangegeven onderhoudsactiviteit uitvoeren.
2. Op een willekeurige toets op het bedieningspaneel
drukken om te bevestigen.
De instructie verdwijnt en wordt opnieuw weergege-
ven na het verstrijken van het interval.
Nederlands
Werking
GEVAAR
Gevaarlijke situatie tijdens bedrijf
Gevaar voor letsel
Bij gevaar de rijhendel loslaten.
Verlies van stabiliteit
Gevaar voor letsel
Het pedaal om de reinigingskop omhoog/omlaag te
brengen met slechts één voet bedienen. De andere voet
stevig op de grond houden.
Bedrijfsstoffen bijvullen
Verswater bijvullen
1. De afsluiting van de verswatertank openen.
2. Het verswater (maximaal 50 °C) tot de onderrand
van de vulopening vullen.
Opmerking: De slang van het verswaterreservoir
kan tijdens het vullen met de slanghouder worden
vastgeklemd.
3. De afsluiting van het verswaterreservoir sluiten.
Vullen met schoon water met behulp van de
vulslang
1. De vulslang uit het apparaat trekken.
2. Het uiteinde van de vulslang op een waterkraan
aansluiten.
3. De afsluiting van het schoonwaterreservoir afne-
men.
4. De watertoevoer openen (watertemperatuur maxi-
maal 50 °C).
5. Het vulniveau van het schoonwaterreservoir via de
vulopening observeren.
6. De watertoevoer sluiten wanneer het vulniveau de
onderkant van de vulopening bereikt.
7. De afsluiting van het verswaterreservoir aanbren-
gen.
8. De vulslang loskoppelen van de waterkraan.
9. De vulslang in het apparaat schuiven.
Vul vers water bij met het vulsysteem
1. Sluit de waterslang aan op de aansluiting van het
vulsysteem (maximale watertemperatuur 50 °C).
2. De watertoevoer openen.
3. Bewaak het apparaat. Het automatische vulsysteem
onderbreekt de watertoevoer, als de verswatertank
vol is.
4. De watertoevoer sluiten.
5. Verwijder de waterslang.
Aanwijzingen over reinigingsmiddelen
WAARSCHUWING
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Gezondheidsgevaar, beschadiging van het apparaat
Gebruik alleen aanbevolen reinigingsmiddelen. Voor
andere reinigingsmiddelen is de exploitant het verhoog-
de risico met betrekking tot de bedrijfsveiligheid en het
gevaar voor ongevallen.
Gebruik alleen reinigingsmiddelen die vrij zijn van op-
losmiddelen, zout- en fluorwaterstofzuur.
Neem de veiligheidsaanwijzingen op de reinigingsmid-
delen in acht.
Instructie
Gebruik geen sterk schuimende reinigingsmiddelen.
Aanbevolen reinigingsmiddelen
Toepassing
Onderhoudsreiniging van alle water-
bestendige vloeren
Onderhoudsreiniging met verzor-
gingscomponenten
Onderhoudsreiniging en basisreini-
ging van industriële ondergronden
Onderhoudsreiniging van glanzende
ondergronden
Onderhoudsreiniging en basisreini-
ging van steengoed tegels
Onderhoudsreiniging en basisreini-
ging van zuurbestendige ondergron-
den
Reiniging en desinfectie
Basisreiniging van alle alkalibesten-
dige vloerbedekkingen
Basisreiniging en decoating van al-
kaligevoelige vloeren
Reinigingsmid-
del
CA 50 C
RM 756
RM 746
RM 780
RM 69
RM 755
RM 753
RM 751
RM 732
RM 752
RM 754
43