Voor alle modellen
6-5. Kettingrem
De modellen EA3200S, EA3201S, EA3202S en EA3203S zijn
standaard uitgerust met een inertiekettingrem. Als terugslag
optreedt doordat het uiteinde van het zaagblad in aanraking
komt met hout (zie VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 3-6
"Terugslag (Kickback)" en afb. 11), zal de kettingrem door
middel van inertie de zaagketting stilzetten, mits de terugslag
voldoende sterk is.
De ketting stopt binnen een fractie van een seconde.
De taak van de kettingrem is om de zaagketting te
blokkeren voordat de motor van de kettingzaag wordt
gestart, en om de zaagketting onmiddellijk te stoppen bij
een noodgeval.
BELANGRIJK: Probeer NOOIT de zaagketting te laten
draaien terwijl de kettingrem in werking is (behalve om
te testen, zie 6-13 "De kettingrem controleren")! Als u dat
toch doet, kan zeer snel grote motorschade worden
veroorzaakt!
Zet de kettingrem ALTIJD los
voordat u begint te zagen!
6-6. Brandstof
LET OP: Deze kettingzaag verbruikt minerale-
olieproducten (benzine en olie). Wees met name
voorzichtig tijdens het omgaan met benzine. Niet roken!
Houd het gereedschap goed uit de buurt van open vuur
en vonken (explosiegevaar).
Brandstofmengsel
Dit gereedschap wordt aangedreven door een luchtgekoelde
tweetaktmotor met hoge prestaties. Deze werkt op een
mengsel van benzine en tweetaktmotorolie.
De motor is ontwikkeld voor gebruik met loodvrije, normale
benzine met een minimaal octaangehalte van 91 ROZ. In het
geval dergelijke benzine niet beschikbaar is, mag u benzine
met een hoger octaangehalte gebruiken. Dit heeft geen
invloed op de motor.
Om een optimaal uitgangsvermogen van de motor
te verkrijgen en om uw gezondheid en het milieu te
beschermen, mag u alleen loodvrije benzine gebruiken.
Om de motor te smeren gebruikt u een synthetische olie voor
luchtgekoelde tweetaktmotoren (kwaliteitsklasse JASO FC
of ISO EGD), die moet worden toegevoegd aan de benzine.
De motor is ontwikkeld voor gebruik met tweetaktmotorolie
van MAKITA voor hoge prestaties, uitsluitend in een
mengverhouding van 50:1 ter bescherming van het milieu.
Daarnaast wordt een lange levensduur en een betrouwbare
werking met een minimale uitstoot aan uitlaatgassen
gegarandeerd.
Tweetaktmotorolie van MAKITA voor hoge prestaties
is leverbaar in de volgende maten, afhankelijk van uw
persoonlijke behoeften:
1
l
bestelnummer 980 008 607
100 ml
bestelnummer 980 008 606
In het geval de tweetaktmotorolie van MAKITA voor hoge
prestaties niet leverbaar is, adviseren wij u met klem andere
tweetaktmotorolie te gebruiken in een mengverhouding van
50:1 omdat anders een optimale werking van de motor niet
kan worden gegarandeerd.
(zie afb. 50)
De kettingrem in werking stellen (remmen)
Als de terugslag sterk genoeg is, zal de plotselinge versnelling
van het zaagblad gecombineerd met de inertie van de
beschermkap van de voorhandgreep (1) de kettingrem
automatisch in werking stellen.
Om de kettingrem handmatig in werking te stellen, duwt u
eenvoudig de beschermkap van de voorhandgreep (1) naar
voren (in de richting van het uiteinde van het zaagblad) met uw
linkerhand (zie pijl 1 in de afbeelding).
De kettingrem loszetten
Trek de beschermkap van de voorhandgreep (1) naar u toe
(zie pijl 2 in de afbeelding) tot u voelt dat hij aangrijpt. De
kettingrem is nu buiten werking gesteld.
Let op: Gebruik niet de voorgemengde
brandstoffen van benzinestations.
De juiste mengverhouding:
50:1
bij gebruik van tweetaktmotorolie van MAKITA voor
hoge prestaties, mengt u 50 delen benzine met 1 deel
olie.
50:1
bij gebruik van een andere synthetische
tweetaktmotorolie (kwaliteitsklasse JASO FC of ISO
EGD), mengt u 50 delen benzine met 1 deel olie.
Benzine
+
1.000 cm
(1 liter)
3
5.000 cm
(5 liter)
3
10.000 cm
(10 liter)
3
OPMERKING:
Om het benzine-oliemengsel te maken, mengt u eerst de
volledige hoeveelheid olie met de helft van de vereiste benzine
en voegt u daarna de resterende benzine toe. Schud het
mengsel stevig voordat u het bijvult in de brandstoftank van de
kettingzaag.
Het is met het oog op de veilige werking onverstandig
om meer motorolie toe te voegen dan gespecificeerd
is. Dit leidt alleen maar tot een hogere productie van
verbrandingsresten die het milieu verontreinigen en
zowel het uitlaatkanaal in de cilinder als de uitlaatdemper
verstoppen. Bovendien zal het brandstofverbruik
oplopen en zullen de motorprestaties afnemen.
Opslag van brandstof
Brandstoffen hebben een beperkte bewaartermijn. Brandstof
en brandstofmengsels verouderen door verdamping, met
name bij hoge temperaturen. Verouderde brandstof en
50:1
50:1
20 cm
20 cm
3
3
100 cm
100 cm
3
3
200 cm
200 cm
3
3
111