Herstartblokkering; Relaiscontrole (Edm) - SICK L 4000 Manual De Instrucciones

Hoofdstuk 3
Opmerking
LET OP
Advies
512
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden 8010009/TI69/2009-11-26
Productbeschrijving

3.2.1 Herstartblokkering

Verwissel de herstartblokkering niet met de startblokkering van de
machine. De startblokkering voorkomt dat de machine begint te lopen
nadat ze is ingeschakeld. De herstartblokkering voorkomt dat de
machine opnieuw begint te lopen nadat er een fout is opgetreden of
een lichtwegonderbreking heeft plaatsgevonden.
U kunt de herstartblokkering op twee manieren tot stand brengen:
Met de interne herstartblokkering van de L 4000-systeem. Hierbij
controleert het L 4000-systeem de herstart.
Met de herstartblokkering van de machine (extern). Hierbij heeft
het L 4000-systeem geen controle over de herstart.
Gebruik de toepassing altijd met herstartblokkering!
Zorgt u ervoor dat er altijd een herstartblokkering geactiveerd is. De
L 4000-systeem kan niet controleren of de externe herstartblokkering
van de machine is aangesloten. Als u zowel de interne als de externe
herstartblokkering buiten werking stelt, dan brengt u de operator van
de installatie in acuut gevaar.
Resetten
Als u zowel de interne herstartblokkering van het L 4000-systeem
activeert als een externe op de machine tot stand brengt, dan krijgt
elke herstartblokkering een eigen knop.
Als u de resetknop van de interne herstartblokkering indrukt ...
activeert het L 4000-systeem de schakeluitgangen.
brandt de LED op het veiligheids-verwerkingseenheid UE 401
groen.
Alleen de externe herstartblokkering voorkomt tevens dat de machine
weer op gang komt. De operator moet na de resetknop van de
L 4000-systeem ook de herstartknop van de machine indrukken. Als
de resetknop en de knop voor hernieuwde start niet in de aangege-
ven volgorde worden ingedrukt, dan blijft de gevaarlijke situatie onder-
broken.
Met behulp van de resetknop kunt u voorkomen dat u per ongeluk de
externe knop voor hernieuwde start indrukt. De operator moet de
ongevaarlijke toestand eerst met de resetknop bevestigen.
Een beschrijving van de montage en de elektrische aansluiting van de
resetknop vindt u op pagina 531.

3.2.2 Relaiscontrole (EDM)

De relaiscontrole controleert of de relais bij het in werking treden van
de veiligheidsvoorziening daadwerkelijk wegvallen. Als u de relaiscon-
trole activeert, dan controleert de L 4000-systeem de relais na elke
Bedieningshandleiding
L 4000-systeem