8
De maaiunit
nivelleren
Zorg
ervoor
dat de banden
tot de PSl-waarde
die op de
banden
zelf staat
aangegeven
zijn
opgepompt.
AIs de
banden
te hard of te zacht zijn, kan dat het uiterlijk
van uw
grasveld
befnvloeden
zodat
u denkt
dat de maaiunit
niet
goed is afgesteld.
beide
kanten
op her oog uitlijnen
1.
Als alle banden
de juiste
spanning
hebben,
maar
uw
veld toch niet gelijk is gemaaid,
kijkt u welke kant van de
maaier
dieper
maait.
2.
Draai met een verstelbare
sleutel
of een sleutel
van 3/4"
de afstelmoer
van
de hefkoppeiing
(A) naar
links om
de maaier
te verlagen,
of naar rechts
om de maaier
te
verhogen
(Fig. 1).
N.8.:
ledere
voile slag van de afstelmoer
wijzigt
de hoogte
van de maaier
met ongeveer
3/16".
3.
Test uw afstelling
door wat ongemaaid
gras te maaien
en te kijken hoe het resultaat
eruitziet.
Stel de maaiunit
indien
nodig
verder
af totdat
u tevreden
bent
met het
resultaat.
PRECmSIE-AFSTELLING
BAN 8EIDE
KANTEN
BAN
DE MAAIUNIT
1.
Parkeer
met alle banden
op de juiste spanning
de tractor
op een vlakke
ondergrond
of op een oprit.
OPGELET:
De messen
zijn scherp.
Bescherm
uw han-
den met handschoenen
en/of
wikkel
dikke
doeken
om de
messen.
2.
Breng de maaier
omhoog
tot de hoogste
positie.
3.
Plaats
aan beide
zijden
van de maaier
het mes aan de
zijkant
en meet de afstand
(A) van de onderste
rand van
het mes tot de grond.
De afstand
moet aan beide zijden
hetzelfde
zijn (Fig. 2).
4.
Zie de stappen
2 van de instructies
voor het op het oog
uitlijnen
als de messen
afgesteld
moeten
worden
70
5.
Controleer
de metingen
opnieuw,
en stel de messen
af
totdat
beide zijden
gelijk zijn.
AFSTELLING
8OOR-EN
ACHTERZIJDE
8ELANGRIJK:
Het oppervlak
van de maaier
moet
overal
dezelfde
hoogte
hebben.
Voor de beste maairesultaten
moeten
de maaimessen
zodanig
worden
afgesteid
dat de voorkant
1/8" tot 1/2" lager is dan de
achterkant
wanneer
de maaier
in de hoogste
stand
staat.
OPGELET:
De messen
zijn scherp.
Bescherm
uw han-
den met handschoenen
en/of
wikkel
dikke
doeken
om de
messen.
Breng de maaier
omhoog
tot de hoogste
positie.
Plaats alle messen
zo, dat de punt recht vooruit
wijst. Meet
de afstand
(B) tot de grond
bij de voorste
en achterste
punt van het mes (Fig. 3).
Ga naar de voorkant
van de tractor
als de voorste
punt
van het mes
niet 1/8" tot 1/2" lager
is dan de achterste
punt.
Haal met een 11/16" of verstelbare
sleute[
de blokkeer-
moer A verschillende
slagen
los om afstelmoer
B vrij te
maken.
Draai met een 3/4" of verstelbare
sleutel
de afstelmoer
van de voorste
koppeling
(B) in de richting
van de klok
(vast) om de voorkant
van de maaier
op te heffen of tegen
de richting
van de klok in (los) om de voorkant
van de
maaier
te laten zakken
(Fig. 4).
N.8.:
ledere
voile slag van de afstelmoer
wijzigt
de hoogte
van de maaier
met ongeveer
1/8".
Controleer
de metingen
opnieuw
en stel indien
nodig
verder
af totdat
de voorste
punt van het mes 1/8" tot 1/2"
lager is dan de achterste
punt.
Houd de afstelmoer
in positie
met de sleutel
en draai de
blokkeermoer
goed
vast tegen
de afstelmoer.