Veiligheidsaanwijzingen
–
Voor het eerste gebruik van de rangeerhulp op vrij terrein
oefenen, om zich vertrouwd te maken met de functies
van de afstandsbediening resp. van de rangeerhulp.
–
Voor elk gebruik van de rangeerhulp banden en aandrijfrol-
len controleren; eventueel scherpe stenen en dergelijke
verwijderen.
–
Tijdens gebruik mogen zich geen personen in de caravan
bevinden.
–
In het werkbereik van de rangeerhulp mogen geen perso-
nen (met name kinderen) verblijven.
–
Bij de werking van de rangeerhulp moet erop gelet worden
dat er geen haar, ledematen, kleding of andere aan het li-
chaam aanwezige delen van beweegbare en / of roterende
onderdelen (bijvoorbeeld aandrijfrollen) vastgegrepen kun-
nen worden.
–
Bij rangeren mag de afstand tussen draadloze afstandsbe-
diening en het midden van de caravan niet meer dan 10 m
bedragen!
–
Bij functiestoringen handrem aantrekken.
–
Om kantelen van de caravan te vermijden, bij het rangeren
op hellingen de dissel naar beneden (bergaf) richten.
–
Na het rangeren altijd eerst de handrem aantrekken, de
aandrijfrollen van de band wegzwenken en de wielen
(met name op hellende vlakken!) blokkeren. De rangeerhulp
is niet geschikt als parkeerrem voor de caravan.
–
De draadloze afstandsbediening absoluut goed opbergen,
zodat onbevoegden (daarbij vooral op kinderen letten!) er
geen gebruik van kunnen maken.
–
Trek de caravan nooit met aangelegde aandrijfrollen, aan-
gezien dit kan leiden tot schade aan de band, het trekkende
voertuig en de aandrijfeenheden.
–
Alle wielen en banden op de caravan moeten van dezelfde
maat en hetzelfde type zijn.
–
Om een correct functioneren van de rangeerhulp te waar-
borgen, moet de afstand tussen banden en weggezwenkte
aandrijfrollen 20 mm bedragen. Alle banden moeten – vol-
gens gegevens van de fabrikant – dezelfde bandendruk heb-
ben (controleer dit regelmatig!). Door slijtage van de banden
of montage van nieuwe banden is eventueel een nieuwe
instelling van de afstand aandrijfrollen / banden nodig (zie
„Montage van de aandrijfelementen").
–
Bij het opbokken mag de rangeerhulp niet als steunpunt ge-
bruikt worden, omdat dit kan resulteren in beschadiging van
de aandrijfeenheid.
–
Gevoelige voorwerpen zoals camera's, DVD-spelers enz.
mogen niet in de opbergkast in de buurt van de besturing
of van de motorkabels bewaard worden. Ze zouden schade
kunnen oplopen door de elektromagnetische velden.
–
Het leeggewicht van het voertuig wordt verhoogd met het ge-
wicht van de rangeerhulp, daardoor wordt de nuttige last van
het voertuig minder.
Algemene aanwijzingen
De rangeerhulp RH1 werd ontwikkeld voor het overwinnen van
hellingen tot ca. 25 % bij 1200 kg resp. 15 % bij 1800 kg totaal-
gewicht op een geschikte ondergrond.
De rangeerhulp kan afhankelijk van het caravangewicht niet
zonder hulpmiddelen obstakels aan vanaf een hoogte van
ca. 2 cm (gebruik a.u.b. oprijwiggen).
Vanwege de karakteristieke eigenschappen van een radiosig-
naal kan dit onderbroken worden door terrein / voorwerpen.
Hierdoor wordt in kleine bereiken rond de caravan de ont-
vangstkwaliteit verminderd, waardoor de werking van de ran-
geerhulp eventueel kortstondig onderbroken kan worden.
Na het uitschakelen van de rangeerhulp met de afstands-
bediening is de relaisbesturing verder standby. Voor com-
pleet uitschakelen moet de accu afgeklemd of een scheidings-
schakelaar ingebouwd worden.
Accu's
Wij adviseren het gebruik van zogenoemde aandrijf- resp.
verlichtingsaccu's. Ook gelaccu's alsmede accu's met ronde-
cellentechnologie zijn geschikt.
Deze accu's zijn ontworpen voor hoge stroomafnames en heb-
ben geen last van een memory-effect. Het stroomverbruik van
de rangeerhulp bedraagt bij maximale helling en maximaal ge-
wicht max. 120 A. Het kiezen van de juiste accu is afhankelijk
van de gebruiksduur resp. van het toepassingsgebied (andere
verbruikers in de caravan). Voor het gebruik van de rangeer-
hulp adviseren wij accu's met een capaciteit vanaf ca. 60 Ah.
Voorbeeld:
Een volgeladen accuzuuraccu met een capaciteit van 60 Ah
maakt het mogelijk de rangeerhulp ca. 30 minuten lang met
volle belasting te gebruiken (afhankelijk van het gewicht van
de caravan, accutype, terrein). Bij vlak terrein heeft de ran-
geerhulp een gemiddelde opgenomen stroom van ca. 20 A en
zodoende een gebruiksduur van ca. 3 uur.
Bij gebruik van gelaccu's of accu's met ronde-cellentechnologie
kunnen ook kleiner gedimensioneerde accu's gebruikt worden.
Accu's met een grotere capaciteit maken een langere gebruiks-
duur mogelijk.
Functiebeschrijving
Vóór inbedrijfstelling absoluut goed nota nemen van de
gebruiksaanwijzing en „Veiligheidsaanwijzingen"!
De voertuigeigenaar is verantwoordelijk voor de correcte
bediening van het apparaat.
Let erop, dat de rangeerhulp uitsluitend geschikt is voor
éénassige aanhangers.
De rangeerhulp is een systeem dat het mogelijk maakt een ca-
ravan zonder behulp van het trekkende voertuig te verplaatsen.
De rangeerhulp is een systeem dat het mogelijk maakt een ca-
ravan zonder behulp van het trekkende voertuig te verplaatsen.
De rangeerhulp bestaat uit twee aparte aandrijfeenheden, die
elk over een eigen 12 V-gelijkstroommotor beschikken. Deze
eenheden worden elk in directe nabijheid van de wielen op het
voertuigchassis gemonteerd en met behulp van dwarsstangen
verbonden.
Nadat de aandrijfrollen met de meegeleverde aanzwenkhendel
tegen de banden zijn gezwenkt, is de rangeerhulp gereed voor
gebruik. De bediening geschiedt uitsluitend via de afstandsbe-
diening. Deze zendt radiosignalen naar de besturing. Een apart
geïnstalleerde 12 V loodzuuraccu of geschikte loodgel-accu
(niet meegeleverd) voorziet de besturing van stroom.
Rangeerhulp RH1
39