Inbedrijfstelling
Voertuig uitpakken en afladen
GEVAAR
Gevaar voor letsel, gevaar voor beschadiging!
Het voertuig is niet voor het verladen met kraan toegestaan.
Geen vorkheftruck gebruiken voor het afladen/beladen van het
voertuig.
Het verpakkingsmateriaal (plastiekzakjes, polystyrol, enz.) is een
potentiële bron van gevaar en mag niet in de handen van kinde-
ren terechtkomen.
Voertuig voorzichtig uitpakken en hiervoor geen gereedschap ge-
bruiken dat het voertuig kan beschadigen. Na het uitpakken con-
troleren of het voertuig volledig is en werkt. Indien dat niet het
geval is, de klantenservice contacteren.
Zie voor instructies voor het verschuiven/slepen van het voertuig
een later hoofdstuk.
Neem bij het beladen het gewicht van het voertuig in acht!
Leeggewicht (transportgewicht)
Voertuig schuiven/slepen (zonder eigen aandrijving
bewegen)
Sleepoog
1
● Voor het slepen het sleepoog vooraan op het voertuig aan-
brengen.
LET OP
Beschadigingsgevaar!
Het voorste sleepoog mag niet worden gebruikt voor het slepen
van aanhangwagens of voorwerpen.
Voor het schuiven/slepen van het voertuig moet eerst de mag-
neetrem op de rijmotor worden geopend.
1. Trek de remhendel naar buiten
2. Blokkeer de remhendel met een wig of iets dergelijks.
3. Apparaat duwen
Verwijder na het verplaatsen van het voertuig de blokkering, zo-
dat de magneetrem weer als gewoonlijk werkt.
2525 kg
1. De kabelband doorknippen.
2. Verwijder de rode veiligheidsclip.
3. Bewaar de veiligheidshendel, deze is nodig bij het vervoer van
● Lees vóór de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing en neem
● Zet het apparaat op een vlakke ondergrond en beveilig het al-
● Verwijder altijd de sleutel bij het verlaten van het voertuig.
Gevaar voor letsel!
Zowel de zijbezems als de borstels in de borstelkop en het zijde-
lingse schrobdek kunnen onbedoeld draaien.
Schakel het apparaat altijd uit en verwijder de sleutel wanneer u
aan dit bereik werkt.
Grijp nooit in de borstelkop als het voertuig in werking is.
● Controleer het laadniveau van de batterij en laad de batterij zo
● Peil hydraulische olie controleren.
● Vuilreservoir leegmaken.
● Het vuilwaterreservoir leegmaken.
● Indien nodig het schoonwaterreservoir vullen.
● Borstels controleren op slijtage en beschadiging.
● Zuiglippen van de zuigbalk controleren op slijtage en bescha-
● Water- en zuigsysteem controleren / reinigen.
● Werking van alle bedieningselementen controleren.
● Apparaat op beschadigingen controleren.
● Stoffilter reinigen met behulp van de toets Filterreiniging.
Instructie
Beschrijving zie hoofdstuk "Verzorging en onderhoud".
Nederlands
Verwijder de transportbeveiliging van de zuigbalk
het apparaat.
Zie hoofdstuk "Beveiliging van het voertuig".
Algemene informatie
de daarin opgenomen veiligheidsinstructies in acht.
tijd tegen wegrollen (vergrendel de parkeerrem).
VOORZICHTIG
Dagelijks voor het bedrijfsbegin
nodig op.
diging.
103