Voertuig parkeren
1. Apparaat op een vlakke ondergrond neerzetten.
2. Apparaat op een beschermde en droge plaats parkeren.
3. Parkeerrem bedienen.
4. Draai de sleutel op "0" en verwijder de sleutel.
5. Als het voertuig aan het einde van het werk geparkeerd staat,
moet u de stekker van de batterij loskoppelen en de batterij
opladen.
Instructie
Meer instructies voor het uitschakelen van het apparaat vindt u in
het hoofdstuk "Opslag / stillegging".
Vervoer
Voertuig beladen voor vervoer
LET OP
Beschadigingsgevaar!
Het is niet toegestaan het apparaat te verladen met een kraan.
Geen vorkheftruck gebruiken, het apparaat zou daardoor be-
schadigd kunnen raken.
WAARSCHUWING
Ongevalgevaar, verwondingsgevaar!
Bij het beladen van het apparaat moeten de rij-aandrijving en de
parkeerrem bedrijfsklaar zijn. Het apparaat moet bij stijgingen en
dalingen altijd met de eigen aandrijving bewogen worden.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel, gevaar voor beschadiging!
Rijd het voertuig met lage snelheid op het transportvoertuig.
Neem het hoofdstuk "Voertuig wegslepen" in acht als het voertuig
niet rijklaar is.
Gewicht van het apparaat bij het verladen in acht nemen!
Leeggewicht (transportgewicht)
Voertuig borgen
Zijbezemmodule
1
Bout voor het vastzetten van de zijbezem
2
1. Voertuig parkeren.
2. Zijbezemmodule naar binnen drukken en vastmaken met bou-
ten.
108
3. Vergrendel de verhoogde zuigbalk met de rode veiligheidsclip
Instructie
Als de zuigbalk voor het vervoer niet is vergrendeld, kan hij door
het slingeren in het transportvoertuig worden beschadigd.
4. Borg het apparaat bij de wielen met wiggen.
5. Apparaat met spankabels of koorden vastzetten.
Instructie
Markeringen voor bevestigingsplaatsen op het basisframe in acht
nemen (kettingsymbolen). Afladen van het apparaat alleen op
een effen vlak.
6. Bij het transport in voertuigen de vracht conform de richtlijnen
2525 kg
1
LET OP
Beschadigingsgevaar!
Het voertuig mag niet weggesleept worden met een snelheid die
de stapsnelheid overschrijdt.
Duw of trek het voertuig langzaam.
Het sleepoog mag niet worden gebruikt voor het slepen van aan-
hangwagens of voorwerpen.
● Om het voertuig weg te slepen moet de vrijloop van de hydrau-
● Het slepen van het voertuig gebeurt vooraan aan het
LET OP
Beschadigingsgevaar!
Bij opslag het gewicht van het voertuig in acht nemen.
Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond in een droge,
vorstvrije omgeving. Bescherm het tegen stof met afdekmateri-
aal.
Instructie
Als het voertuig lange tijd niet worden gebruikt, neem dan volgen-
de punten in acht:
● Voertuig van binnen en van buiten reinigen.
● Accu ongeveer elke 2 maanden opladen.
● Controleer regelmatig het zuurniveau van de batterij. Vul zo
● De batterij afdekken en beschermen tegen kortsluiting.
1. De borstels optillen zodat deze niet beschadigd raken.
2. Schoonwaterreservoir, vuilwaterreservoir en vuilreservoir
3. Draai de sleutel op "0" en verwijder de sleutel.
Nederlands
zoals afgebeeld.
tegen wegglijden en omvallen beveiligen.
Voertuig wegslepen
Sleepoog
lische aandrijving worden geopend. (zie hoofdstuk "Inbedrijf-
stelling | Apparaat zonder eigen aandrijving bewegen".)
sleepoog. Het sleepoog is geen vast onderdeel van het onder-
stel maar moet wanneer nodig worden aangebracht.
Opslag en stillegging
nodig bij met gedestilleerd water.
leegmaken en reinigen.