m
Om te controleren of de twee paren draden correct
aangesloten zijn dient men, wanneer de installatie klaar is,
als volgt te handelen:
1. Schakel de werking uit via de encoder (menu
2. Stel een betekenisvolle vertraging in de opening in (menu
NOTA: de default-instellingen van de centrale komen
overeen met de punten 1 en 2.
3. Geef een START-impuls:
- als beide hekvleugels bewegen, zijn de draden correct
aangesloten
Err7
- als
op het display verschijnt zodra hekvleugel 1
begint te bewegen, moeten de op klemmen K3 (FCA2) en
K4 (FCC2) aangesloten draden verwisseld worden
Err7
- als
op het display verschijnt zodra hekvleugel 2
begint te bewegen, moeten de op klemmen K1 (FCA1) en
K2 (FCC1) aangesloten draden verwisseld worden
HEKKEN MET ENKELE HEKVLEUGEL
Installatie van de eindschakelaars
• Sluit de eindschakelaar van de opening aan tussen klemmen
K1 (FCA1) en K5 (COM)
• Sluit de eindschakelaar van de opening aan tussen klemmen
K2 (FCC1) en K5 (COM)
Installatie van de encoders
• Sluit de negatieve van de voeding (ZWARTE kabel) aan op
klem K5 (COM)
• Sluit de positieve van de voeding (RODE kabel) aan op
klem K6 (+)
• Sluit de uitgangen van de encoder (BLAUW / WIT) aan tussen
klemmen K3 (FCA2) en K4 (FCC2)
Om te controleren of de 2 draden van de encoder correct
aangesloten zijn dient men, wanneer de installatie klaar is, als
volgt te handelen:
1. Schakel de werking uit via de encoder (menu
2. Geef een START-impuls:
- als de hekvleugel beweegt, zijn de draden correct
aangesloten
Err7
- als
op het display verschijnt zodra de hekvleugel
begint te bewegen, moeten de op klemmen K3 (FCA2) en
K4 (FCC2) aangesloten draden worden verwisseld.
6.11 - ANTENNE
Er wordt aangeraden gebruik te maken van de externe antenne
model ANS433 ter garantie van een maximaal radiobereik.
Enco
)
Sluit de kern van de antenne aan op klemmetje L1 (ANT) van de
r.AP
)
stuurcentrale en de mantel op klemmetje L2 (ANT-).
6.12 - INPLUGBARE ONTVANGER
De stuurcentrale CITY2+ is uitgerust voor het inpluggen van een
ontvanger van de serie MR.
m
inpluggen van verwijderbare modules.
De ontvangermodule MR heeft 4 kanalen ter beschikking aan elk
waarvan een besturing van stuurcentrale toegekend is:
• KANAAL 1
• KANAAL 2
• KANAAL 3
• KANAAL 4
m
van de werklogica's dient men de instructies die bij de
ontvanger MR gevoegd zijn, met aandacht te lezen.
6.13 - INTERFACE ADI
De stuurcentrale CITY2+ is uitgerust met een ADI (Additional
Devices Interface) die de aansluiting van een serie optionele
modules van de V2 productenlijn mogelijk maakt.
Raadpleeg de V2 catalogus of de technische documentatie om te
zien welke optionele modules met ADI voor deze stuurcentrale
beschikbaar zijn.
m
Enco
dient men de instructies die bij de afzonderlijke modules
)
gevoegd zijn, met aandacht te lezen.
Voor enkele toestellen is het mogelijk om de modus te
configureren waarmee ze met de centrale communiceren.
Bovendien is het nodig om de interface in te schakelen zodat de
centrale rekening houdt met de signaleringen die van het ADI-
toestel afkomstig zijn.
Raadpleeg het programmeermenu
te schakelen en toegang te krijgen tot het configuratiemenu van
het toestel.
Het ADI-toestel kan alarmen signaleren van het type fotocel, lijst
of stop:
• Alarm type fotocel - het hek stopt; wanneer het alarm
ophoudt gaat het weer open.
• Alarm type lijst - het hek draait de beweging gedurende
3 seconden om.
• Alarm type stop - het hek stopt en kan niet van start gaan
zolang het alarm niet eindigt.
- 139 -
LET OP: Let bijzonder goed op de richting van
g
START
g
VOETGANGERSSTART
g
STOP
g
SERVICELICHTEN
LET OP: voor de programmering van de 4 kanalen en
LET OP: voor de installatie van de optionele modules
i.Adi
om de ADI-interface in