PROBLEEM
ALARMSIGNALERING MOGELIJKE OORZAAK INGREEP
De poort wordt niet
geopend of niet
gesloten.
Knipperlicht
De procedure van de
lering wordt niet
voltooid.
De radiobediening
heeft weinig bereik
en werkt niet wanneer
de automatisering in
beweging is.
Het knipperlicht werkt
niet.
De controlelamp van
'poort geopend' werkt
niet.
De poort voert het
gewenste manoeuvre
niet uit.
OPMERKING: Druk op de toets TEST; de alarmsignalering wordt tijdelijk gewist.
Wanneer een bediening wordt ontvangen, als het probleem niet is opgelost, verschijnt de alarm signalering op de display.
234
Thermische beveiliging van
de encoder geactiveerd.
Batterijen leeg.
(btLO)
Deblokkeerinrichting
open.
Storing gedetecteerd
van de besturing van de
motor
Ijking van de motor mislukt. Herhaal de procedure van de lering.Als het probleem
Problemen met het circu-
it van de encoder of op
de verbindingskabel.
De toets TEST werd onte-
recht ingedrukt.
De veiligheden zijn in
alarm gesteld.
Excessieve spanningsval. Herhaal de procedure van de lering; controleer de
Foute regeling van de pa-
rameters
en
Fout lengte slag
Toegestane
lengte van de slag over-
schreden.
De
radiotransmissie
wordt belemmerd door
metalen structuren of mu-
ren van gewapend beton.
Batterijen leeg.
Lampje / LED verbrand
of draden knipperlicht
losgekoppeld.
Lampje verbrand of dra-
den losgekoppeld.
Foute instelling van de
parameter
.
Foute selectie van het
type van batterij.
Netspanning te hoog
De werking wordt binnen 2 minuten automatisch hersteld.
Wacht tot de netspanning wordt hersteld.
Reset de vrijgavehendel en controleer de verbinding
met het vrijgavecontact.
Herhaal de procedure van de lering. Als het probleem
aanhoudt, moet de regeleenheid vervangen worden.
aanhoudt, moet de aansluiting van encoder op de mo-
tor gecontroleerd worden.
Controleer dat de hendel van de deblokkering is geopend.
Controleer of de motor vloeiend draait. An-ders moet
de technische assistentiedienst gecontacteerd worden.
Controleer of de netspanning juist is en of de doorsne-
de van het netsnoer voldoende is.
Controleer dat de condities van de verbindingskabel goed zijn.
Schakel de spanning uit en opnieuw in.
Geef een bediening (opening/stapsgewijs, ... ).
Als
NIET verschijnt, moet de procedure van de
lering herhaald worden.
Se
opnieuw verschijnt, moet de technische assi-
stentiedienst gecontacteerd worden.
Herhaal de procedure van de lering.
Druk op de toets TEST en controleer de veiligheid/en
die in alarm is/zijn en de respectievelijke aansluitingen
van de veiligheden.
netspanning.
Regel de parameters
.
gewicht en de snelheid van de poortvleugel.
Plaats de poort in de positie van 'helemaal gesloten'
(de signalering van de eindschakelaar FC indien ein-
dschakelaars ingeschakeld par.
herhaal de procedure van de lering.
Controleer de bedrading van de eindschakelaar (indien
geïnstalleerd en ingeschakeld op par. ). Als het pro-
bleem aanhoudt, moet de bedrading vervangen worden.
Herstel de standaard fabriekswaarden van de regeleen-
heid, en herhaal de procedure.
Lengte van de onderste slag kleiner dan het toegestane
minimum: vergroot de lengte.
maximum
Verklein de slag. Contacteer de technische assisten-
tiedienst (bovenste slag boven de door de technische
kenmerken toegestane maximm).
Installeer de poortvleugelsnne.
Vervang de batterijen van de radiobediening.
Controleer het LED circuit en/of de draden.
Controleer het lampje en/of de draden.
Selecteer de correcte positie van de installatie met de
parameter
.
Wijzig de waarde van de parameter
Controleer de netspanning, controleer de BUS-span-
ning (INFO size:
op met de service. Door op TEST te drukken verdwijnt
het signaal gedurende 7 seconden na de laatste active-
ring van de toetsen rond het display.
en
met betrekking tot het
moet actief zijn) en
.
, zie paragraaf 18), neem contact