8 Accu laden
Bij het laden van de accu moet rekening worden gehouden met de volgende punten:
•
De capaciteit van de volledig geladen accu is voldoende voor één dag.
•
Bij dagelijks gebruik van het product door de patiënt wordt aangeraden de accu iedere dag te laden.
•
In het dagelijks gebruik kan de complete laadeenheid (netvoeding – acculader) ook permanent op het stopcon
tact aangesloten blijven.
•
Voordat het product voor het eerst wordt gebruikt, moet de accu minimaal 3 uur worden geladen.
8.1 Acculader 757L20 en EnergyPack 757B2*
LET OP
Diepontlading van de accu
Onherstelbare beschadiging van het product en daaruit resulterend functieverlies bij onregelmatig of niet volledig
laden van de accu.
► Laad de accu bij een langdurige opslag iedere 4 tot 6 maanden compleet op.
1) Sluit het laadstation met netvoeding aan op het stopcontact.
→ De groene led op de netvoeding en de groene led in het midden van de rij met leds lich
2) Plaats een of twee accu's in het laadstation.
3) De groene led van de betreffende laadschacht licht op en het laden begint.
4) Als de accu volledig geladen is, gaat de groene led van de betreffende laadschacht knippe
ren
5) Verwijder de accu na het laden.
8.2 Acculader 757L35 en accu 757B35=*
9 Reiniging
1) Verwijder vuil en vlekken van het product met een vochtige doek en milde zeep (bijv. Ottobock Derma Clean
453H10=1).
Zorg ervoor dat er geen vocht in de systeemcomponent(en) binnendringt.
2) Droog het product af met een pluisvrije doek en laat het aan de lucht volledig drogen.
10 Onderhoud
Ter voorkoming van letsel voor de patiënt en voor het behoud van de productkwaliteit bevelen wij aan regelmatig
onderhoud (service-inspectie) uit te voeren. Dit moet gebeuren wanneer een onderhoudsinterval verstreken is,
d.w.z. na 24 maanden. De producent accepteert daarbij een tolerantie in het tijdvenster van maximaal één maand
voor, en drie maanden na het verstrijken. Bij dit onderhoud worden de sensoren gecontroleerd en worden versle
ten onderdelen vervangen.
In zijn algemeen geldt voor alle producten de verplichting de onderhoudsintervallen in acht te nemen tijdens de
garantieperiode. Alleen zo geniet u de volledige bescherming van de garantie.
12K41, 12K42, 12K44, 12K50
ten op.
.
1) Zet de laadstekker tegen de laadbus van de prothesekoker aan.
→ Door middel van terugmeldingen wordt aangegeven of de acculader goed
met de prothese is verbonden (Statussignalen).
2) Het laden begint.
→ De prothese wordt automatisch uitgeschakeld.
3) Koppel de acculader na het laden los van de prothese.
Accu laden
127