4) Maak het binnenoppervlak van de prothesekoker schoon en laat het drogen.
7 Onderhoud
VOORZICHTIG
Niet naleven van de onderhoudsinstructies
Gevaar voor verwonding door veranderingen in - of verloren gaan van - de functie of beschadi
ging van het product
►
Neem de volgende onderhoudsinstructies in acht.
► Voer na de eerste 30 dagen dat de prothesecomponenten zijn gebruikt, een visuele controle
en een functiecontrole uit.
► Controleer de complete prothese bij de normale consultatie op slijtage.
► Voer eens per jaar een veiligheidscontrole uit.
7.1 Storingen zoeken bij lekkage (alleen Harmony)
Dit hoofdstuk laat zien hoe methodisch naar de storing moet worden gezocht als het vacuümsys
teem lek is.
1
Zone 1 controleren
Controleer als eerste het aantrekken en de kniekap. Hiervoor is geen manometer nodig. De
onderdruk zuigt de kniekap tegen de rand van de koker aan. Onder de kniekap tekent de koker
rand zich dan in de standfase duidelijk af. Als er geen vacuüm wordt gegenereerd of het vacuüm
afneemt, is dat aan de kniekap zichtbaar.
•
Vraag de gebruiker om zijn prothese aan te trekken. Controleer daarbij het aantrekken om uit
te sluiten dat de prothese niet goed aangetrokken is.
•
Laat de gebruiker een stukje lopen om onderdruk op te bouwen. Laat de gebruiker stoppen
met lopen en controleer terwijl hij staat, of de onderdruk gehandhaafd blijft.
Als de onderdruk niet gehandhaafd blijft: vervang de kniekap door een nieuwe.
•
•
Laat de gebruiker een stukje lopen om onderdruk op te bouwen. Laat de gebruiker stoppen
met lopen en controleer terwijl hij staat, of de onderdruk gehandhaafd blijft.
Als de onderdruk nog steeds niet gehandhaafd blijft: het probleem zit in zone 2 of 3.
•
Zone 3 controleren
•
Sluit de manometer direct aan op de vacuümpomp.
Laat de vacuümpomp 2 tot 4 maal werken (onderdruk 340 hPa tot 680 hPa).
•
Als de onderdruk gehandhaafd blijft: de vacuümpomp is in orde. Het probleem zit in zone
•
2.
Als de onderdruk niet gehandhaafd blijft: vervang de ventielen van de vacuümpomp. Con
•
troleer vervolgens of de maatregelen succesvol waren.
80
Om de prothese te controleren op lekken, wordt deze in
zones onderverdeeld.
1
Zone 1: prothesekoker en kniekap
•
Zone 2: kokeraansluiting en verbinding met de vacu
•
2
ümpomp
Zone 3: vacuümpomp
•
3