Toets L: verlichtingsschakelaar.
Toets 1: Activeert/deactiveert de Sensor (AUTOMATISCH of HANDBEDIENING).
Bij de automatische werking is de sensor actief en neemt de motorsnelheid
automatisch toe of af
- meldt het Filteralarm (motor uitgeschakeld)
Toets 2: schakelaar ON/OFF motor op Ie snelheid.
Toets 3: schakelaar ON/OFF motor op IIe snelheid.
Toets 4: schakelaar ON/OFF motor op IIIe snelheid.
Alarm filters: na circa 30 uur werking, bij afgezette motor, knipperen de snelheidstoet-
sen (toetsen 1, 2, 3 en 4)
gedurende 30 seconden om aan te geven dat de vetfilters gereinigd moeten worden.
Druk, zodra de filters gereinigd
zijn, 2 seconden op een van de toetsen tijdens het knipperen om de telling van de
uren weer op te starten (Reset).
GEVOELIGHEID VAN DE SENSOR:
Wanneer de sensor ingeschakeld is, functioneert de kap automatisch als er geuren,
dampen, rook of warmte aanwezig zijn die ontstaan tijdens het koken. De gevoeli-
gheid van de sensor kan naar wens worden gewijzigd. Bijvoorbeeld: zeer gevoelig bij
gebruik van een elektrische kookplaat, minder gevoelig bij het gebruik van een
gaskookplaat. Wijzig de gevoeligheid door tegelijkertijd de toets L en de toets 1 in te
drukken. De geselecteerde gevoeligheid wordt ingesteld.
Met de toetsen 2, 3, 4 kan de gewenste gevoeligheid worden ingesteld. Sla de nieuwe
gevoeligheid op in het geheugen door op de toets 1 te drukken.
Toets A: Schakelt de lampen in/uit. Indien u de toets ongeveer 2" indrukt wanneer het
alarm van de filters actief is,
dan vindt een reset van de urentelling plaats.
Toets B: Activeert / deactiveert de "Automatische" functie. Controlelampje S – Alarm
filters: Wanneer het controlelampje
gaat branden betekent dit dat 30 gebruiksuren verstreken zijn. Het lampje blijft nog
30" branden. Wanneer controlelampje
S knippert, betekent dit dat ongeveer 120 werkuren verstreken zijn. De reset van de
filters wordt alleen aangegeven
wanneer de motor uitgeschakeld is, zowel in de handmatige als in de automatische
werkwijze.
Automatische werking met sensor:
Drukt u op toets B dan wordt de automatische werking geactiveerd. Dit wordt
aangegeven door het branden van de
overeenkomstige LED. Het knipperen van LED B betekent dat de sensor op gegevens
wacht.
Wijziging van de gevoeligheid van de sensor:
In de handmatige werkwijze en met uitgeschakelde motor drukt u tegelijkertijd op de
toetsen B en C. Nu wordt met het
branden van LED C, D of E de reeds ingestelde gevoeligheid weergegeven. Voor het
instellen van de gewenste
gevoeligheid drukt u op één van de toetsen C, D, E (min, Med. MAX); Druk opnieuw
op toets B om de instelling te
bewaren.
Drukt u nu weer op toets B dan gaat u over op de handmatige werkwijze.
Werking als traditionele kap:
Wanneer het apparaat op de automatische werkwijze staat drukt u op toets B, waarna
u overgaat op de handmatige
werkwijze en LED B uitgaat.
Drukt u nu op één van de toetsen C, D, E dan start de motor bij respectievelijk de 1e,
2e en 3e snelheid. Houdt u
dezelfde toets 2" ingedrukt dan gaat de motor uit.
S
A
B
C
D
E
Toets P1: LICHTEN. Schakelt de lichten in en uit.
Toets P2: MOTOR. Activeert/Deactiveert de motor. Activeert de motor op de
laatst gebruikte snelheid. Indien de toets
meerdere malen wordt ingedrukt wordt de snelheid op cyclische wijze gewijzigd
(1, 2, 3, 4, 1, 2....). De ingestelde snelheid
wordt weergegeven door icoon D5 en op hetzelfde moment wordt icoon D8
geactiveerd (de snelheid van de draaiende
beweging staat in verhouding tot de snelheid). Bij de maximumsnelheid wordt
icoon D8 gedeactiveerd en wordt icoon D3
geactiveerd. Om de motor te stoppen drukt u gedurende ongeveer 2 seconden op
toets P2 (de ingestelde snelheid wordt
bewaard). Toets P3: Selecteer de functies D4 (Sensor) en/of D7 (Air Refresh).
Toets P4: Reset vetfilters en/of koolstoffilters.
Icoon D1: ANTI-VETFILTERS. Gaat branden wanneer het tijd is het/de vetfilter/s
te reinigenen (na ongeveer 30 uur werking
van de kap). Nadat het vetfilter/de vetfilters schoongemaakt is/zijn, moet op de
toets P4 worden gedrukt om de urentelling
opnieuw te laten starten. Icoon D3: MAXIMUMSNELHEID. Wordt alleen
geactiveerd indien de maximumsnelheid is ingesteld.
Icoon D4: SENSOR. Druk op de toets P4 om de sensorfunctie te activeren. Om
de sensor te deactiveren herhaalt u dezelfde handelingen. Wanneer de sensor
geactiveerd is treedt de kap automatisch in werking bij de aanwezigheid van
ongeacht welke geuren, dampen, rook of warmte die veroorzaakt worden door
het kookproces en ook bij de aanwezigheid van eventuele en afwijkende
lekkages van GAS in de omgeving. Iconen D5 en D6: DISPLAY. Geeft de
ingestelde snelheid weer; geeft de gevoeligheid van de sensor weer.
Icoon D7: AIR REFRESH. Om de Air Refresh-functie in te schakelen, druk op de
toets P3 totdat het symbool D7 begint te knipperen. Om de Air Refresh-functie uit
te schakelen, druk op de toets P3 totdat het symbool D7 uitgaat.
De Air Refresh functie wordt alleen geactiveerd indien de motor niet in werking is.
Door de Air Refresh functie te activeren zorgt de kap volkomen geruisloos voor
een verversing van de lucht in de ruimte, door om de 50 minuten in werking te
treden (gedurende 10 minuten, bij de eerste snelheid).
OPMERKING: De Sensor- en Air Refresh-functies kunnen tegelijkertijd worden
ingeschakeld, door de toets P3 ingedrukt te houden totdat beide pictogrammen
(D4 en D7) gaan branden. Icoon D8: MOTOR ON. De icoon gaat branden
wanneer de motor op de eerste, de tweede of de derde snelheid staat. Bij
de vierde snelheid gaat de icoon uit en wordt de icoon van de maximumsnelheid
geactiveerd (icoon D3). Icoon D10: KOOLSTOFFILTERS (voor de kap in de
filterversie).Gaat branden wanneer het tijd is het/de koolstoffilter/s
te vervangen (na ongeveer 120 uren werking van de kap). Nadat het/de
koolstoffilter(s) is/zijn vervangen, moet op de toets P4 worden gedrukt om de
urentelling opnieuw te laten starten. Gevoeligheid van de sensor: de gevoeligheid
van de sensor kan worden gewijzigd door tegelijkertijd de toetsen P3 en
P4 in te drukken (op het display D5 verschijnt de ingestelde waarde, die loopt van
1 tot en met 9); druk op de toets P3 om deze waarde te veranderen. Druk op de
toets P4 om de waarde te bevestigen (doet u dit niet, dan vindt na 5 seconden
automatische bevestiging plaats). ALARM FILTERS: Iconen D1 en D10.
Let op: om te voorkomen dat de sensor beschadigd wordt, dient men geen
siliconenhoudende producten in de buurt van de afzuigkap te gebruiken!
A) Dat schakelt het licht aan en uit.
1)
De motor start op de eerste snelheid (het pictogram wordt verlicht).
De rest van de pictogrammen wordt uitgeschakeld.
2)
De motor start op de tweede snelheid (het pictogram wordt verlicht).
De rest van de pictogrammen verbonden met de snelheid wordt uitgeschakeld.
3)
De motor start op de derde snelheid (het pictogram wordt verlicht).
De rest van de pictogrammen verbonden met de snelheid wordt uitgeschakeld.
4)
De motor start op de vierde snelheid (het pictogram knippert ). De
rest van de pictogrammen verbonden met de snelheid wordt uitgeschakeld. De
maximale snelheid wordt ingesteld op maximum 5 minuut, na verloop van deze
tijd wordt het programma automatisch op de derde snelheid ingesteld.
B) Dat start de TIMER (het pictogram wordt verlicht). Als de TIMER wordt gestart,
schakelt zich de motor automatisch na 5 minuten uit.
C)
FILTER ALARM. Na 30 uur van het werken wordt het pictogram
verlicht, dat duidt aan dat de vetfilter schoongemaakt moet worden.
Na 120 uur van het werken wordt dit pictogram verlicht, dat duidt aan dat de
vetfilter moet worden schoongemaakt en de koolfilter moet worden gewisseld.
Om het alarm te resetten, moet u op het pictogram drukken terwijl dit verlicht is
(of het knippert).
A
1
2
3
4
B
C