3
Installatie
Wechsel ein-auf zweispaltig
3.1
Inbouwvoorwaarden
Het toestel meet het debiet in beide richtingen. Af fabriek is de
voorwaartse stroomrichting gedefinieerd, zoals in Afb. 3 getoond.
Afb. 3
Let daarbij op de volgende punten:
3.1.1
Elektrodeas
De elektrodeas (1) liefst waterpas of max. 45° gedraaid.
Afb. 4
3.1.2
In- en uitlaat-leidingstuk
Inlaat-leidingstuk, recht
≥ 3 x DN
•
Armaturen, bochtstukken, kleppen enz. niet direct voor de
meetbuis installeren (1).
•
Klapdeksels moeten zodanig worden geïnstalleerd dat het
klapblad niet in de debietmeter uitsteekt.
•
Het is aan te rade kleppen of andere uitschakelinrichtingen in het
uitlaat-leidingstuk te monteren (2).
•
Om de meetprecisie te garanderen dienen de in- en uitlaat-
leidingstukken in acht te worden genomen.
1
Afb. 5
Wechsel ein-auf zweispaltig
D184B133U02
G00156
max. 45°
1
G00041
Uitlaat-leidingstuk, recht
≥ 2 x DN
2
2xDN
3xDN
G00037
FXE4000 (COPA-XE/MAG-XE)
3.1.3
Verticale leidingen
•
Verticale installatie bij meting van schurende media, debiet bij
voorkeur van beneden naar boven.
Afb. 6
3.1.4
Horizontale leidingen
•
De meetbuis moet altijd gevuld zijn.
Voorzie de leiding van een lichte stijging voor de ontgassing.
•
Afb. 7
3.1.5
Vrije in- of uitlaat
•
Bij vrije uitlaat het meetapparaat niet op het hoogste punt of in de
aflopende zijde van de buisleiding inbouwen, omdat de meetbuis
leeg loopt en luchtbellen kunnen ontstaan (1).
•
Voorzie aan een vrije in- of uitlaat een sifon, opdat de leiding
altijd gevuld blijft (2).
1
Afb. 8
3.1.6
Montage in de buurt van pompen
•
Bij meters die in de buurt van pompen of andere trillingen
veroorzakende installaties worden geïnstalleerd, is het aan te
bevelen gebruik te maken van mechanische trillingsdempers.
Afb. 9
Installatie
G00039
3°
G00038
2
G00040
G00043
NL - 9