Tijdens de gegevensinvoer blijft de converter "on-line", d.w.z. stroom- en impulsuitgang duiden
de actuele bedrijfstoestand aan. In de volgende tabel zijn de afzonderlijke toetsenfuncties
beschreven:
Uitvoeren van de ENTER-functie bij gebruik van de magneetpen
De ENTER-functie wordt geactiveerd wanneer de DATA/ENTER-sensor langer dan 3 seconden
in werking gezet wordt. Het bevestigen wordt door het knipperende display aangeduid.
Bij de gegevensinvoer wordt een verschil gemaakt tussen twee invoermodi:
•
Numerieke invoer
•
Invoer overeenkomstig een opgegeven tabel
Opmerking
Tijdens de gegevensinvoer wordt de plausibiliteit van de ingevoerde waarden gecontroleerd.
Zo nodig verschijnt een melding die erop attent maakt dat de gegevens niet plausibel zijn.
D184B133U02
C/CE
Wissel tussen bedrijfsmodus en menu.
De STEP-toets is een van twee pijltoetsen. Met STEP kunt u in het menu
↓
STEP
voorwaarts bladeren. Alle gewenste parameters zijn toegankelijk.
De DATA-toets is een van twee pijltoetsen. Met DATA kunt u in het menu
↑
DATA
achterwaarts bladeren. Alle gewenste parameters zijn toegankelijk.
ENTER
De ENTER-functie wordt tot stand gebracht door gelijktijdig op de twee
pijltoetsen STEP en DATA te drukken. Met ENTER kunnen de volgende
functies worden geactiveerd:
•
Programmabeveiliging in- of uitschakelen.
•
De te wijzigen parameter oproepen en de nieuwe, geselecteerde of
ingestelde parameter accepteren.
De ENTER-functie is alleen ca. 10 seconden werkzaam. Geschiedt
binnen dit interval (10 s) geen invoer, dan keert de converter weer terug
naar de oude waarde op het display.
FXE4000 (COPA-XE/MAG-XE)
Parameters instellen
NL - 27