Parameters instellen
7. Detector lege buis
(Menu-item "Detector l. buis"), bij apparaten vanaf nominale wijdte DN10
De meetbuis van de meter moet volledig gevuld zijn. Kies het menu "Detector l. buis" en
druk vervolgens op ENTER. Met de toets STEP de optie "Afstemming detector l. buis"
oproepen en de afstemming met ENTER activeren. Op het display verschijnt een getal.
Deze waarde kunt u met de toets STEP of DATA op de waarde 2000 ± 25 Hz zetten.
Accepteer deze waarde door op ENTER te drukken.
Maak dan de buisleiding leeg. Hierbij met de weergegeven afstemmingswaarde de waarde
overschrijden die in het menu "Schakeldrempel" ingesteld is. Daarna is afstemming van de
leegbuisdetector afgesloten.
Opmerking
Om de parameterinstelling af te sluiten moeten alle gegevens worden opgeslagen. Hiertoe het
menu-item "Gegevens in het ext. EEPROM-geheugen opslaan" oproepen en instellingen met
ENTER opslaan.
5
Parameters instellen
5.1
Gegevensinvoer
De invoer van gegevens geschiedt bij geopende behuizing met behulp van de toetsen (3), bij
gesloten behuizingskap m.b.v. de magneetpen (6) en de magneetsensoren. Om een functie te
activeren de pen op het betreffende NS symbool houden.
Afb. 29
1 Op te steken EEPROM
2 Magneetsensor DATA/ENTER
3 Toetsen voor de bediening
26 - NL
Standaard uitvoering
1
2
6
FXE4000 (COPA-XE/MAG-XE)
5
3
4
4 Magneetsensor STEP
5 Magneetsensor C/CE
6 Magneet
G00148
D184B133U02