BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID VAN 3M
BEHALVE INDIEN BIJ WET VERBODEN, KAN 3M NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD, VOOR DE GEBRUIKER OF VOOR DERDEN, VOOR VERLIES
OF BESCHADIGING, ONGEACHT OF DEZE DIRECTE, INDIRECTE, SPECIALE, ACCIDENTELE OF GEVOLGSCHADE ZIJN, INCLUSIEF, MAAR NIET
BEPERKT TOT, VERLIES VAN WINSTDERVING. Behalve waar bij wet verboden, zal de aansprakelijkheid van 3M, onder welke rechtstheorie
dan ook, nooit meer bedragen dan de aankoopprijs van de platen die naar verluidt defect zijn. Het is mogelijk dat de klant over bijkomende
rechten beschikt, en hij/zij dient in het land van aankoop om raad te vragen.
OPSLAG EN VERWIJDEREN
Sla ongeopende pakjes Petrifilm platen gekoeld of bevroren op bij een temperatuur van 8ºC (46ºF). Laat vlak voor gebruik de ongeopende pakjes
vóór het openen op kamertemperatuur komen. Ongebruikte platen kunnen terug in het pakje. Sluit geopende pakjes door het einde om te vouwen
en met tape af te sluiten. Sla, om blootstelling aan vocht te vermijden, geopende pakjes niet in de koelkast op. Bewaar opnieuw gesloten zakjes
niet langer dan een maand op een koele droge plaats. Het wordt aanbevolen de opnieuw gesloten pakjes Petrifilm platen in een diepvriezer te
bewaren (zie hieronder) als de temperatuur in het laboratorium 25°C (77°F) overschrijdt en/of het laboratorium zich in een omgeving bevindt
waar de relatieve vochtigheid boven 50% uitkomt (uitgezonderd gebouwen met airconditioning).
Om geopende pakjes in een diepvriezer te bewaren, plaats ze in een afsluitbare container. Haal de bevroren Petrifilm platen, indien deze voor
gebruik nodig zijn, uit de container en plaats onmiddellijk de resterende platen terug in de vriezer in de gesloten container. Platen behoren
niet gebruikt te worden na hun expiratiedatum. De diepvriezer die wordt gebruikt voor het bewaren van geopende verpakkingen mag geen
automatische ontdooicyclus hebben, omdat daardoor de platen herhaaldelijk kunnen worden blootgesteld aan vocht en zodoende kunnen
worden beschadigd.
Gebruik geen platen die sporen van oranje of bruine verkleuring vertonen. Houdbaarheidsdatum en partijnummer staan vermeld op iedere
verpakking Petrifilm platen. Het partijnummer staat ook vermeld op iedere plaat.
Na gebruik kunnen Petrifilm RCC platen micro-organismen bevatten die een bio-gevaar kunnen zijn. Volg de geldende voorschriften voor
de afvalverwerking.
GEBRUIKSAANWIJZING
Voorbereiding monster
1.
Gebruik de geschikte steriele verdunningsvloeistoffen:
Butterfield fosfaatbuffer
1, 3
of gedistilleerd water.
Gebruik bij de Petrifilm platen geen verdunningsmiddelen die citraat, bisulfiet of thiosulfaat bevatten; ze kunnen de groei
onderdrukken. Als citraatbuffer wordt aanbevolen in de standaard procedure, vervang deze dan door één van de bovenstaande buffers,
verwarmd tot 40-45°C (104-113ºF).
2.
Meng of homogeniseer het monster.
3.
Breng voor optimale bacteriegroei de pH van de monstersuspensie op 6,5 - 7,5. Breng zure producten op juiste pH met 1N NaOH.
Basische producten moeten op pH gebracht worden met 1N HCl.
Op platen aanbrengen
1.
Plaats de Petrifilm RCC plaat op een vlakke ondergrond (zie figuur a).
2.
Licht de bovenste film op en breng met de pipet loodrecht 1 mL monstersuspensie in het midden van de onderste film aan (zie figuur b).
3.
Rol de bovenste film naar beneden op het monster om te voorkomen dat er luchtbellen vastraken (zie figuur c).
4.
Plaats de plastic spreider met de platte kant omlaag op het midden van de plaat (zie figuur d). Verdeel het monster gelijkmatig d.m.v. zachte,
neerwaartse druk op het midden van de spreider. Verspreid het inoculum over het gehele Petrifilm groeioppervlak voordat zich gel heeft
gevormd. De spreider niet over de film laten glijden.
5.
Neem de spreider weg en laat de plaat minstens één minuut ongestoord liggen om de gel te laten stollen.
Incubatie
1.
Incubeer platen horizontaal, met de doorzichtige kant naar boven in stapels van maximaal 20 platen. Verscheidene incubatietijden en
-temperaturen kunnen gebruikt worden afhankelijk van de geldende plaatselijke referentiemethoden, waarvan sommige worden vermeld
in het gedeelte Specifieke instructies voor gevalideerde methoden. **Zie AFNOR uitzondering op de incubatietemperatuur voor verwerkt
varkensvlees.
2.
Onderzoek de platen op elk gewenst moment op groei van coliformen tijdens een incubatie-interval van 24 ± 2 u, afhankelijk van de
gewenste informatie en de gebruikte methode (zie hieronder*). Aangezien de groei van coliformen door temperatuur wordt beïnvloed,
moet de buiten de incubator doorgebrachte tijd tot een minimum worden beperkt om verlenging van de detectietijd te voorkomen.
, 0,1% peptonwater
, peptonzout verdunningsmiddel
3
, zoutoplossing (0,85-0,90%), bisulfiet-vrije letheenbouillon,
2, 3
2