nl - Vertaling van origineel
Nummer
Onderdeel
13
Converter
14
Stroompaneel
van de conver-
ter
15
Voedingspaneel
met hooggevoe-
lige differentieel-
schakelaar (30
mA). Zie
citeitseisen
pagina 142.
16
Opslagtank
17
Vlotterschake-
laar
18
Filter voor mo-
torkabel voor
lengtes van
meer dan 30
meter.
4.3.3 Componenten voor correcte
installaties met ondergedompelde
elektrische pompen
Zie
Afbeelding 26
op pagina 267,
pagina 268,
Afbeelding 28
ding 29
op pagina 270.
Nummer
Onderdeel
1
Elektrische
pomp
2
Kabelklem
3
Stroomkabel
van de motor
4
Peilsondes om
drooglopen te
voorkomen (of
ander niveau-
controlesensor)
5
Montagebeugel
6
Terugslagklep
7
Drukmeter
8
Druksensor
9
Afsluiter
10
Membraantank,
minimaal 8 liter
11
QCL5 stuur-
kaart voor peil-
sondes
12
Filter voor mo-
torkabel voor
lengtes van
meer dan 30
meter.
144
In het pakket
inbegrepen
√
Elektri-
op
Afbeelding 27
op
op pagina 269 en
Afbeel-
In het pakket
inbegrepen
√
√
√
√
Nummer
Onderdeel
13
Converter
14
Stroompaneel
van de conver-
ter
15
Afvoerleiding
16
Ontluchtings-
ventiel
17
PTC of PT1000
(Alleen verkrijg-
baar met be-
paalde model-
len van de on-
dergedompelde
motor)
18
Voedingspaneel
met hooggevoe-
lige differentieel-
schakelaar (30
mA). Zie
citeitseisen
pagina 142.
19
Snelkoppeling
(aanwezig om
de converter op
de pomp te be-
vestigen)
De volgende opmerkingen en aanbevelingen verwij-
zen naar
Afbeelding 26
op pagina 267,
27
op pagina 268,
Afbeelding 28
Afbeelding 29
op pagina 270.
A. Afstand tussen de de klemmen waarmee de val-
kabel aan de afvoerleiding is bevestigd.
B. Afstand vanaf de bodem van de put naar de elek-
trische pomp.
Aanbevelingen:
• Terugslagklep op 10 m afstand van de persflens,
plus een extra terugslagklep op elke 30-50 m lei-
ding.
• Maak de kabel op elke 2 tot 3 meter van de lei-
ding vast.
• Zorg dat de pomp op een veilige afstand van de
bodem van de put geïnstalleerd is.
• Zorg dat er een minimale afstand van 3 mm is
tussen de diameter van de pomp en de binnendi-
ameter van de put.
• Zorg tijdens het pompen dat de circulatiesnelheid
van het water rondom de motor minstens 8
cm/sec is.
• Zorg dat het minimale dynamische waterpeil in
de put zich minstens 1 m boven de persflens van
de pomp bevindt.
4.4 Elektrische installatie
Voorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING:
• Zorg dat alle aansluitingen worden
uitgevoerd door gekwalificeerde tech-
In het pakket
inbegrepen
√
Elektri-
op
√
Afbeelding
op pagina 269, en