f Jumpers (met uitzondering van de jumper op de klem-
men N) er met behulp van een platte schroevendraaier
uitwrikken.
f Een jumper tussen de klemmen L1 en L2 steken.
f Controleren, of de jumper vlak is geplaatst en zich niet
zonder hulpmiddelen laat uitwrikken.
Plaatsing van de jumpers bij eenfasig bedrijf:
L1
L2
L3 N
Afb. 18: Plaatsing van de jumpers bij eenfasig bedrijf
Voor eenfasig bedrijf zijn slechts twee jumpers
nodig.
Plaatsing van de jumpers bij driefasig bedrijf (uitleverings-
toestand):
L1
L2
L3 N
Afb. 19: Plaatsing van de jumpers bij driefasig bedrijf (uitle-
veringstoestand)
18
Webinterface
Om het apparaat eenfasig te gebruiken, is het noodzake-
lijk, twee parameters in de master-webinterface en in de
slave-webinterface om te zetten.
Î "6 Inbedrijfstelling"
In het menu "Operator" zijn de volgende parameters ver-
eist voor eenfasig, resp. driefasig bedrijf.
Eenfasig bedrijf:
PE
Parameter
Phases con-
nected to the
ChargePoint
Phase rotation of
the ChargePoint
Driefasig bedrijf:
Parameter
Phases con-
nected to the
ChargePoint
PE
Phase rotation of
the ChargePoint
Instelling
Instelling
master-
webinterface
webinterface
Single-phase system
RST (L1/L2/L3, Standard Reference
Phasing)
Instelling
Instelling
master-
webinterface
webinterface
Three-phase system
RST (L1/L2/
STR (L2/L3/ L1,
L3, Standard
Standard 120
Reference
degree rotation)
Phasing)
slave-
slave-