De status van een neurostimulator bekijken
Het scherm Patient Device (apparaat van patiënt) voor een
neurostimulator die al opgesteld en geprogrammeerd is, bevat de
1
volgende informatie over de status van het apparaat:
2
Device information (informatie over apparaat) ( 1 ):
In dit gedeelte wordt basisinformatie gegeven over de stimulator,
waaronder de ID van de patiënt, de ID van de afstandsbediening
en de startdatum van de implantatie. Ook wordt er een schatting
gegeven van hoe vaak de neurostimulator moet worden opgeladen
bij de huidige stimulatie‐instellingen. Bij 'Est. Recharge Interval'
(geschat oplaadinterval) geeft de CP de te verwachten oplaad‐
frequentie van de batterij wanneer stimulatie wordt geleverd met
de geprogrammeerde amplitude (ofwel 'base' (basisamplitude))
en wanneer stimulatie wordt geleverd met de maximale amplitude
(ofwel 'max' (maximale amplitude)). Deze informatie moet aan
de patiënt worden verstrekt wanneer het apparaat van die patiënt
wordt geprogrammeerd.
NB: Als een patiënt meldt dat de batterij van de neurostimulator < 50% van
het weergegeven 'Est. Recharge Interval' (geschatte oplaadinterval) meegaat,
is de gebruiksduur van de neurostimulator mogelijk overschreden en moet
de neurostimulator mogelijk worden vervangen.
NB: Wanneer een neurostimulator al 15 jaar geïmplanteerd is, moet worden
overwogen deze te vervangen.
Lead impedances (leadimpedanties) ( 2 ):
Rechts van elke elektrode wordt een pictogram weergegeven dat
de impedantiestatus van elke elektrode toont. Zie de paragraaf
Inzicht in impedantiewaarden in de handleiding voor nadere
informatie over de kwalitatieve impedantie‐indicatoren.
De CP controleert de impedantie automatisch wanneer hij de
verbinding met de stimulator tot stand brengt. Om de impedantie
nogmaals te controleren, drukt u op de impedantieknop:
.
Zie voor nadere informatie over leadimpedanties De aansluiting
op de lead controleren in de paragraaf Een nieuwe stimulator
opstellen in de handleiding.
489
110-0085 rev E.indd 489
5/7/2020 11:59:28 AM