CONTROLE VAN DE STROOM-
OPWAARTSE
DRUK / zie Detectie toevoerdruk gas.
CONTROLE VAN DE DRUK VAN
DE INJECTOR
Indien de gemeten druk 20% la-
ger is dan de toevoerdruk moet
de installatie onderbroken worden en
moet men contact opnemen met de
assistentiedienst
Indien de gemeten druk hoger
is dan de toevoerdruk, moet
de installatie onderbroken worden
en moet men contact opnemen met
de bevoegde assistentiedienst
VERVANGING VAN DE INJECTOR
VAN DE PILOOTBRANDER - ZIE
PAR. ILLUSTRATIES - REF. h)
1. De afsluitkraan stroomopwaarts
van de apparatuur sluiten.
2. Demonteer de ontsteking desgeval-
lend om die tijdens de vervanging van
de injector niet te beschadigen (Afb.
2).
3. Schroef de moer los en demonteer
de pilootinjector (de injector is op het
biconische deel vastgemaakt - Afb. 2).
4. Vervang de pilootinjector (Afb. 1)
door de injector die overeenstemt met
die van het gekozen gas (zie Referen-
tietabel).
5. Schroef de moer met de nieuwe in-
jector aan (Afb. 2).
DEZE HANDLEIDING IS EIGENDOM VAN DE FABRIKANT EN ELKE, OOK GEDEELTELIJKE, REPRODUCTIE IS VERBODEN.
DYNAMISCHE
- 18 -
WIJZIGING TYPE GAS
6. Monteer de ontsteking opnieuw
(Afb. 2).
7. Zet de pilootbrander aan om te contro-
leren of er geen gas lekt.
Controleer de dichting van het
gas met speciale instrumen-
ten
VERVANGING VAN DE INJECTOR
VAN DE BRANDER - ZIE PAR. ILL.
- REF. i)
1. De afsluitkraan stroomopwaarts
van de apparatuur sluiten. / 2. Schroef
de injector uit zijn zitting (Afb. 3). / 3.
Vervang de injector door de injector
die overeenstemt met het gas / zie
Referentietabel. / 4. De injector goed
op zijn plaats vastschroeven.
Controleer de dichting van het
gas met speciale instrumenten
AFSTELLING VAN DE HOOFD-
BRANDER - ZIE PAR. ILL - REF. i) /
Voor de afstelling van de primaire lucht:
1. Draai de blokkeerschroef los (Afb.
1).
2. Waar voorzien moet u de afstand
(X) mm instellen van de bus die met
het gekozen gas overeenstemt (zie
Referentietab. Gas).
Blokkeer de bus met de
schroef en breng een verze-
geling erop aan zodat u ge-
knoei kan detecteren
6.