Afstelling gevoeligheid van de ingreep van de detectie hindernissen tijdens de
deceleratie
Wanneer er tijdens de deceleratie in opening of sluiting een hindernis gedetecteerd wordt, keert de poort
onmiddellijk om
OPMERKING: De maximum waarde is begrensd tot
voor langzame motoren met 6 polen (
).
van 1% tot 99%.
= minimale gevoeligheid ...
= maximale gevoeligheid.
Instelling van het aantal pogingen van automatische hersluiting na ingreep van
contactlijst of detectie obstakels (antiverplettering)
Geen poging van automatische hersluiting.
Van 1 tot 3 pogingen van automatische hersluiting.
De automatische hersluiting gebeurt enkel als de poort helemaal is gesloten.
Er wordt aanbevolen om een waarde in te stellen die kleiner of gelijk aan de parameter
is.
Instelling bedrijfsmodus fotocel FT1 bij opening
GEDEACTIVEERD. De fotocel is niet actief of is niet geïnstalleerd.
STOP. De poort stopt de beweging en blijft gestopt tot de volgende bediening wordt gegeven.
ONMIDDELLIJKE OMKERING. Als de fotocel wordt geactiveerd gedurende het manoeuvre van de ope-
ning wordt de bewegingsrichting van de poort onmiddellijk omgekeerd.
TIJDELIJKE STOP. De poort stopt de beweging zolang de fotocel is verduisterd. Wanneer de fotocel
wordt bevrijd, wordt de poort verder geopend.
UITGESTELDE OMKERING. Wanneer de fotocel wordt verduisterd, wordt de beweging van de poort
gestopt. Wanneer de fotocel wordt bevrijd, wordt de poort gesloten.
Instelling bedrijfsmodus fotocel FT1 bij sluiting
GEDEACTIVEERD. De fotocel is niet actief of is niet geïnstalleerd.
STOP. De poort stopt de beweging en blijft gestopt tot de volgende bediening wordt gegeven.
ONMIDDELLIJKE OMKERING. Als de fotocel wordt geactiveerd gedurende het manoeuvre van de
sluiting wordt de bewegingsrichting van de poort onmiddellijk omgekeerd.
TIJDELIJKE STOP. De poort stopt de beweging zolang de fotocel is verduisterd. Wanneer de fotocel
wordt bevrijd, wordt de poort verder gesloten.
UITGESTELDE OMKERING. Wanneer de fotocel wordt verduisterd, wordt de beweging van de poort
gestopt. Wanneer de fotocel wordt bevrijd, wordt de poort geopend.
Bedrijfsmodus fotocel FT1 bij gesloten poort
Wanneer de fotocel is verduisterd, kan de poort niet geopend worden.
De poort wordt geopend wanneer een bediening van opening wordt ontvangen ook al is de fotocel
verduisterd.
De verduisterde fotocel zendt de bediening van opening van de poort.
Instelling bedrijfsmodus fotocel FT2 bij opening
GEDEACTIVEERD. De fotocel is niet actief of is niet geïnstalleerd.
STOP. De poort stopt de beweging en blijft gestopt tot de volgende bediening wordt gegeven.
ONMIDDELLIJKE OMKERING. Als de fotocel wordt geactiveerd gedurende het manoeuvre van de ope-
ning wordt de bewegingsrichting van de poort onmiddellijk omgekeerd.
TIJDELIJKE STOP. De poort stopt de beweging zolang de fotocel is verduisterd. Wanneer de fotocel
wordt bevrijd, wordt de poort verder geopend.
UITGESTELDE OMKERING. Wanneer de fotocel wordt verduisterd, wordt de beweging van de poort
gestopt. Wanneer de fotocel wordt bevrijd, wordt de poort gesloten.
Instelling bedrijfsmodus fotocel FT2 bij sluiting
GEDEACTIVEERD. De fotocel is niet actief of is niet geïnstalleerd.
229