19
Test
De installateur moet de impactkrachten meten en moet op de bedieningsregeleenheid de
waarden van de snelheid en het koppel selecteren die aan de gemotoriseerde deur of poort
toestaan dat de beperkingen worden gerespecteerd die zijn aangeduid in de normen EN 12453
en EN 12445.
Controleer dat de aanwijzingen worden gerespecteerd die zijn aangeduid in Hoofdstuk 1
"ALGEMENE WAARSCHUWINGEN.
• Schakel de voeding in.
• Controleer dat alle aangesloten bedieningen correct werken.
• Controleer de slag en de vertragingen.
• Controleer of de impactkrachten worden gerespecteerd aldus de normenstelsels EN 12453
en EN 12445.
• Controleer dat de veiligheden correct ingrijpen.
• Schakel de netvoeding uit en opnieuw in.
• Controleer, met de poort gestopt in de tussenpositie, of de fase van de recuperatie van de
positie correct wordt voltooid zowel bij de opening als bij de sluiting.
• Controleer de afstelling van de eindschakelaars (indien geïnstalleerd).
• Controleer de correcte werking van het deblokkeersysteem.
20
Inbedrijfstelling
De installateur is verplicht om het technische dossier van de installatie op te stellen en het minstens 10 jaar te bewaren,
dat het bedradingsschema, de tekening en de foto's van de installatie, de risicoanalyse en de aangenomen oplossingen,
de verklaring van overeenstemming van de fabrikant van alle aangesloten apparaten, de handleiding van elk apparaat
en/of accessoire en het onderhoudsplan van de installatie bevat.
Bevestig een plaat op de gemotoriseerde poort of deur die de gegevens van de automatisering, de naam van de persoon
die verantwoordelijk is voor de inbedrijfstelling, het serienummer, het bouwjaar en de CE-markering bevat.
Bevestig een plaat en/of label met de aanduidingen van de bewerkingen om het systeem handmatig te ontgrendelen.
Realiseer en overhandig aan de eindgebruiker de verklaring van overeenstemming, de instructies en de waarschuwingen
voor het gebruik en het onderhoud. Controleer dat de eindgebruiker de correcte automatische, handmatige en
noodwerking van de installatie heeft begrepen.
Informeer de eindgebruiker over de gevaren en risico's die aanwezig kunnen zijn.
21
Onderhoud
Voer het geprogrammeerde onderhoud elke zes maanden uit.
Controleer de status van reiniging en de werking.
Indien vuil, vochtigheid, insecten of ander aanwezig is, moet de voeding uitgeschakeld worden en moeten de kaart en
de box gereinigd worden.
Voer opnieuw de testprocedure uit.
Indien de printplaat sporen roest bevat, moet de vervanging ervan beoordeeld worden
22
Inzameling
dat de geschikte procedures voor de correcte verwijdering van het product volgt. Dit
product bestaat uit verschillende materiaalsoorten, waarvan bepaalde kunnen
gerecycled worden en andere moeten ingezameld worden via de recycle- en
inzamelsystemen die worden voorzien door de plaatselijke reglementeringen voor
deze productcategorie.
Het is verboden om dit product weg te gooien bij het huishoudafval. Voer de "gescheiden
inzameling" in volgens de methodes die worden voorzien door de plaatselijke reglementeringen;
of overhandig het product opnieuw aan de verkoper wanneer een nieuw gelijkwaardig product
wordt aangeschaft. De plaatselijke reglementeringen kunnen zware straffen voorzien indien dit
product illegaal wordt gedumpt. Opgelet! Sommige delen van dit product kunnen vervuilende
of gevaarlijke stoffen bevatten, die schadelijke effecten voor het milieu en de menselijke
gezondheid kunnen hebben indien niet correct ingezameld.
237