Controleschema
VIII
Foutlusimpedantie (TN-systeem)
of aardingsweerstand (IT-systeem)
bevredigend.
IX
Automatische elektrische veiligheids-
inrichtingen juist ingesteld (auto-
matisch terugzetten niet mogelijk).
X
Speciale gebruiksomstandigheden
zijn in acht genomen (motorveilig-
heidsschakelaar).
XI
Alle kabels en leidingen die niet ge-
bruikt worden zijn juist aangesloten.
XII
Installatie met veranderbare span-
ning is in overeenstemming met de
documentatie.
XIII
Elektrische isolatie schoon/droog.
2. Ex-beveiligd deksel van de aansluitdoos aan-
brengen. Erop letten dat er geen vuildeeltjes in
de aansluitdoos zitten en de afdichting van het
deksel van de aansluitdoos rondom goed op de
aansluitdoos ligt. Aanhaalmomenten van 1,4 Nm
in acht nemen. Controleren of de aansluitdoos
dicht is.
18 In gebruik nemen
Controles vóór het in gebruik nemen
1. De volgende controles uitvoeren: D = gedetail-
leerde controle, N = controle van dichtbij,
S = visuele controle
Controleschema
I Geen beschadiging of niet-toege-
stane wijzigingen aan het apparaat.
II Toestand van de afdichting van de
aansluitdoos bevredigend. Erop let-
ten dat de aansluitingen dicht zijn.
III Geen aanwijzing voor het binnen-
dringen van water of stof in het
huis in overeenstemming met de
IP-bepaling.
IV Gekapselde onderdelen onbescha-
digd.
V Waaier met voldoende afstand ten
opzichte van het huis (luchtspleet),
zie hoofdstuk 15.
VI Luchtstroom niet belemmerd.
Geen vreemde voorwerpen in de
luchtweg.
VII Afdichting van schachten, kabels,
buizen en/of "conduits" bevredi-
gend.
VIII Conduitsysteem en overgang naar
gemengd systeem onbeschadigd.
IX Apparaat is voldoende tegen
corrosie, weer, trilling en andere
storende factoren beveiligd.
X Geen overmatige stof- of vuilop-
hopingen.
Controle reglementaire werkwijze
1. Apparaat inschakelen en de volgende controles
conform controleschema uitvoeren:
Controleschema
I Draairichting of transportrichting
II Voor correcte stroomopname
zorgen. De nominale stroom
( typeplaatje) kan door plaatselij-
ke omstandigheden (buistraject,
hoogte boven de zeespiegel, tem-
peraturen) hoger of lager worden.
III De thermische veiligheid wordt door
het motorveiligheidsschakelaar-
systeem veiliggesteld.
D
N
S
Instelling motorveiligheidsschakelaar
●
1. Motorveiligheidsschakelaar op 0,32 A instellen.
De motor moet bij een aanspreekstroomverhouding
I
/I
= 1,5 binnen de tijd t
●
A
N
schakeld worden.
19 Reiniging, onderhoud
●
Terugkerende controles (reinigings- en onder-
houdstermijnen) voor ventilatiesystemen moe-
ten conform BetrSichV 2015 minimaal jaarlijks
●
worden uitgevoerd. Reiniging en onderhoud
uitsluitend door erkend elektricien voor explo-
●
●
siebeveiling toegestaan.
De termijnen moeten conform EN 60079-17 door de
exploitant worden vastgelegd en kunnen door een
●
toereikend onderhoudsconcept verlengd worden –
frequentie afhankelijk van de omgevingscondities
en verwachte belemmeringen. Bij stof en corrosieve
omgeving de onderhoudstermijnen verkorten.
GEVAAR
!
Gevaar door elektrische schok. Vóór de toegang
tot aansluitklemmen alle voedingsstroomkringen
vrijschakelen, tegen opnieuw inschakelen beveili-
gen, spanningsloze toestand constateren, aarden
en de AARDE met kort te sluiten actieve onderde-
len verbinden en naburige, onder spanning staan-
de onderdelen afdekken of afsluiten. Breng een
waarschuwingsbord zichtbaar aan. Zorg ervoor
dat er geen explosieve omgeving aanwezig is.
VOORZICHTIG
!
D
N
S
●
●
●
Hete motoroppervlakken kunnen tot huidver-
brandingen leiden als u deze aanraakt.
●
Raak geen hete motoroppervlakken aan. Voor
reinigings- en onderhoudswerkzaamheden afwach-
ten, tot de motor afgekoeld is.
●
VOORZICHTIG
!
Gevaar voor verwondingen bij ontbrekende
afscherming tegen insteken/aanraken (veilig-
●
heidsrooster) aan vrije luchtin-/uitlaat. Gebruik
uitsluitend met afscherming aan beide kanten
●
toegestaan.
Beschadiging van het apparaat
LET OP:
●
●
●
Apparaten met al vooraf geïnstalleerde
leidingtoevoer naar de aansluitdoos kunnen
●
●
●
beschadigd raken als er aan de aansluitleiding
getrokken wordt of het apparaat aan de leiding
wordt opgetild. Niet aan aansluitleidingen trek-
●
ken of het apparaat aan de leiding optillen.
●
●
●
Reiniging door erkend elektricien voor explosie-
beveiling
Ventilator regelmatig, met passende tussenpozen
●
●
●
met een vochtige doek reinigen, met name na een
langere periode van stilstand.
Ventilator met kortere tussenpozen reinigen als
er te verwachten valt, dat er zich op de waaier
en andere onderdelen van de ventilator stoflagen
afzetten.
Onderhoud door erkend elektricien voor explo-
D
N
S
siebeveiling
●
De ventilator moet regelmatig worden gecontroleerd
●
en onderhouden. Met name moet voor het volgende
worden gezorgd:
● de ongehinderde stroming in het luchtkanaal.
● de effectiviteit van het veiligheidsrooster.
● het in acht nemen van de toegestane tempera-
turen.
●
● het rustig lopen van de lagers. levensduur van de
lagers 40000 uur, afhankelijk van de toepassing.
● het vastzitten van de leidingen in de aansluit-
● een mogelijke beschadiging van aansluitdoos,
= 300 seconden uitge-
E
● het vast leggen van de leidingen.
Bij regelmatige veiligheidscontroles (onderhoudster-
mijn) een complete controle conform de controle-
schema's in hoofdstuk 16, 17 en 18 verrichten.
Daarbij de werking van veiligheidsonderdelen,
luchtspleet, stroomopname, lagergeluiden, bescha-
digingen en buitensporige trillingen (bijv. onbalans
van de waaier) controleren. Vervuilingen en vreem-
de deeltjes verwijderen.
Reparaties
Bij verslijting/slijtage van componenten van het
apparaat de ventilator naar onze fabriek opsturen.
Vervanging van componenten van het apparaat of
reparaties zijn uitsluitend in onze fabriek toegestaan.
20 Verhelpen van storingen
Hoofdstuk 11, Gedrag bij een storing.
21 Demontage, milieuvriendelijke
afvalverwijdering
Gevaar door elektrische schok. Vóór de toegang
tot aansluitklemmen alle voedingsstroomkringen
vrijschakelen, tegen opnieuw inschakelen beveili-
gen, spanningsloze toestand constateren, aarden
en de AARDE met kort te sluiten actieve onderde-
len verbinden en naburige, onder spanning staan-
de onderdelen afdekken of afsluiten. Breng een
waarschuwingsbord zichtbaar aan. Zorg ervoor
dat er geen explosieve omgeving aanwezig is.
● Demontage uitsluitend door in ex-beveiliging
● Afgedankte apparaten aan het einde van hun
Impressum:
© Maico Elektroapparate-Fabrik GmbH. Vertaling van
de Duitse originele montage- en gebruiksaanwijzing.
Drukfouten, vergissingen en technische wijzigingen
voorbehouden. De in dit document vermelde merken,
handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken heb-
ben betrekking op hun eigenaren of hun producten.
doos.
kabelschroefverbindingen, afsluitdoppen en
leidingen.
GEVAAR
!
opgeleide en bevoegde erkende elektriciens
toegestaan.
gebruikscyclus milieuvriendelijk conform de
plaatselijke bepalingen afvoeren.
NL
65