Descargar Imprimir esta página

GRAPHITE 58G043 Manual De Instrucciones página 107

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 93
WERKEN MET EEN KETTINGZAAG
AANDACHT! De kettingzaag mag nooit gebruikt worden wanneer
het regent of in een vochtige omgeving.
WAARSCHUWING! Alle onderdelen moeten juist gemonteerd
worden en voldoen aan vereisten die een correct gebruik van de
zaag verzekeren. Gelijk welk beschadigd beschermingselement of
een onderdeel moet onmiddellijk hersteld of vervangen worden.
• Voor het aanvatten van het geplande werk moet er kennis genomen
worden van het punt dat de regels van veilig werken met de
kettingzaag bevat. Het verdient aanbeveling zich de vaardigheden
eerst eigen te maken door overbodige stukken hout door te zagen. Dat
maakt het mogelijk van dichtbij kennis te maken met de
mogelijkheden van de zaag.
• De veiligheidsvoorschriften moeten altijd nageleefd worden.
• De kettingzaak mag alleen gebruikt worden voor het doorzagen van
hout. Het is verboden er andere materialen mee door te zagen.
• De intensiteit van de trillingen en het verschijnsel van de terugslag
verschilt naargelang het doorzagen van verschillende soorten bomen.
• De kettingzaag mag niet gebruikt worden als hefboom voor het
opheffen, verschuiven of scheiden van voorwerpen.
• Schakel wanneer de ketting klem komt te zitten de motor uit en sla
in het hout een plastic of houten spie om de zaag los te maken
(tekening M). Zet het toestel opnieuw aan en begin nog een keer
voorzichtig met zagen.
• Hij mag niet bevestigd worden aan vaste stations.
• Het is verboden om aan haar aandrijving andere toestellen te
koppelen, die niet door de producent van de zaag vermeld zijn.
• Tijdens het zagen moet er geen grote druk uitgeoefend worden op
de zaag. Er moet slecht een lichte druk op uitgeoefend worden.
AANDACHT! Indien tijdens het zagen de zaag geklemd raakt in een
zaagsnede mag hij er niet met kracht uitgetrokken worden. Daarbij
loopt men gevaar de controle over de zaag te verliezen en de
bediener te verwonden en/of de zaag te beschadigen.
PRAKTISCHE AANWIJZINGEN
Terugslag
AANDACHT! Erdient vermeden te worden te zagen met het uiteinde
van de zaaggids omdat dat kan zorgen voor een krachtige
terugslag van de zaag, achteruit, naar boven. Met een terugslag
wordt een naar boven en/of achteruit gerichte beweging van de
zaaggids van de ketting van de kettingzaag bedoeld, die kan
plaatsvinden wanneer de ketting van de zaag met een fragment
dat zich aan het uiteinde van de zaaggids bevindt, op een hindernis
stuit (tekening N).
Bij het werken met de kettingzaag moet altijd gebruik gemaakt
worden van een complete veilige uitrusting en van passende
werkkledij.
• Zorg ervoor dat het doorgezaagde materiaal zeker vastligt.
• Gebruik klemmen om het materiaal vast te leggen.
• Tijdens het opstarten en tijdens het werk moet de zaag met beiden
handen vastgehouden worden.
• Bij een terugslag gedraagt de zaag zich op een onvoorspelbare
manier, de ketting wordt losser.
• Een ketting die fout geslepen is vergroot het risico op een terugslag.
• Er mag nooit gezaagd worden boven schouderhoogte.
AANDACHT! Wanneer de ketting klem komt te zitten, kan bij het
zagen met de bovenzijde van de ketting een zogenaamde
terugslag plaatsvinden in de richting van de bediener. Daarom
moet daar waar mogelijk gestreefd worden naar het zagen met het
onderste deel van de ketting, omdat dan bij het klem zitten van de
ketting het terugslageffect zich van het lichaam van de bediener
verwijdert, in de richting van het gezaagde hout.
HET ZAGEN VAN STUKKEN HOUT
Bij het zagen van stukken houten dienen de aanwijzingen op het gebied
van werkveiligheid gevolgd te worden en dient er op de volgende
manier gehandeld te worden:
• Zorg er voor dat het stuk materiaal niet kan verschuiven.
• Korte stukken materiaal moeten voor het begin van het zagen
vastgelegd worden met behulp van klemmen.
• Er mogen alleen hout of materialen die van hout afkomstig zijn
gezaagd worden.
• Zorg er vóór het zagen voor dat de zaag niet in aanraking komt met
stenen of spijkers, want die zouden de zaag kunnen losrukken en de
ketting van de zaag beschadigen.
• Vermijd toestanden waarin een werkende zaag in aanraking zou
kunnen komen met een uit draad bestaande afsluiting of met aarde.
• Ondersteun, voor zover mogelijk, bij het afzagen van takken de zaag
en zaag niet met het uiteinde van de zaaggids van de ketting van zaag.
• Let op obstakels zoals uitstekende stronken, wortels, kuilen of gaten
in de grond, want die kunnen de oorzaak zijn van valpartijen.
HET ZAGEN VAN DE STAM VAN BOMEN
• Het stootpunt tegen het materiaal aantrekken (10) en de snede
uitvoeren (tekening O).
• Indien het niet lukt om het doorzagen te beëindigen ondanks het
opgebruiken van de verschuivingsmogelijkheden van de zaag, dan
dient men:
- de zaaggids achteruit te halen tot op een zekere afstand van het
doorgezaagde materiaal (terwijl de snijketting draait), de handgreep
iets te verschuiven (7) en het stootpunt te ondersteunen (10).
- het doorzagen afronden door de handgreep iets op te heffen (7).
HET DOORZAGEN VAN EEN STAM DIE OP DE GROND LIGT
WAARSCHUWING!
• Men moet met de voeten altijd een vaste grip op de grond
hebben. Het is verboden op een stam te staan.
• Hou er rekening mee dat een gevelde stam kan draaien.
• Volg de aanwijzingen van de instructie op het gebied van veilig
werk, om een terugslag van de zaag te voorkomen.
• Het zagen dient altijd beëindigd te worden aan de kant van de
trekspanning om te vermijden dat de zaag in de zaagsnede klem
komt te zitten.
• Controleer voor het begin van het werk de richting van
spanningsactiviteit in de door te zagen stam, om het klem zitten van
de ketting van de zaag te voorkomen.
• De eerste snee dient gemaakt te worden aan de kant die onderhevig
is aan trekspanning, om ze te verwijderen (tekening P).
• Bij het doorzagen van een stam die op de grond ligt moet er eerste
een snee gemaakt worden tot een diepte die gelijk is aan 1/3 van zijn
doorsnede, vervolgens moet de stam omgedraaid worden om het
doorzagen te beëindigen aan de andere kant.
• Bij het doorzagen van een stam die op de grond ligt mag de
snijketting niet in de grond duiken die zich onder de stam bevindt.
Onachtzaamheid kan de ketting onmiddellijk beschadigen.
• Bij het doorzagen van een stam die op een helling ligt moet de
bediener zich altijd op de helling boven de stam bevinden.
HET DOORZAGEN VAN EEN STAM DIE BOVEN DE GROND LIGT
• Bij stammen die ondersteund worden of zijn op stabiele schragen
geplaatst zijn dient de inkeping afhankelijk van de plaats van het
doorzagen altijd te gebeuren op één derde van de dikte van de stam
aan de kant waar de trekspanning voorkomt en het beëindigen van
het zagen aan de tegenoverliggende kant (tekening R).
SNOEIEN/KNIPPEN VAN BOOMTAKKEN EN STRUIKEN
• Het knippen van takken van een gevelde boom dient te beginnen
aan de basis van de gevelde boom en verdergezet te worden in de
106

Publicidad

loading