10
GEBRUIKSHANDLEIDING (te overhandigen aan de eindgebruiker)
Alvorens de automatisering voor het eerst te gebruiken, dient u zich door de installateur te laten informeren over de restrisico's en deze
handleiding te lezen. Bewaar deze handleiding voor toekomstige raadpleging en overhandig haar aan een eventuele volgende eigenaar van
de automatisering.
LET OP! – Uw automatisering is een machine die trouw uw opdrachten uitvoert; onverantwoord en oneigenlijk gebruik kan haar
gevaarlijk maken:
Laat de automatisering niet bewegen als er zich personen, dieren of voorwerpen binnen het bewegingsbereik bevinden.
Het is ten strengste verboden om onderdelen van de automatisering aan te raken terwijl de poort in beweging is!
– De fotocellen zijn geen veiligheidsinrichting, maar slechts een hulpmiddel voor de veiligheid. Ze zijn met zeer betrouwbare
technologie vervaardigd, maar kunnen in extreme situaties defecten vertonen en zelfs kapotgaan. In sommige gevallen is het
defect niet direct zicht- of merkbaar. Daarom is het belangrijk om tijdens het gebruik van de automatisering de volgende zaken
in acht te nemen:
- doorgang is alleen toegestaan als de poort volledig geopend is en stilstaat
- het is ten strengste verboden om door de poort te passeren terwijl ze aan het sluiten is!
- controleer regelmatig of de fotocellen en veiligheidssystemen nog goed werken.
1 - Kinderen: een geautomatiseerde installatie biedt een hoge graad
van veiligheid, doordat haar detectiesystemen ervoor zorgen dat ze
niet kan bewegen bij aanwezigheid van personen of zaken, en ze een
activering garandeert die altijd te voorzien en veilig is. Het is in ieder
geval verstandig om kinderen te verbieden in de buurt van de auto-
matisering te spelen en de afstandsbedieningen buiten hun bereik te
houden om te voorkomen dat ze per ongeluk in werking wordt gezet.
Dit is geen speelgoed!
2 - Het product is niet geschikt om gebruikt te worden door personen
(kinderen inbegrepen) met fysieke, zintuiglijke of mentale beperkingen
of die onvoldoende kennis en/of ervaring hebben, tenzij deze onder
toezicht of met instructies van een persoon die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid het product kunnen gebruiken.
3 - Storingen: Zodra u merkt dat de automatisering niet werkt zoals
ze zou moeten, dient u de stroomtoevoer naar de installatie te onder-
breken en haar handmatig te ontgrendelen. Probeer niet zelf reparaties
uit te voeren, maar wend u tot uw installateur: in de tussentijd kan
de installatie werken als een niet-geautomatiseerde toegangsopening,
nadat de motor ontgrendeld is, zoals verderop zal worden beschre-
ven. In geval van defecten of stroomuitval kan, in afwachting van
uw installateur of het terugkeren van de stroom, de automatisering
op dezelfde wijze (als niet-geautomatiseerde toegangsopening) wor-
den gebruikt. Hiervoor dient u de motor handmatig te ontgrendelen
(raadpleeg de instructiehandleiding van de motor) en beweeg de poort
handmatig naar wens.
4 - Bediening als de veiligheidsinrichtingen buiten gebruik zijn:
als de veiligheidsinrichtingen van de installatie niet naar behoren func-
tioneren, kan de poort in modus "mens aanwezig" worden bediend.
Ga als volgt te werk:
01. Stuur met een zender of een sleutelschakelaar, etc. een instructie
om de poort te starten. Als alles correct werkt, zal de poort op
regelmatige wijze gaan bewegen. Als dit niet het geval is, ga dan
als volgt te werk.
02. Stuur binnen 3 seconden opnieuw de instructie en houd de be-
treffende toets ingedrukt.
03. Na ongeveer 2 seconden zal de poort de gewenste beweging
uitvoeren in modus "mens aanwezig"; dat wil zeggen, de poort
blijft bewegen zolang de toets ingedrukt blijft.
BELANGRIJK! – Als de veiligheidsinrichtingen buiten gebruik
zijn, wordt aanbevolen de reparatie zo snel mogelijk te laten
uitvoeren door een gekwalificeerd technicus.
5 - Ook al denkt u het zelf te kunnen doen, breng geen wijzigingen
aan de installatie en/of de programmerings- en instellingspara-
meters van de automatisering aan: uw installateur is aansprakelijk.
6 - Het testen, de periodieke onderhoudswerkzaamheden en eventu-
ele reparaties moeten gedocumenteerd worden door degene die ze
uitvoert en de eigenaar van de installatie moet deze documenten be-
waren. De enige werkzaamheden die de gebruiker mag uitvoeren, en
waarvan we aanbevelen dat de gebruiker ze regelmatig uitvoert, zijn
het reinigen van de glaasjes van de fotocellen en van de automatise-
ring. Om te voorkomen dat iemand de poort in beweging kan zetten,
dient u eraan te denken om, alvorens met het reinigen te beginnen, de
automatisering te ontgrendelen (raadpleeg hiervoor de instructiehand-
leiding van de motor). Gebruik voor de reiniging alleen een licht met
water bevochtigde doek.
7 - Afvalverwerking: Aan het eind van de levensduur van de au-
tomatisering dient u ervoor te zorgen dat de ontmanteling door ge-
kwalificeerd personeel wordt uitgevoerd en dat de materialen worden
gerecycled of verwerkt volgens de plaatselijk geldende voorschriften.
8 - De reductiemotor handmatig ontgrendelen en vergrendelen:
de reductiemotor is uitgerust met een mechanisch ontgrendelingssys-
teem waarmee het hek handmatig geopend en gesloten kan worden.
Deze handelingen dienen te worden uitgevoerd in geval van het weg-
vallen van elektrische spanning, bij storingen in functionering en tijdens
de installatie.
01. Verschuif het plaatje dat het slot beschermt (fase 1 - afb. A).
02. Steek de sleutel in het slot en draai deze rechtsom; trek aan de
ontgrendelingshandgreep (fase 2 en 3 - afb. A).
03. Het is nu mogelijk om de vleugel handmatig in de gewenste stand
te plaatsen (fase 4 - afb. A).
A
1
3
2
4
VII