Telwin ADVANCE 227 XT MV/PFC VRD Manual De Instrucciones página 37

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 17
PLAATSING VAN DE LASMACHINE
De plaats van installatie van de lasmachine identificeren zodanig dat
er zich geen hindernissen bevinden ter hoogte van de opening van de
ingang en de uitgang van de koellucht (geforceerde circulatie middels
ventilators, indien aanwezig); tegelijkertijd controleren of er geen
geleidend stof, corrosieve dampen, vocht, enz. aangezogen worden.
Minstens 250mm ruimte vrijhouden rond de lasmachine.
OPGELET! De lasmachine plaatsen op een horizontaal
oppervlak met een adequaat draagvermogen voor het gewicht
teneinde de kanteling of gevaarlijke verplaatsingen te voorkomen.
AANSLUITING OP HET NET
- Voordat men gelijk welke elektrische aansluiting uitvoert, moet men
verifiëren of de gegevens van de kentekenplaat overeenstemmen met
de spanning en de frequentie van het net die beschikbaar zijn op de
plaats van installatie.
- De lasmachine moet uitsluitend aangesloten worden op een
voedingssysteem met een neutraalgeleider verbonden met de aarde.
- Om de bescherming tegen onrechtstreeks contact te garanderen,
differentiaalschakelaars gebruiken van het type:
- Type A (
) voor eenfase machines;
- Type B (
) voor driefasen machines.
- Teneinde te voldoen aan de vereisten van de Norm EN 61000-3-11
(Flicker) raadt men aan de lasmachine te verbinden met de punten van
interface van het voedingsnet die een impedantie hebben kleiner dan:
Zmax = 0.17 ohm (200A).
- De lasmachine valt niet onder de vereisten van de norm IEC/EN 61000-
3-12.
Indien ze aangesloten wordt op een openbaar voedingsnet, behoort
het tot de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker om
te verifiëren of de lasmachine kan worden aangesloten (indien nodig,
de exploitant van het distributienet raadplegen).
- De lasmachines, indien niet anders gespecificeerd (MPGE), zijn
compatibel met de generatoraggregaten voor variaties van de
voedingsspanning tot ± 15%.
Voor een correct gebruik moet het generatoraggregaat op regime
worden gebracht voordat men de inverter kan verbinden.
- STEKKER EN CONTACT:
- Het model 230V is oorspronkelijk uitgerust met een kabel
voedingskabel met een genormaliseerde stekker, (2P + T) 16A/250V .
Kan dus verbonden worden met een contact van het net voorzien
van zekeringen of een automatische schakelaar; de speciale terminal
van de aarde moet verbonden worden met de aardegeleider (geel-
groen) van de voedingslijn.
De tabel (TAB. 1) geeft de aanbevolen waarden in ampères van de
vertraagde zekeringen van de lijn gekozen op basis van de max.
nominale stroom verdeeld door de lasmachine en van de nominale
voedingsspanning.
- Voor de lasmachines niet voorzien van een stekker (modellen
115/230V), een genormaliseerde stekker, (2P + T) met een adequaat
vermogen met de voedingskabel verbinden en een contact van het
net voorinstellen uitgerust met zekeringen of een automatische
schakelaar; een speciale terminal van de aarde moet verbonden
worden met de aardegeleider (geel-groen) van de voedingslijn.
De tabel (TAB. 1) geeft de aanbevolen waarden in ampères van de
vertraagde zekeringen van de lijn gekozen op basis van de max.
nominale stroom verdeeld door de lasmachine en van de nominale
voedingsspanning.
OPGELET! Het niet in acht nemen van de voornoemde
regels maakt het door de fabrikant voorzien veiligheidssysteem
inefficiënt (klasse I) met daaruit volgende zware risico's voor de
personen (vb. elektroshock) en voor de dingen (vb. brand).
VERBINDINGEN VAN HET LASCIRCUIT
OPGELET! VOORDAT MEN DE VOLGENDE VERBINDINGEN
UITVOERT, MOET MEN CONTROLEREN OF DE LASMACHINE
UITGESCHAKELD IS EN LOSGEKOPPELD IS VAN HET VOEDINGSNET.
De Tabel (TAB. 1) geeft de aanbevolen waarden voor de laskabels (in
mm
) op basis van de maximum stroom verdeeld door de lasmachine.
2
MMA-LASSEN
Bijna alle beklede elektroden moeten verbonden worden met de
positieve pool (+) van de generator; uitzonderlijk met de negatieve pool
(-) voor elektroden met zure bekleding.
LASOPERATIES IN CONTINUE STROOM
Verbinding laskabel tang-elektrodenhouder
Brengt op de terminal een speciale klem die dient om het onbedekt
gedeelte van de elektrode vast te zetten.
Deze kabel moet verbonden worden met de klem met het symbool (+).
Verbinding retourkabel van de lasstroom
Moet verbonden worden met het te lassen stuk of met de metalen bank
waarop het steunt, zo dicht mogelijk bij de koppeling in uitvoering.
Deze kabel moet verbonden worden met de klem met het symbool (-).
Aanbevelingen:
- De connectors van de laskabels tot op het einde toe draaien in de
snapmofverbindingen (indien aanwezig), om een perfect elektrisch
contact te garanderen; zoniet zullen er zich verhittingen van de
connectors zelf voordoen met een bijhorende snelle slijtage en verlies
van efficiëntie.
- De kortst mogelijke laskabels gebruiken.
- Vermijden metalen structuren te gebruiken die geen deel uitmaken
van het stuk in bewerking, ter vervanging van de retourkabel van de
lasstroom; dit kan gevaarlijk zijn voor de veiligheid en onbevredigende
resultaten geven voor het lassen.
6. MMA-LASSEN: BESCHRIJVING VAN DE PROCEDURE
- Het is noodzakelijk om de aanwijzingen van de fabrikant van de
elektroden te raadplegen met betrekking tot de juiste polariteit en
de optimale lasstroom (gewoonlijk staan die aanwijzingen op de
verpakking van de elektroden).
- De lasstroom moet afhankelijk van de diameter van de gebruikte
elektrode en het type las dat u wilt uitvoeren worden ingesteld;
een indicatie van de bruikbare stromen voor de verschillende
elektrodediameters:
Ø Elektrode (mm)
1.6
2
2.5
3.2
4
- Bedenk dat er bij gelijke elektrodediameters hoge lasstromen moeten
worden gebruikt bij lassen op een vlakke ondergrond, terwijl er bij
verticaal of boven het hoofd lassen een lagere stroom moet worden
gebruikt.
- De mechanische kenmerken van de las worden, naast de gekozen
intensiteit van de stroom, bepaald door de andere lasparameters zoals
lengte van de boog, snelheid en positie van de uitvoering, diameter en
kwaliteit van de elektroden (om de elektroden op de juiste manier te
bewaren, moeten ze worden beschermd tegen vocht, in hun speciale
verpakkingen of houders).
Procedure:
- Houd het masker VOOR HET GEZICHT en wrijf de punt van de elektrode
over het te lassen werkstuk met dezelfde beweging als wanneer u een
lucifer aansteekt; dit is de meest correcte methode om de boog te
starten.
OPGELET: NIET met de elektrode op het werkstuk TIKKEN; dan kan de
bekleding beschadigen en wordt het moeilijk de boog te starten.
- Probeer zodra de boog is gestart een afstand tot het werkstuk te
behouden die even groot is als de diameter van de gebruikte elektrode
en houd deze afstand zo constant mogelijk tijdens het lassen; vergeet
niet dat de elektrode ongeveer 20-30 graden moet overhellen in de
werkrichting (FIG. G).
- Breng aan het einde van de lasnaad het uiteinde van de elektrode iets
naar achteren ten opzichte van de werkrichting, boven de krater om
deze op te vullen. Til daarna de elektrode snel uit het smeltbad om de
boog te stoppen.
TIG LASSEN: BESCHRIJVING VAN DE PROCEDURE
TIG-lassen is een lasprocedure die gebruik maakt van de warmte die
- 37 -
Lasstroom (A)
min.
25
40
60
80
120
DE LASNAAD
Fig. H
max.
50
80
110
160
200

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido