Nederlands
SPIDER2™ systeem voor
positionering van ledematen
Beschrijving van het product
De SPIDER2™ combineert kracht en flexibiliteit en maakt optimale intraoperatieve
positionering mogelijk. De SPIDER2 is ontworpen om te worden bevestigd aan de rail
die aanwezig is op elke standaardoperatiekamertafel en op de rail op de achterzijde
van de T-MAX Beach Chair Positioner.
Beoogd gebruik
Het ledemaatpositioneerapparaat van Smith & Nephew is bedoeld voor gebruik tijdens
chirurgische ingrepen en kan aan de rail van een standaardoperatiekamertafel of T-MAX
Beach Chair Positioner worden bevestigd om de ledemaatpositie van de patiënt tijdens
chirurgische ingrepen te behouden.
Indicaties voor gebruik
De SPIDER2 wordt gebruikt voor de positionering van ledematen tijdens
chirurgische ingrepen.
Contra-indicaties
Geen
Waarschuwingen
• Als u de volgende instructies niet opvolgt, kan dit leiden tot letsel bij de patiënt
en/of zorgverlener.
• Het is de verantwoordelijkheid van de zorgverleners om vertrouwd te zijn met
de desbetreffende chirurgische technieken. Voordat u de SPIDER2 gebruikt,
moet u de gebruiksaanwijzing hebben gelezen en begrepen. U moet met name
de waarschuwingen zorgvuldig hebben bestudeerd. Ongepaste zorgverlening
kan leiden tot letsel bij de patiënt en/of de zorgverlener.
• Lees en begrijp de informatie in de gebruiksaanwijzing voor het specifieke
accessoire dat wordt gebruikt. Gebruik het systeem NIET als u niet alle relevante
gebruiksaanwijzingen hebt gelezen.
• Operatiespecifieke gebruiksaanwijzing bevatten verdere waarschuwingen.
Raadpleeg de betreffende gebruiksaanwijzing voordat u het product gebruikt.
• Het SPIDER2 systeem is getest en voldoet aan de emissie-en immuniteitsgrenzen
voor medische apparaten conform IEC 60601-1-2 en de richtlijn voor medische
apparaten 93/42/EEG. Naleving van deze grenzen is bedoeld om redelijke
bescherming te bieden tegen schadelijke storing in een ziekenhuisomgeving.
Er is geen garantie dat er in een bepaalde installatie geen storing zal optreden.
Als de SPIDER2 bij andere apparaten schadelijke storing veroorzaakt, wordt de
gebruiker aangeraden te proberen de storing te verhelpen door een of meer
van de volgende handelingen uit te voeren:
Draai of verplaats dit apparaat, het andere apparaat of beide.
–
Vergroot de afstand tussen de twee apparaten.
–
–
Roep de hulp in van een biomedisch specialist.
• Controleer vóór elk gebruik de apparatuur en onderdelen op beschadiging.
• Controleer vóór elk gebruik de kunststof behuizing op beschadiging waardoor
er vloeistof naar binnen zou kunnen lopen.
• Gebruik geen beschadigde onderdelen. Beschadigde uitrusting of onderdelen
kunnen leiden tot letsel bij de patiënt en/of zorgverlener.
• De SPIDER2 mag met niet meer dan 23 kg worden belast. Als u zich niet hieraan
houdt, kan dit leiden tot letsel bij de patiënt en/of het medisch personeel.
Specifieke standen van de SPIDER2 kunnen geschikt zijn voor zwaardere lasten.
Neem voor meer informatie contact op met Smith & Nephew.
• De gewrichten van de SPIDER2 kunnen niet worden vergrendeld of ontgrendeld
als er geen batterij is aangebracht.
• De instelknop van de SPIDER2 wordt uitgeschakeld wanneer de verwisselbare
afdekhoes en/of het voetpedaal worden aangesloten.
• Als de knop voor de verwisselbare afdekhoes is aangesloten op het ledemaat,
mag u het ledemaat van de patiënt niet losmaken van de SPIDER2.
58
126-99-01 Rev. H
• Houd de SPIDER2 en/of het ledemaat van de patiënt altijd vast wanneer
u de SPIDER2 positioneert.
• Het is niet toegestaan wijzigingen aan te brengen aan deze apparatuur.
• Als u de batterij tijdens een operatie vervangt, mag u de stand van de
aan/uit-schakelaar NIET wijzigen. Als u dit tijdens een ingreep doet, kan de druk
van de SPIDER2 wegvallen, waardoor ongewenste beweging ontstaat.
• Wijzig niet de stand van de aan/uit-schakelaar als de patiënt is aangesloten op de
SPIDER2.
• Pak de SPIDER2 niet vast bij de ontgrendelknoppen voor snelkoppeling, aangezien
dit de vergrendelingen van de snelkoppeling kan ontgrendelen en het ledemaat
van de patiënt kan loskoppelen van de SPIDER2.
• Maak de SPIDER2 en/of het ledemaat van de patiënt niet los voordat u zeker weet
dat de SPIDER2 is vergrendeld.
• Zorg ervoor dat alle kabels zijn gerouteerd om schade te voorkomen. Beschadigde
kabels moeten worden vervangen. Als u de kabels niet vervangt, kan dit leiden tot
letsel bij de patiënt en/of het medisch personeel.
• Gebruik stabilisatiekits voor eenmalig gebruik NIET opnieuw. Gebruik deze ook
niet als de verpakking is beschadigd. Als u zich niet hieraan houdt, kan dit leiden
tot letsel en/of infectie bij de patiënt.
• Als de motor van de SPIDER2 continu of meer dan eenmaal per minuut draait
wanneer het apparaat vergrendeld is, koppelt u de patiënt los en moet u het
product laten repareren.
• Laat geen vloeistoffen binnendringen in de aansluithouder voor de verwisselbare
afdekhoes of de aansluithouder van het voetpedaal.
• Gebruik het voetpedaal alleen met producten van Smith & Nephew.
• Niet gebruiken in AP-, APG- en OEA-omgevingen (conform IEC 60601-1).
• Tenzij anders vermeld, dient u geen oplosmiddelen, smeermiddelen of andere
chemische producten te gebruiken.
• Gebruik de SPIDER2-batterijlader met het SPIDER2-batterijpakket REF 72203301.
Andere typen batterijen kunnen barsten, wat kan leiden tot persoonlijk letsel
en beschadiging van de oplader.
• De SPIDER2-batterijlader mag niet worden gebruikt in ruimtes waar patiënten
worden verzorgd, vanwege lekstroom. Als u deze instructie niet opvolgt,
kan dit leiden tot letsel bij de patiënt en/of zorgverlener.
• De SPIDER2-batterijlader mag niet worden gebruikt in de nabijheid van een
ontvlambaar anesthetisch mengsel van lucht, zuurstof of stikstofoxide.
• De SPIDER2-batterijlader is uitsluitend bestemd voor gebruik binnenshuis.
• Vervang defecte kabels en draden van de SPIDER2-batterijlader onmiddellijk.
• Het stopcontact dient te worden geïnstalleerd in de buurt van de SPIDER2
batterijlader en dient gemakkelijk bereikbaar te zijn.
• Het gebruik van accessoires of kabels anders dan die welke zijn gespecificeerd
of geleverd door Smith & Nephew kan leiden tot verhoogde elektromagnetische
emissie of verminderde elektromagnetische immuniteit van deze apparatuur
en resulteren in een onjuiste werking.
• Elektrische interferentie. Deze apparatuur is ontworpen om te worden gebruikt
als stand-alone, in de nabijheid van en met andere medische apparatuur.
Deze apparatuur en de andere apparatuur moeten worden gecontroleerd om na te
gaan of ze normaal functioneren.
• Een abnormale werking vanwege elektromagnetische storingen kan worden
veroorzaakt doordat de positie van de ledemaat niet kan worden behouden.
• Hoogfrequente (HF) interferentie: Deze apparatuur is ontworpen en getest
om te worden gebruikt met hoogfrequente elektrochirurgische eenheden.
• Essentiële prestaties. De hydraulische druk mag niet onverwachts zonder
afdoende kennisgeving dalen, zodat de arts genoeg tijd heeft naar een
traditionelere wijze over te stappen voor het vasthouden van de beschadigde
gewrichten of botfracturen die tijdens de chirurgische ingreep zijn gescheiden.
SPIDER2™ systeem voor positionering van ledematen
Gebruiksaanwijzing