5.0 Inspectie
5.1
RFID-LABEL: Het zelfintrekkende valstopapparaat heeft een label voor radiofrequentie-identificatie (RFID-label) (zie
afbeelding 17). Het RFID-label kan worden gebruikt met de draagbare lezer en het webportaal voor het vereenvoudigen
van de inspectie en inventariscontrole, en biedt logboekmogelijkheden voor uw valbeschermingsapparatuur. Neem voor
meer informatie contact op met een vertegenwoordiger van de 3M-klantenservice (zie achterzijde). Volg de instructies die
bij uw draagbare afleesapparaat zijn meegeleverd of op het webportaal om uw gegevens naar uw weblog te verzenden.
5.2
REGELMAAT VAN INSPECTIE: Het zelfintrekkende valstopapparaat moet worden geïnspecteerd met de frequentie die is
gedefinieerd in sectie 2. De inspectieprocedures zijn beschreven in het "Logboek voor inspectie en onderhoud" (tabel 3).
;
Extreme werkomstandigheden (ruige omgeving, langdurig gebruik, enz.) kunnen een verhoogde frequentie van
inspecties vereisen (zie tabel 2).
5.3
ONVEILIGE OF GEBREKKIGE OMSTANDIGHEDEN: Als inspectie een onveilige of defecte toestand uitwijst, gebruik de
SRD dan niet meer en gooi hem weg (zie sectie 6).
;
Alleen 3M of partners die hiervoor schriftelijk zijn geautoriseerd, mogen deze apparatuur repareren.
5.4
LEVENSDUUR VAN HET PRODUCT: De functionele levensduur van de 3M zelfintrekkende valstopapparaten wordt
bepaald door de gebruiksomstandigheden en het onderhoud. Zolang het product bij inspectie aan de criteria voldoet, kan
het in gebruik blijven (binnen de maximale levensduur van het product). De maximale levensduur van het product van
een SRD met bandreddingslijnen van textiel is niet meer dan 10 jaar vanaf de fabricagedatum.
6.0 ONDERHOUD, SERVICE en OPSLAG
6.1
REINIGEN: Reinigingsprocedures voor de SRD zijn als volgt:
•
Maak de buitenkant van de SRD regelmatig schoon met water en een milde zeepoplossing. Plaats de SRD zodanig dat
overtollig water eruit kan weglopen. Zorg ervoor dat labels schoon zijn.
•
Maak de bandvalstoplijn schoon met water en een milde zeepoplossing. Spoel af en droog grondig aan de lucht.
Droog niet geforceerd met warmte. De valstoplijn moet droog zijn voordat u hem laat terugrollen in de behuizing.
Overmatige hoeveelheden vuil, verf enzovoort kunnen ertoe leiden dat de lijn niet meer volledig in de behuizing
wordt teruggetrokken, wat mogelijk kan leiden tot een vrije val.
6.2
ONDERHOUD: SRD's kunnen niet worden gerepareerd. Als de SRD heeft blootgestaan aan valkrachten of als bij inspectie
een onveilige of defecte toestand wordt geconstateerd, gebruik de SRD dan niet meer en gooi hem weg (zie "Afvoeren").
6.3
TRANSPORT/OPSLAG: Bewaar en vervoer de SRD's in een koele, droge, schone omgeving, uit de buurt van direct
zonlicht. Vermijd plekken waar chemische dampen kunnen voorkomen. Inspecteer de SRD grondig na een langere periode
van opslag.
6.4
WEGGOOIEN: Gooi de SRD weg als deze heeft blootgestaan aan een valkracht of als uit inspectie blijkt dat deze onveilig
of defect is. Snijd voor het afvoeren van de SRD de reddingslijn in tweeën of maak de SRD anderszins onklaar om de
mogelijkheid van onbedoeld hergebruik te voorkomen.
7.0 Labels
Afbeelding 22 toont labels op de zelfintrekkende valstopapparaten en hun locaties. Alle labels moeten aanwezig zijn op de
zelfintrekkende lijn. Labels moeten worden vervangen wanneer ze niet volledig leesbaar zijn. De pictogrammen op de labels
worden als volgt gedefinieerd:
Inspecteer de musketonhaak en de inslagindicator
1
Inspecteer de vergrendelende werking van de SRL
2
Juiste manier van op het harnas aansluiten van de SRL
3
Niet gecertificeerd voor scherpe randen. Kan worden verbonden aan een ankerpunt boven, onder of op gelijke hoogte als de D-ring op de
4
rug (140 kg maximaal).
Temperatuurbereik voor gebruik -40 °C tot +60 °C
5
Maximale capaciteit 140 kg
6
Laat de reddingslijn altijd gecontroleerd teruggaan in de SRL.
7
Niet repareren
8
In een koele, droge, schone omgeving opslaan, weg van direct zonlicht.
9
Niet over een rand heen belasten
10
Label niet verwijderen
11
204