Contra-Indicaties - Masimo RD SET Manual Del Usuario

Ocultar thumbs Ver también para RD SET:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 24
Speciale sensoren van de RD SET™-serie
Adult, Pediatric, Infant en Neonatal SpO
Uitsluitend voor gebruik
bij één patiënt
Voordat u deze sensor gebruikt, moet u eerst de gebruikershandleiding bij het apparaat en
deze gebruiksaanwijzing lezen en begrijpen.
INDICATIES – bij gebruik met Masimo SET® en Masimo-compatibele pulse oximeters.
De speciale RD SET™-sensoren zijn bedoeld voor de continue, niet-invasieve bewaking van de functionele
zuurstofverzadiging van arteriële hemoglobine (SpO
toepassing bij volwassenen, kinderen en pasgeborenen tijdens beweging en in ruste, en voor patiënten met goede of
slechte doorbloeding in ziekenhuizen, medische instellingen, mobiel en thuis.

CONTRA-INDICATIES

De speciale RD SET-sensoren zijn gecontra-indiceerd voor patiënten die allergisch zijn voor schuimrubberproducten
en/of plakband.
LET OP: MET DE SPECIALE SENSOREN KUNNEN DE DETECTIEPRESTATIES MET UITGESCHAKELDE SENSOR MINDER GOED ZIJN.
BESCHRIJVING
Speciale RD SET-sensoren zorgen ervoor dat de algoritmen aan nieuwe gegevens een hogere prioriteit kunnen
toekennen dan aan oude gegevens, ondanks de instelling voor middeling, gevoeligheid of FastSat®. Dit leidt tot een
snellere en gevoeligere reactie op fysiologische veranderingen.
De speciale RD SET-sensoren zijn uitsluitend bestemd voor gebruik met apparaten met Masimo SET-oximetrie of
apparaten die zijn goedgekeurd voor gebruik met sensoren van de RD SET-serie. Raadpleeg de fabrikant van het
apparaat inzake compatibiliteit van een bepaald apparaat of sensormodel. Iedere apparaatfabrikant moet zelf bepalen
of de eigen apparaten compatibel zijn met de verschillende sensormodellen.
WAARSCHUWING: Masimo-sensoren en -kabels zijn ontworpen voor gebruik met apparaten met Masimo SET®-
oximetrie of die in licentie zijn gegeven voor gebruik met Masimo-sensoren.
WAARSCHUWINGEN
• Alle sensors en kabels zijn bestemd voor gebruik met specifieke monitoren. Controleer vóór gebruik de
compatibiliteit van de monitor, de kabel en de sensor, omdat incompatibiliteit tot slechte prestaties en/of letsel
bij de patiënt kan leiden.
• De sensor mag geen zichtbare gebreken, verkleuringen of beschadigingen vertonen. Als de sensor is verkleurd
of beschadigd, mag u deze niet langer gebruiken. Gebruik nooit een beschadigde sensor of een sensor met
blootliggende elektrische bedrading.
• De plek moet frequent of conform het klinisch protocol worden gecontroleerd. Let hierbij op goed kleven, een
goede bloedsomloop, een goede huidconditie en een goede optische uitlijning.
• Wees voorzichtig bij patiënten met een slecht doorbloede huid; er kan huiderosie en druknecrose ontstaan
als de sensor niet vaak genoeg wordt verplaatst. Controleer de aanbrengplaats bij patiënten met een slechte
doorbloeding ten minste één keer per uur en verwijder de sensor als zich tekenen van weefselischemie voordoen.
• De doorbloeding op de sensorplaats moet regelmatig worden gecontroleerd.
• Bij een slechte doorbloeding moet de sensorplaats dikwijls worden gecontroleerd op tekenen van weefselischemie,
die druknecrose kan veroorzaken.
• Bij een zeer slechte doorbloeding op de bewaakte plaats kunnen de afleeswaarden lager zijn dan de arteriële
zuurstofverzadiging in de kern.
• Gebruik geen tape om de sensor op de plaats te bevestigen; dit kan de bloedsomloop beperken en
onjuiste afleeswaarden veroorzaken. Het gebruik van extra kleefband kan huidbeschadiging en/of druknecrose
veroorzaken of de sensor beschadigen.
• Als een sensor te strak is aangebracht of zich strakker vastzet door oedeem zijn de metingen onjuist en kan
druknecrose worden veroorzaakt.
• Onjuist aangebrachte sensoren of gedeeltelijk loslatende sensoren kunnen onjuiste metingen veroorzaken.
• Het gebruik van een verkeerd sensormodel kan onjuiste meetwaarden of uitblijven van meetwaarden veroorzaken.
• Aderverstopping kan een te lage afleeswaarde van de eigenlijke arteriële zuurstofverzadiging veroorzaken.
Daarom dient men te zorgen voor de juiste veneuze stroming in de bewaakte locatie. De sensor mag zich niet
lager dan het hart bevinden (zoals op de hand van een patiënt als diens arm over de bedrand hangt).
• Aderkloppingen kunnen verkeerde, te lage SpO
• De pulsaties van intra-aortale ballonondersteuning kunnen de hartfrequentie beïnvloeden die op de pulse
oximeter wordt weergegeven. Vergelijk de hartfrequentie van de patiënt met de hartslag op het ECG.
• Plaats de kabel en patiëntenkabel voorzichtig om te voorkomen dat de patiënt verstrikt of beklemd raakt.
All manuals and user guides at all-guides.com
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G
LATEX
PCX-2108A
02/13
-wegwerpsensoren
2
Bij de productie is geen latex
van natuurrubber gebruikt
) de polsfrequentie (gemeten met een SpO
2
-afleeswaarden veroorzaken (bijv. driedelige terugstroomwaarde).
2
34
nl
Niet-steriel
-sensor) voor
2
9416B-eIFU-0916

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido