Bovenmatige zwelling kan er voor zorgen
•
dat de prestatie-instelling moeilijk kan worden
bepaald en/of bijgesteld.
Zie stap 4 in SECTIE B: Bijstellingsprocedure
o
na implementatie voor instructies voor het
gebruik van de positioneringstool met een
laag profiel in dergelijke gevallen.
Als het problematisch blijft om beide
o
positioneringstools te positioneren, moet
u wachten tot de zwelling is afgenomen of de
klepinstelling bevestigen met een röntgenfoto.
Zie SECTIE D: De huidige klepinstelling
bevestigen voor meer informatie.
Niet nauwkeurig positioneren van de
•
positioneringstool kan leiden tot een
onnauwkeurige indicatie van de prestatie-
instelling, wat weer een onjuiste afleeswaarde
tot gevolg kan hebben (d.w.z. er kan
een onjuist getal worden weergegeven
op het venster van de indicatortool).
De positioneringstool moet exact worden
uitgelijnd met de stroomrichting van de klep
en het midden van het harde-klepmechanisme
om een nauwkeurige afleeswaarde te
verkrijgen. Een goede uitlijning kan moeilijk
zijn als het weefsel boven de klep dikker
is dan 10 mm. In een dergelijk geval moet
u de klepinstelling bevestigen met een
röntgenfoto of fluoroscopie. Zie SECTIE C:
Problemen oplossen en SECTIE D: De huidige
klepinstelling bevestigen.
Bijwerkingen
Opeenhoping van biologisch materiaal
in de klep kan:
•
moeilijkheden veroorzaken bij het bijstellen
van de klepinstelling met behulp van
de toolkit;
•
de antirefluxfunctie belemmeren.
50