• Zorg ervoor dat de zwarte lijnen op de
positioneringstool zijn uitgelijnd met
de markering voor het midden van het
klepmechanisme en dat de pijl voor de
stroomrichting is uitgelijnd met de markeringen
voor de proximale en distale connecties/katheters.
Als u het probleem niet op deze manier kunt
oplossen, moet u de klep vervangen.
SECTIE D: De huidige
klepinstelling bevestigen
U kunt de instelling van een geïmplanteerde klep
vaststellen met de CODMAN CERTAS-toolkit en de
aanwijzingen in SECTIE B: Bijstellingsprocedure na
implementatie, stappen 1 t/m 6.
U kunt ook een röntgenfoto van de klep maken.
Voor een goede röntgenfoto moet de opname
loodrecht op het vlak van de klep worden
gemaakt, waarbij de niet-geïmplanteerde kant
van het hoofd van de patiënt op de tafel rust.
De foto moet worden gemaakt in relatie tot de
klep en niet de anatomie van de patiënt. Zie
afbeelding 13 voor röntgenfoto's van de klep bij
alle instellingen.
Gebruik de röntgen-overlaytool om een
röntgenopname te bekijken (zie SECTIE E:
De klepinstelling meten met de röntgen-
overlaytool, stappen 1-5).
SECTIE E: De klepinstelling meten met
de röntgen-overlaytool
Zie afbeelding 14.
Opmerking: plaats de röntgen-overlaytool tegen
het röntgenbeeld aan.
1. Lijn de RODE middenlijn van de klep op
de overlay uit met de middenlijn van de
betreffende röntgenfoto. Lijn hiervoor de
proximale en distale connectoren van het
röntgenbeeld uit met de overeenkomstige
connectoren op de overlay.
61