2. BELANGRIJKE INFORMATIE
CONTRA-INDICATIES
• GEÏMPLANTEERDE ELEKTRONISCHE APPARATEN. Gebruik het apparaat niet als u een pacemaker,
geïmplanteerde defibrillator of ander geïmplanteerd elektronisch/elektrisch apparaat hebt. Dit kan leiden
tot elektrische schokken, brandwonden, elektrische storingen of overlijden.
• PLAATSING VAN DE ELEKTRODEN. Pas geen elektrostimulatie toe op andere gebieden dan de buik of
onderrug.
• STIMULATIE DOOR DE BORSTKAS. Pas geen stimulatie toe door de borstkas (één elektrode op de voorzijde
van de borstkas en één op de rug). De elektrische stroom die door de borstkas loopt, kan potentieel fatale
hartritmestoornissen veroorzaken.
WAARSCHUWINGEN
• GEEN WIJZIGEN AANBRENGEN. Wijzigingen aan het apparaat zijn niet toegestaan.
• VOCHTIGE OMGEVING. Pas geen stimulatie toe in het bad, onder de douche of in de sauna. Dompel het
apparaat tijdens de stimulatie niet onder in water.
• ONTVLAMBARE OF EXPLOSIEVE OMGEVING. Gebruik het apparaat niet op plaatsen waar brand- of
explosiegevaar bestaat, zoals een zuurstofrijke omgeving, in de nabijheid van ontvlambare anesthetica,
enzovoort.
• ELEKTROCHIRURGISCHE APPARATUUR OF DEFIBRILLATOREN. Gelijktijdige aansluiting van een gebruiker
op hoogfrequente medische elektrische installaties kan leiden tot brandwonden op de plaats van de
stimulatorelektroden en mogelijke schade aan de stimulator.
• KORTE GOLF OF MICROGOLF. Gebruik de stimulator niet binnen een meter van kortegolf- of
microgolfapparatuur. Hierdoor kan de stroom die door de stimulator wordt gegenereerd, veranderen. Als u
twijfels hebt over het gebruik in de buurt van een ander apparaat, neem dan contact op met de fabrikant van
dat apparaat.
• ELEKTRONISCHE BEWAKINGSAPPARATUUR. Pas geen stimulatie toe in de buurt van elektronische
bewakingsapparatuur (onder meer hartbewaking, ECG-alarm). Het risico bestaat dat deze niet naar behoren
functioneren tijdens het gebruik van het elektrostimulatieapparaat.
• ELEKTROMAGNETISCHE STRALING. Gebruik de stimulator niet in de nabijheid van andere apparatuur die
intentioneel op onbeschermde wijze elektromagnetische energie uitstralen.
• AANSLUITEN. Sluit alleen items en apparatuur op dit apparaat aan die in de gebruiksaanwijzing zijn
gespecificeerd als onderdeel van het medische elektrische systeem, of die zijn gespecificeerd als
compatibel met het medische elektrische systeem.
• RADIOFREQUENTIECOMMUNICATIE. Draagbare radiofrequentiecommunicatieapparatuur mag niet worden
gebruikt op een afstand van minder dan 30 cm (12 inch) van enig onderdeel van het Compex-apparaat,
met inbegrip van de kabels die door de fabrikant zijn gespecificeerd. Als dit wel gebeurt, kan dit leiden tot
verslechtering van de prestaties van deze apparatuur.
• NAASTGELEGEN OF GESTAPELDE APPARATUUR. Gebruik van deze apparatuur naast of in combinatie
geplaatst met andere apparatuur moet worden vermeden omdat dat tot een verstoorde werking zou kunnen
leiden. Als een dergelijk gebruik noodzakelijk is, moeten deze apparatuur en de andere apparatuur worden
geobserveerd om te controleren of ze normaal werken.
• BESCHADIGING VAN APPARAAT OF ACCESSOIRES. Gebruik het apparaat of een accessoire nooit als deze
beschadigd is. Controleer voor elk gebruik zorgvuldig het apparaat, de aansluitingen en het kledingstuk.
• ACCESSOIRES. Gebruik dit apparaat alleen met de door Compex aanbevolen accessoires. Het gebruik van
andere accessoires kan de prestaties van het apparaat negatief beïnvloeden, kan leiden tot een sterkere
elektromagnetische emissie en kan de elektromagnetische immuniteit van het apparaat verminderen.
NL
163