Toets
Ten eerste moet de sondetip worden gekozen die het meest voor de te
onderzoeken patiënt geschikt is. De sonde waar de gekozen sondetip op
aangebracht wordt, wordt geplaatst in de gehoorgang van de patiënt in een positie
waarin het drukbehoud wordt gewaarborgd. Het onderzoek wordt automatisch
gestart als wordt vastgesteld dat de sonde correct in het oor is geplaatst, met een
stabiele compliantiemeting en binnen het meetbereik.
De voortgang van het onderzoek wordt weergegeven aan de hand van een balk.
Zodra de test is gestart voert het instrument de druk in de gehoorgang op tot de
vastgestelde positieve maximumdruk en wordt de registratie van het
tympanogram gestart. Deze registratie duurt voort tot de minimale waarde is
bereikt. Na de drukscan wordt de verrichte tympanometrie weergegeven als het
drukbehoud correct wordt gewaarborgd.
Als er sprake is van een druklek, zal het instrument drie keer proberen om de
drukscan te verrichten voordat het probleem wordt gemeld. Als het onderzoek
niet kan worden verricht wegens een druklek, probeer dan de sondetip te
vervangen door een exemplaar met een andere afmeting en/of probeer de positie
en de richting van de sonde in de gehoorgang te wijzigen.
3.2
I
NSTELLINGEN
Zie Hoofdstuk 7 voor meer informatie over de beschikbare instellingen.
14
Selectie toon sonde
Forceert de start van de tympanometrie.
Functie