! Kijk goed uit voor gaten, wortels en ongelijk terrein. Oneffen terrein kan ertoe leiden dat uw maaier omvalt. Hoog gras kan obstakels
aan het zicht onttrekken. Verwijder daarom van tevoren alle ongewenste voorwerpen uit het terrein dat u wilt maaien.
! Kies een zodanige snelheid dat u niet hoeft te stoppen op een heuvel.
! Ga zeer voorzichtig te werk wanneer u de grasopvangbak bevestigt of andere aansluitingen tot stand brengt. Hierdoor kan de
stabiliteit van de maaier afnemen.
! Voer alle bewegingen op een helling langzaam en gelijkmatig uit. Verander niet plotseling van snelheid of richting.
! Start of stop niet op een helling. Als de wielen tractie verliezen, stop dan de aandrijving van de messen en rij langzaam van de
helling.
! Begin op een helling zeer voorzichtig en langzaam te rijden zodat de maaier niet de 'wegspringt'. Verminder altijd de rijsnelheid van
de maaier voor de helling en breng vooral de snelheid tot een minimum terug wanneer u naar beneden rijdt, zodat u kunt profiteren
van het remmende effect van de transmissie.
2.3
KINDVEILIGHEID
Als de gebruiker niet alert is op de aanwezigheid van kinderen kan er een tragisch ongeluk plaatsvinden. De beweging van een
tractormaaier trekt de aandacht van kinderen. Ga er nooit van uit dat kinderen op de plaats zullen blijven waar u ze het laatst zag.
! Laat geen kinderen toe zonder toezicht op terreinen waar u bezig bent met het maaien van het gras.
! Laai nooit kinderen de maaier bedienen!
! Wees altijd voorbereid - zet de motor af als er kinderen naar u toe komen.
! Kijk voor en tijdens het achteruitrijden achter u en naar de grond.
! Vervoer geen kinderen, zij kunnen vallen en zich ernstig verwonden of er kan een gevaarlijke situatie ontstaan als zij de bediening
van de tractormaaier verhinderen. Geef kinderen nooit toestemming de maaier te bedienen.
! Wees extra voorzichtig op plaatsen met beperkt zicht (bij bomen, struiken, muren, enz.).
2.4
BRANDVEILIGHEID
Wanneer u achteruit rijdt met de tractormaaier moet u fundamentele regels en voorschriften voor werkveiligheid en brandbeveiliging
die gelden voor de werkzaamheden met dit type maaier, in acht nemen.
! Verwijder regelmatig brandbare materialen (droog gras, bladeren, enz.) uit het gebied rond de uitlaat, de motor, de accu en overal
waar zij in contact kunnen komen met benzine of olie, en vervolgens kunnen vlam vatten en de maaier in brand kunnen zetten.
! Laat de motor van de tractormaaier afkoelen voordat u de tractormaaier parkeert in een gesloten ruimte.
! Wees extra voorzichtig met benzine, olie of andere brandbare stoffen. Dit zijn zeer brandbare stoffen en de dampen ervan zijn
explosief. Rook niet tijdens deze werkzaamheden. Draai nooit de dop van de benzinetank los en vul nooit benzine bij wanneer de
motor loopt, de motor heet is of de maaier in een gesloten ruimte staat.
! Controleer voor gebruik de benzineleidingen en vul geen benzine bij tot in de hals van tank. De hitte die wordt gegenereerd door de
motor en door de zon en het uitzetten van de brandstof kunnen ertoe leiden dat de benzine overloopt en er brand ontstaat. Gebruik
voor het opslaan van brandstoffen tanks die speciaal voor dat doel zijn ontworpen. Bewaar nooit een tank met benzine en parkeer
nooit de maaier in een gebouw in de buurt van een warmtebron. Wees extra voorzichtig wanneer u met de accu werkt. Het gas in de
accu is zeer explosief, rook daarom niet in de buurt van de accu en gebruik geen open vuur, zodat ernstige verwondingen kunnen
worden voorkomen.
2.2 GEVAARLIJKE ONDERDELEN VAN DE MAAIER– RESTGEVAREN
! De tractormaaier is zo ontworpen dat deze, wanneer hij op de juiste manier en in perfecte technische staat wordt gebruikt, geen
gevaar oplevert voor de bestuurder en zijn omgeving. Toch kunnen er zich tijdens het gebruik, onderhoud en afstellen situaties
voordoen die gevaar opleveren voor de werknemers, als zij er niet van op de hoogte zijn en zich niet houden aan de hier gegeven
veiligheidsinstructie. Deze gevaren vormen de zogenaamde restgevaren - het zijn gevaren die blijven bestaan, zelfs nadat alle
preventieve en beschermende maatregelen overwogen en uitgevoerd zijn. Tijdens het gebruik, onderhoud en afstellen van
de maaier zijn er restrisico's. Daarom moet elke persoon die met de maaier in aanraking komt, deze gevaren kennen en alle
aanbevelingen voor de beperking van deze gevaren opvolgen.
Maaimessen
! De roterende maaimessen zijn zeer scherp en als u ermee in aanraking komt, bestaat er een ernstig risico op letsel aan de
ledematen. Steek niet uw handen of benen onder de afdekking van het maaimechanisme. Breng nooit een deel van uw lichaam
in de buurt van de roterende of bewegende messen van de maaier. Probeer niet met uw handen of met andere voorwerpen de
bewegende maaimessen tegen te houden!
Bewegende en hete onderdelen
! Als de motor draait, zijn er onderdelen die ronddraaien en die ernstig letsel kunnen toebrengen aan verschillende delen van het
lichaam. Bij onderhoud of afstelling van onderdelen die zich onder de motorkap of onder de opgeheven maaier bevinden, moet
dus verhoogde aandacht worden besteed en mag nooit een lichaamsdeel in de buurt van bewegende delen worden gebracht.
Alleen een persoon met een perfecte kennis van de bewegingsprincipes van deze onderdelen mag ze onderhouden en afstellen.
Tijdens het gebruik worden de onderdelen die zich onder de kap bevinden heet, en wanneer deze met een onbeschermd
lichaamsdeel in contact komen, kunnen ernstige brandwonden ontstaan. Daarom moet u, voordat u de kap opent om onderhouds-
of servicewerkzaamheden uit te voeren, de maaier altijd laten afkoelen en veiligheidshandschoenen gebruiken.
Plaats van de bestuurder
! Op de plaats van de bestuurder bestaat het gevaar van het platform te vallen of uit te glijden ten gevolge van onoplettendheid.
Wees daarom altijd voorzichtig bij het op- of afstappen van de maaier. Een ander gevaar voor de bestuurder is vermoeidheid,
219