aan wanneer de motorpomp loopt of net na het
uitschakelen.
Het uitlaatgas dat uit de uitlaatpijpen komt bereikt
de
zeer hoge temperaturen. De beschermingen die
at
rondom die onderdelen zitten mogen niet worden
ur
verwijderd.
id
VERBOD: Werkzaamheden of reparatie
Werkzaamheden en reparaties dienen te worden
et
uitgevoerd door een erkende technische dienst. Een
id
ondeskundig persoon mag geen werkzaamheden
de
uitvoeren aan de motorpomp. De gebruiker dient
ed
zich uitsluitend te houden aan de werkzaamheden
mt
die worden vermeld in de handleiding. De fabrikant is
en
op geen enkele manier verantwoordelijk voor niet in
deze handleiding vermelde werkzaamheden die de
n,
gebruiker eventueel zou uitvoeren.
en
LET OP
u
id
• Controleer voordat u onderhoud uitvoert of de
et
motor is uitgeschakeld.
• Indien er om wat voor reden dan ook de
werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd
te
terwijl de motor in bedrijf is, dient de pomp zich in
de
een goed geventileerde ruimte te bevinden om te
en
voorkomen dat de koolmonoxide in het uitlaatgas,
en
bewusteloosheid of de dood tot gevolg heeft.
• Als de pomp troebel water met mogelijke
afzettingen aanzuigt, maak hem dan schoon met
te
gedemineraliseerd water nadat de werkzaamheden
ar
zijn voltooid. Het risico op sedimentaire afzettingen
wordt zo verminderd.
e:
• Gebruik de juiste onderdelen en gereedschappen
te
bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden.
en
Het niet volgen van de procedure kan leiden tot
schade aan de pomp.
.
op
• Als de pomp op een vuile locatie wordt gebruikt,
dienen de inspectie en het onderhoud vaker plaats
te vinden (vooral het onderhoud van het luchtfilter).
ar)
• Als
u
gereedschap of de juiste kennis voor deze
onderhoudswerkzaamheden, neem dan contact
op met een erkende distributeur om de hieronder
beschreven inspectie en tests uit te voeren. Indien
u denkt dat u de tests kunt uitvoeren, raadpleeg
dan altijd de onderhoudshandleiding.
an
5.2 OLIE VERVERSEN - ZIE AFB. H
eel
Olie verversen kan gemakkelijk en snel worden
en
gedaan wanneer de motor nog een beetje warm is
en
(zorg ervoor dat u zichzelf niet verbrandt).
ke
1- Plaats een opvangbak onder de aftappluggen van
de olie om de gebruikte olie op te vangen.
uit
2- Verwijder de oliepeilstok zodat de olie kan
an
weglopen H.3 en B.15 (AFB. B).
or
3- Verwijder de ontluchtingsschroef H.1 en B.16
(AFB. B). Zorg dat u de afdichting van de aftapplug
H.2 niet verliest.
et
niet
beschikt
over
het
4- Laat de olie weglopen.
5- Draai de ontluchtingsschroef weer vast.
6- Voeg nieuwe olie toe tot het vereiste niveau.
Raadpleeg zo nodig de technische specificaties.
7- Schroef de oliepeilstok er terug in. (Was uw
handen goed met zeep als u olie op uw handen
krijgt).
Gebruikte olie dient te worden afgevoerd via
geschikte distributiekanalen voor hergebruik en in
overeenstemming met de Milieuwetgeving.
5.3 ONDERHOUD VAN HET LUCHTFILTER
Indien het luchtfilter vuil is, wordt de hoeveelheid
lucht die de carburateur bereikt verminderd. Om te
voorkomen dat de carburateur niet goed functioneert,
voert u regelmatig onderhoudstests uit op het
luchtfilter. Als de pomp in een zeer vuile omgeving
in bedrijf is, herhaalt u deze tests vaker. Maak het
luchtfilter niet schoon met een oplosmiddel, dit kan
ontbranding of een explosie veroorzaken.
LET OP: Laat de motor niet draaien zonder een
luchtfilter om het risico op storingen als gevolg
van stof- of vuilaanzuiging te voorkomen.
1- Verwijder de schroeven van de deksel.
2- Verwijder de deksel en de aangrenzende
onderdelen.
3- Reinig de verschillende onderdelen met een niet-
ontvlambare oplossing en laat ze na het reinigen
goed drogen.
4- Doordrenk de filteronderdelen met schone olie en
druk erop om overtollige olie te verwijderen.
5- Vervang het filter en de aangrenzende onderdelen
en plaats de schroeven terug.
5.4 ONDERHOUD VAN DE BOUGIE - ZIE FIG.I
Controleer voor een goede werking van de motor of
de contactpunten van de bougie zich op de juiste
juiste
afstand bevinden en of er geen koolstof sedimenten
opzitten.
Aanbevolen reserveonderdeel: E7RTC of een ander
equivalent (NGK BPR7HS - Champion QL82YC...).
GEVAAR: Elektrische hoogspanning
De uitlaatdemper kan erg heet zijn, vermijd elk
contact.
1- Schakel de motor uit.
2- Verwijder de bougiekap I.1.
3- Schroef de bougie los met een bougiesleutel C.1
(AFB. C).
4- Inspecteer de bougie op mogelijke barstjes of
defecten. Reinig de bougie met een borstel en
plaats hem weer terug.
5- Controleer de afstand tussen de contactpunten
met een voelermaat. Varieer de afstand door de
zijelektroden te verplaatsen. De juiste afstand
NL