Deze modi zijn bedoeld voor specifieke bewegingen of houdingen (bijv. inlineskaten, ...). Met de
Cockpit App of de afstandsbediening kunnen de instellingen worden aangepast (zie pagina 236).
8.2.1 Omschakelen naar de MyModes met de Cockpit App
INFORMATIE
Voor het gebruik van de Cockpit App moet de Bluetooth-functie van de prothese ingeschakeld
zijn.
Als Bluetooth uitgeschakeld is, kan dit worden ingeschakeld door de prothese om te draaien of
de acculader aan te sluiten en weer los te koppelen. Daarna is Bluetooth gedurende ca. 2 minu
ten ingeschakeld. In deze tijd moet de app worden gestart, zodat er verbinding kan worden
gemaakt. Desgewenst kan de Bluetooth-functie van de prothese daarna ingeschakeld blijven
(zie pagina 236).
Als er verbinding met een prothese is gemaakt, kunt u met de Cockpit App van de ene MyMode
naar de andere gaan.
Product
1. Basismodus
2. Golf
1
2
3
100%
1. Basismodus
8.2.2 Omschakelen naar de MyModes met bewegingspatronen
Informatie over het omschakelen
•
Het omschakelen en het aantal bewegingspatronen moeten door de orthopedisch instrument
maker in de instelsoftware zijn geactiveerd.
•
Controleer voor het zetten van de eerste stap altijd of de gekozen modus staat voor de
gewenste beweging.
Voorwaarden voor het met succes omschakelen via bewegingspatronen
Voor een succesvolle omschakeling moeten de volgende punten in acht worden genomen:
•
Het omschakelen via bewegingspatronen moet in de instelsoftware geactiveerd zijn.
232 | Ottobock
1) Raak in het hoofdmenu het symbool van de gewenste
MyMode (1) aan.
→ Er wordt gevraagd of u inderdaad naar de betreffende
Wisselen
2) Als u van modus wilt wisselen, raak dan de knop "OK" aan.
→ Er klinkt een piepsignaal ter bevestiging dat er is omge
3) Nadat er is omgeschakeld, verschijnt er een symbool (2) dat
aangeeft dat de geselecteerde modus actief is.
→ Onder aan het beeldscherm wordt door middel van een
MyMode wilt gaan.
schakeld.
symbool en de bijbehorende naam eveneens aangege
ven welke modus er actief (3).