NL
3 VEILIGHEIDSNORMEN
3.1
ALGEMEEN
• Lees deze gebruiksaanwijzingen aandachtig.
Leer de commando's te gebruiken voor een cor-
rect gebruik van de machine.
• Sta niet toe dat de sneeuwruimer gebruikt wordt
door kinderen of door eender wie deze gebruiks-
aanwijzingen niet gelezen heeft. Er bestaan mo-
gelijk nationale normen die een leeftijdslimiet
opleggen voor het gebruik.
• Gebruik de machine nooit indien er personen,
en in het bijzonder kinderen, of dieren in de na-
bijheid zijn.
• Onthoud steeds dat de bestuurder verantwoor-
delijk is voor eventuele schade die berokkend
wordt aan personen of zaken.
• Let erop niet te struikelen of te vallen, vooral
wanneer u achteruit rijdt.
• Gebruik de machine niet indien u onder invloed
bent van alcohol, geneesmiddelen of indien u
moe of ziek bent.
3.2
VOORBEREIDINGEN
• Controleer de zone die gereinigd moet worden
zorgvuldig en verwijder eventuele vreemde
voorwerpen.
• Schakel alle commando's uit vooraleer de motor
op te starten.
• Gebruik de sneeuwruimer niet zonder geschikte
kledij te dragen. Draag schoenen die een goede
stabiliteit toestaan op gladde oppervlaktes.
• Waarschuwing: benzine is bijzonder brandbaar.
A. Bewaar de benzine steeds in geschikte hou-
ders.
B. Vul enkel benzine bij in open lucht en rook
niet tijdens deze handelingen.
C. Vul benzine bij vooraleer de motor aan te
schakelen. Open de dop van het reservoir
niet en vul geen benzine bij wanneer de mo-
tor aangeschakeld of nog warm is.
D. Schroef de dop van het benzinereservoir
goed dicht en reinig eventuele lekken.
• Voer nooit afstellingen uit wanneer de motor in
werking is (tenzij anders is aangegeven in de ge-
bruiksaanwijzingen).
• Vooraleer te beginnen werken, moet men wach-
ten tot de sneeuwruimer zich aan de externe
temperatuur aanpast.
8
NEDERLANDS
• Draag steeds een bril of een vizier tijdens het
gebruik, tijdens het onderhoud of tijdens de her-
stellingen.
3.3
• Breng handen en voeten nooit dichtbij de draai-
ende organen. Blijf steeds op afstand van de
opening van het glijvlak van de sneeuw.
• De sneeuwruimer mag enkel gebruikt worden
om sneeuw te verwijderen.
• Let goed op wanneer u op voetpaden, straden
en kiezelwegen rijdt. Let op voor verborgen ge-
varen en verkeer.
• Richt de straal nooit op openbare wegen of op
omstaanders en voertuigen. Indien de sneeuw-
ruimer tegen vreemde voorwerpen stoot, dient
men de kabel van de bougie los te koppelen
en de machine aandachtig te controleren om u
ervan te verzekeren dat ze geen schade onder-
gaan heeft. Herstel eventuele schade alvorens
de machine opnieuw te gebruiken.
• Indien de machine abnormale trillingen vertoont,
dient men de motor uit te schakelen, de kabel
van de bougie los te koppelen en de oorzaak
ervan op te sporen. Trillingen wijzen over het al-
gemeen op een probleem.
• Schakel de motor uit en maak de kabel van de
bougie los;
• A. Vooraleer de bestuurdersstoel te verlaten.
• B. Indien de zitting van de schroefworm en de
• C. Vooraleer herstellingen of afstellingen uit te
• Vooraleer reinigingen, herstellingen of inspec-
ties uit te voeren, dient men steeds na te gaan
of de draaiende organen stilstaan en alle com-
mando's uitgeschakeld zijn.
• Vooraleer u van de machine te verwijderen, dient
men alle commando's uit te schakelen en de
aanschakelsleutel uit zijn zitting op de machine
te halen.
• Start de motor nooit op in gesloten lokalen. Het
aflaatgas is giftig.
• Gebruik de machine nooit dwars op een hel-
ling. Beweeg steeds van boven naar beneden,
en vervolgens van beneden naar boven. Wees
voorzichtig wanneer u van richting verandert op
een helling. Vermijd steile hellingen.
• Gebruik de machine niet indien de beschermin-
gen onvoldoende zijn of indien de veiligheidsin-
richtingen niet correct geplaatst zijn.
• De veiligheidsinrichtingen niet uitschakelen of
schenden.
(Vertaling van de oorspronkelijke
GEBRUIK
aflaat geblokkeerd zijn en gereinigd moeten
worden.
voeren.
gebruiksaanwijzing)