► Houd als minimale inschuifdiepte de kleinste waarde aan waarover de buis in de houder moet
worden geschoven.
→
: toegestane inschuifdiepte: ≥ 30 mm
→
: niet-toegestane inschuifdiepte: < 30 mm
VOORZICHTIG
Verkeerde montage van de schroefverbindingen
Gevaar voor verwonding door breuk of losraken van de schroefverbindingen
►
Voordat u schroeven en bouten gaat monteren, moet u altijd eerst de schroefdraad reinigen.
Houd u aan de aangegeven aanhaalmomenten.
►
►
Neem de instructies over de lengte van de schroeven en het borgen ervan in acht.
► VOORZICHTIG! Gebruik het schroefborgmiddel op zijn laatst bij het gereedmaken van de
prothese voor gebruik zoals aangegeven in afbeelding
7.3 Optimalisatie van de statische opbouw
► Voor het optimaliseren van de statische opbouw moet de patiënt op het meetapparaat gaan
staan.
► Controleer in het sagittale vlak de loop van de belastingslijn ten opzichte van het gemarkeerde
opbouwreferentiepunt en breng eventueel de nodige correcties aan (zie afb.
► Controleer in het frontale vlak de loop van de belastingslijn ten opzichte van de gemarkeerde
punten (prothesevoet, prothesekniescharnier, spina iliaca anterior superior) en breng eventu
eel de nodige correcties aan (zie afb.
7.4 Optimalisatie tijdens de dynamische passessie
VOORZICHTIG
Instellingen aanpassen
Vallen door onjuiste of ongewone instellingen
►
Pas de instellingen altijd langzaam aan de patiënt aan.
►
Geef de patiënt uitleg over de gevolgen van de aanpassingen op het gebruik van de prothe
se.
Standaardinstellingen controleren (
► Zet instellingen die u vóór het dynamische passen hebt gewijzigd, terug op de standaardin
stellingen (zie afb.
: flexiedemping –
→
: extensiedemping –
→
► Optimaliseer de instellingen van de prothese in de in dit hoofdstuk aangegeven volgorde.
Flexiedemping instellen (
► Neem bij het instellen van de flexiedemping afbeelding
: flexiedemping versterken
→
: flexiedemping verminderen
→
► VOORZICHTIG! Het protheseonderbeen mag in het begin van de zwaaifase niet te ver naar
dorsaal doorzwaaien.
Stel de flexiedemping zo in dat het protheseonderbeen overeenkomstig de behoeften van de
patiënt naar dorsaal doorzwaait, maar zich op tijd voor het volgende hielcontact in volledige
extensie bevindt.
Extensiedemping instellen (
► Neem bij het instellen van de extensiedemping afbeelding
→
: extensiedemping versterken
→
: extensiedemping verminderen
62
6
7
op pagina 8 –
7
op pagina 8).
: middenstand
: minimale instelling
8
op pagina 9 –
9
op pagina 10 –
4
op pagina 5.
op pagina 7).
)
)
8
op pagina 9 in acht.
)
9
5
op pagina 6).
op pagina 10 in acht.