de groef [14-7].
■ Schroef de regelplunjer [14-6] op de
verfnaald.
■ Schuif de verfnaald [14-3] erin.
■ Plaats de veer [14-2] erop.
■ Schroef de afsluitdop [14-1] erop.
■ Schroef de regeldop erop (bij variant
met afstelling materiaalhoeveelhe-
den).
■ Stel evt. de doorvoercapaciteit in (zie
hoofdstuk 9.2).
11. Onderhoud en opslag
Om de werking van het automa-
tische spuitpistool te kunnen ga-
randeren, moet zorgvuldig met het
product worden omgegaan en moet
het product volgens voorschriften
worden onderhouden.
Reinig het automatische spuitpis-
tool na elk gebruik, test de werking
en controleer het op lekkages.
Droog het complete automatische
spuitpistool na reiniging met schone
perslucht.
Waarschuwing!
Tijdens reinigingswerkzaam-
heden met aansluiting op pers-
luchtnetwerk en materiaaltoevoer
kunnen plotseling componenten
losschieten en kan materiaal
uittreden.
→ Koppel het automatische spuit-
pistool vóór alle reinigingswerk-
zaamheden af van het perslucht-
netwerk en de materiaaltoevoer.
Gebruikershandleiding SATA automatisch spuitpistool ROB
Voorzichtig!
Door gebruik van agressieve
reinigingsmiddelen kan het au-
tomatische spuitpistool worden
beschadigd.
→ Gebruik geen agressieve reini-
gingsmiddelen.
Voor de reiniging mogen uitslui-
tend geschikte reinigingsvloei-
stoffen worden gebruikt.
→ Gebruik een neutrale reini-
gingsvloeistof met een pH-waar-
de van 6–8.
→ Gebruik geen zuren, logen, ba-
sen, afbijtmiddelen, ongeschikte
geregenereerde oliën of andere
agressieve reinigingsmiddelen.
Als het automatische spuitpistool
in de reinigingsvloeistof wordt
ondergedompeld, kan er corrosie
optreden.
→ Dompel het automatische
spuitpistool niet onder in reini-
gingsvloeistof.
Ongeschikt reinigingsgereed-
schap kan de boringen bescha-
digen en de sproeistraal nadelig
beïnvloeden.
→ Gebruik uitsluitend SATA reini-
gingsborstels.
→ Gebruik nooit een ultrasoon
reinigingsapparaat.
NL
261