7
Service en Onderhoud
Nr. Symptoom van storing
14
In 2-zone
1.
Wanneer Zone1 en Zone2 beide in de
temperatuurregeling,
verwarmingsstand staan, is de warmwatertemperatuur
bereikt alleen Zone2
in Zone2 niet hoger dan die in Zone1.
niet de ingestelde
2.
Fout in de bedrading van de gemotoriseerde
temperatuur.
mengklep
3.
Fout in de installatie van de gemotoriseerde
mengklep
4.
Onjuiste instelling van Looptijd
5.
Storing gemotoriseerde mengklep
15
Wanneer een PUHZ-
De buitenunit is zo ingesteld dat de werking van
FRP-buitenunit is
de binnenunit van de airconditioner voorrang krijgt
aangesloten, kunnen
boven die van de cilinder, en in de instellingen van
SWW of Verwarming
de Hoofdbediening is "Elektr.weerstand (Verw.)"
niet werken.
of "Elektrische weerstand (SWW)" uitgeschakeld.
16
Wanneer een PUHZ-
Wanneer de buitenunit zo is ingesteld dat
FRP-buitenunit is
de koelwerking van de binnenunit van de
aangesloten en in de
airconditioner voorrang krijgt boven die van de
stand Warmtewinning
cilinder, regelt de buitenunit de frequentie van de
staat, wordt de
compressor afhankelijk van de belasting van de
ingestelde temperatuur
airconditioner. De SWW en verwarming werken
niet bereikt.
volgens die frequentie.
17
Na SWW-
Aan het einde van de SWW-modus leidt het
werking stijgt de
3-weg ventiel warm water weg uit het SWW-circuit
kamertemperatuur
in het circuit van de ruimte verwarming.
wat.
Dit wordt gedaan om te voorkomen dat de
componenten van de cilinder te heet worden.
Hoeveel warm water naar het circuit voor de
ruimteverwarming wordt gestuurd varieert afhankelijk
van het type systeem en van de leiding die loopt
tussen de platenwarmtewisselaar en de cilinder.
18
De kamertemperatuur
Storing 3-weg ventiel
stijgt tijdens SWW-
werking.
19
Er stroomt water uit
1. Als dat voortduurt - is het overdrukventiel
het overdrukventiel.
misschien beschadigd.
(Primair circuit)
2. Als dat zo nu en dan is - vulling van
expansievat kan zijn verminderd/blaas
vergaan.
20
Er stroomt water uit
1. Als dat voortduurt - ter plaatse aangeschaft
het overdrukventiel
drukreduceerventiel werkt niet.
(als accessoire
2. Als dat voortduurt - is de zitting van het
geleverd item).
overdrukventiel misschien beschadigd.
(Sanitair circuit)
3. Als dat zo nu en dan is - vulling van
expansievat kan zijn verminderd/blaas
vergaan.
4. SWW-tank kan te lijden hebben gehad van
terugstroming.
21
Er komt water uit
1. Als dat voortduurt - ter plaatse aangeschaft
het temperatuur-
drukreduceerventiel werkt niet.
en overdrukventiel
2. Als dat voortduurt - is het temperatuur- en
(alleen EHPT20X-
overdrukventiel misschien beschadigd.
VM2HB) (Sanitair
circuit)
3. Als dat zo nu en dan is - vulling van
expansievat kan zijn verminderd/blaas
vergaan.
4. SWW-tank kan te lijden hebben gehad van
terugstroming.
5. Toestel is te heet geworden - thermische
controles hebben niet gewerkt.
Mogelijke oorzaak
Uitleg - Oplossing
1.
Normaal bedrijf, geen actie noodzakelijk.
2.
Raadpleeg "5.3 Bedrading voor 2-zone-temperatuurregeling"
3.
Controleer dat de installatie goed is. (Raadpleeg de handleiding die bij de
gemotoriseerde mengkleppen is geleverd.)
4.
Controleer dat de instelling van de Looptijd juist is.
5.
Inspecteer de gemotoriseerde mengklep. (Raadpleeg de handleiding die bij de
gemotoriseerde mengkleppen is geleverd.)
Schakel Elektr.weerstand (Verw.) of Elektrische weerstand (SWW) in (ON) met de
Hoofdbediening.
Normaal bedrijf, geen actie noodzakelijk.
Als het Lucht-Watersysteem prioriteit krijgt bij de werking, kan comp Hz worden
geregeld afhankelijk van de belasting van SWW of Verwarming. Raadpleeg voor na-
dere bijzonderheden de PUHZ-FRP-installatiehandleiding.
Normaal bedrijf, geen actie noodzakelijk.
Controleer het 3-weg ventiel.
(i) Passeer handmatig het 3-weg ventiel met de Hoofdbediening. (Raadpleeg
<Manuele bediening> in 5.6.) Als het ventiel dan nog niet werkt, ga dan naar (ii)
hieronder.
(ii) Vervang spoel van 3-weg ventiel. Als de spoel van het 3-weg ventiel is
vervangen, maar het 3-weg ventiel werkt niet, ga dan naar (iii) hieronder.
(iii) Vervang 3-weg ventiel. (Raadpleeg de servicehandleiding.)
1. Draai de handgreep van het overdrukventiel zodat u kunt controleren of er
vreemde voorwerpen inzitten. Vervang het overdrukventiel door een nieuwe, als
het probleem dan nog niet is verholpen.
2. Controleer de druk in het expansievat.
Vul weer bij tot 1 bar, als dat nodig is.
Als de blaas is vergaan, vervang het expansievat dan door een nieuwe.
1. Controleer de functie van het drukreduceerventiel en vervang het, als dat nodig is.
2. Draai de handgreep van het overdrukventiel zodat u kunt controleren of er
vreemde voorwerpen binnenin zitten. Vervang het overdrukventiel, als het
probleem dan nog niet is verholpen.
3. Controleer de gaszijdedruk in het expansievat.
Vul bij tot de juiste voorlaaddruk, als dat nodig is.
Als de blaas is vergaan, vervang het expansievat dan door een nieuwe met de
juiste voorlaaddruk.
4. Controleer de gaszijdedruk in de SWW-tank. Als de druk in de SWW-tank gelijk is
aan die in de inkomende hoofdleiding, kan de koudwatertoevoer die samenkomt
met de inkomende leidingwatertoevoer terugstromen naar de SWW-tank.
Onderzoek de bron van de terug stromingen en herstelde fout in het leidingwerk/
koppelingen en configuratie. Pas de druk aan in de koude toevoer.
1. Controleer de functie van het drukreduceerventiel en vervang het, als dat nodig is.
2. Draai de handgreep van het temperatuur- en overdrukventiel zodat u kunt
controleren of er vreemde voorwerpen binnenin zitten. Vervang het temperatuur-
en overdrukventiel door een nieuw, als het probleem dan nog niet is verholpen.
3. Controleer de gaszijdedruk in het expansievat.
Vul bij tot de juiste voorlaaddruk, als dat nodig is.
Als de blaas is vergaan, vervang het expansievat dan door een nieuwe met de
juiste voorlaaddruk.
4. Controleer de druk in de SWW-tank. Als de druk in de SWW-tank gelijk is aan die
in de inkomende hoofdleiding, kan de koudwatertoevoer die samenkomt met de
inkomende leidingwatertoevoer terugstromen naar de SWW-tank. Onderzoek de
bron van de terug stromingen en herstelde fout in het leidingwerk/koppelingen en
configuratie. Pas de druk aan in de koude toevoer.
5. Schakel de stroomvoorziening naar de warmtepomp en de dompelweerstanden uit.
Laat water stromen.
Wacht tot het lozen stopt. Isoleer watertoevoer en vervangen, indien kapot.
54