Test En Inwerkingstelling; Test; Inwerkingstelling; De Besturingseenheid Programmeren - Nice NDCC4001 Instrucciones Y Advertencias Para La Instalación Y El Uso

Ocultar thumbs Ver también para NDCC4001:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 71
• Beheer alarmen en beschermingen
• Status van de inverter
Raadpleeg voor meer informatie over de waarden van elke parameter het func-
tieblad voor industriële besturingseenheden op de website www.niceforyou.com
4

TEST EN INWERKINGSTELLING

De fasen van het testen en in werking stellen zijn de belangrijkste tijdens de
realisering van de automatisering om maximale veiligheid te garanderen. De
testfase kan ook worden gebruikt om de inrichtingen van de automatisering
periodiek te controleren.
Deze fasen moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd en ervaren
personeel, dat de benodigde tests moet uitvoeren om de veiligheidsmaatregelen
te controleren en dat tevens moet controleren of de wetten, normen en regels
op dit gebied in acht worden genomen, in het bijzonder de eisen in de norm
EN 12455, die de testmethoden voor de controle van automatiseringen voor
hekken en poorten bepaalt. De extra inrichtingen moeten aan een specifieke
test worden onderworpen, om zowel de werking als de interactie met de
besturingseenheid te controleren. Raadpleeg hiervoor de instructiehandleidingen
van de betreffende inrichtingen.

4.1 - Test

De serie handelingen die voor de hierna beschreven test moeten worden
uitgevoerd, hebben betrekking op een standaardinstallatie (afb. 2):
1 Controleer of alle informatie beschreven in het hoofdstuk "Aanbevelingen voor
de installatie" nauwkeurig in acht is genomen.
2 Ontgrendel de motor. Controleer of de poort handmatig geopend en gesloten
kan worden met een kracht die niet groter is dan 225N.
3 Vergrendel de motor.
4 Gebruik de besturingsinrichtingen (zender, bedieningsknop, sleutelschakelaar,
etc.) om de tests uit te voeren voor het openen, sluiten en stoppen van de
poort, en te controleren of de beweging van de vleugels overeenkomt met
de instelling. Er dienen verschillende tests te worden uitgevoerd om de
beweging van de poort te beoordelen en te controleren of er geen sprake is
van montage- of afstellingsfouten of ongewenste wrijving.
5 Controleer één voor één of alle veiligheidsinrichtingen in de installatie goed
werken (fotocellen, veiligheidsranden, etc.). Als een inrichting ingrijpt, knippert
de led "BLUEBUS", die op de besturingseenheid zit, 2 keer sneller om dit aan
te geven.
6 Als de gevaarlijke situaties, die zijn veroorzaakt door de beweging van de
vleugels, zijn weggenomen door de beperking van de sluitkracht, moet er een
krachtmeting worden uitgevoerd, zoals bepaald door de norm EN 12445.

4.2 - Inwerkingstelling

De installatie mag pas in werking worden gesteld nadat de besturingseenheid
en de andere aanwezige inrichtingen volledig en met positief resultaat zijn getest
(paragraaf 4.1). Het is verboden om de installatie gedeeltelijk of onder
"provisorische" omstandigheden te laten werken.
1 Het technisch dossier moet samengesteld en minstens 10 jaar bewaard worden
en moet ten minste bestaan uit: complete tekening van de automatisering,
schema van de elektrische aansluitingen, risicoanalyse en de bijbehorende
genomen maatregelen, conformiteitsverklaring van de fabrikant van alle
gebruikte inrichtingen (gebruik voor de besturingseenheid de bijgevoegde EG-
verklaring van overeenstemming), exemplaar van de gebruikshandleiding en het
onderhoudsplan voor de automatisering.
2 Breng op de poort een identificatieplaatje aan met ten minste de volgende
gegevens: het type automatisering, naam en adres van de producent
(verantwoordelijke voor de "inwerkingstelling"), serienummer, bouwjaar en
CE-merk.
3 Bevestig op permanente wijze in de nabijheid van de poort een etiket of een
plaatje met aanwijzingen voor het ontgrendelen en handmatig bewegen van
de poort.
4 Bevestig op permanente wijze een etiket of plaatje met deze afbeelding
(minimale hoogte 60 mm) op de poort.
5 Overhandig de eigenaar de verklaring van overeenstemming van de
automatisering.
6 Overhandig de eigenaar de handleiding met "Instructies en aanbevelingen
voor het gebruik van de automatisering".
7 Overhandig de eigenaar het onderhoudsplan voor de automatisering (dat moet
alle onderhoudsvoorschriften voor alle afzonderlijke inrichtingen bevatten).
8 Alvorens de automatisering in werking te stellen moet de eigenaar op adequate
wijze en in schriftelijke vorm (bijvoorbeeld in de handleiding met instructies en
aanbevelingen voor het gebruik van de automatisering) geïnformeerd worden
over de nog aanwezige gevaren en risico's.
5

DE BESTURINGSEENHEID PROGRAMMEREN

Op de printplaat zitten 3 toetsen: OPEN (s), STOP (Set), CLOSE (t) (afb. 22);
deze kunnen worden gebruikt voor zowel het bedienen van de besturingseenheid
tijdens de testfasen als voor het programmeren van de beschikbare functies.
Op het deksel van de besturingseenheid zitten 3 bedieningstoetsen: UP (
ALT (
), DOWN (
)
De beschikbare programmeerbare functies zijn ingedeeld op 2 niveaus en
hun werkingsstatus wordt aangegeven door de 8 leds (L1 ... L8) die op de
besturingseenheid zitten:
- led aan = functie actief;
- led uit = functie niet actief.
Programmeringstoetsen op de printplaat:
OPEN (s): hiermee kan de poort worden geopend of, tijdens de programmering,
gebruikt om het programmeringspunt naar boven te verplaatsen.
STOP (Set): hiermee kan de beweging worden gestopt; als de toets langer
dan 5 seconden wordt ingedrukt, wordt er toegang verkregen tot de
programmeringsfase.
CLOSE (t): hiermee kan de poort worden gesloten of, tijdens de programmering,
gebruikt om het programmeringspunt naar beneden te verplaatsen.
LET OP! – Tijdens het uitvoeren van een beweging (openen of sluiten) activeren
alle drie de toetsen alleen de functie STOP: ze stoppen de momentane
beweging.
22
Open
L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8
Close
Open
Stop
Open
Set
PP
OSE
8K2
Stop
Bluebus
2
Flash

5.1 - Programmering eerste niveau (ON-OFF)

Alle functies op het eerste niveau zijn in de fabriek geprogrammeerd op "OFF"
en kunnen op ieder willekeurig moment gewijzigd worden, zoals aangegeven in
Tabel 4; Tabel 5 toont de beschikbare functies: bij elke functie hoort een led die
de status ervan aangeeft.
BELANGRIJK – De programmeringsprocedure voorziet een maximale duur
van 10 seconden tussen het indrukken van een toets en een andere; als deze
tijd verstrijkt wordt de procedure automatisch beëindigd en worden de tot dan
toe gemaakte wijzigingen opgeslagen.
Procedure voor programmering op het eerste niveau (ON-
01.
Druk op de toets "Set" en houd hem ongeveer 3 seconden
ingedrukt;
02.
Laat de toets "Set" " los zodra de led L1 gaat knipperen;
03.
Druk op de toets "s" of "t", zodat de led die bij de te wijzigen
functie hoort gaat knipperen;
04.
Druk op de toets "Set" om de functiestatus te wijzigen: kort
knipperen = OFF - lang knipperen = ON;
05.
Wacht 10 seconden (maximale duur) om de programmering te
verlaten en de parameter op te slaan.
Opmerking – Om andere functies op "ON" of "OFF" te programmeren
moeten, tijdens het uitvoeren van de procedure, de punten 03 en 04 worden
herhaald.
Stop
Set
Close
BusT4
Close
Fuse 3.15AF
to push
buttons
to internal
control
DIC1
to internal
-20° C
+55° C
brake
N19771
TABEL 4
OFF)
),
13

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Ndcc4002Ndcc4005Ndcc2301

Tabla de contenido