4.7 Sproeilans aansluiten/verwijderen
Gevaar voor breuk van de sproeilans door
overmatig of veelvuldig buigen!
Behandel de sproeilans voorzichtig.
WAARSCHUWING
Opmerking
Om de werktuigen te koelen en meer bepaald om necrosen te vermijden,
kan er een sproeilans aan de durabeschermer of de borghuls worden
aangesloten.
Wanneer de sproeilans niet stevig genoeg op de schacht van
durabeschermer of de borghuls zit, kan de punt van de sproeilans door de
trilling in contact komen met het roterende werktuig, waardoor er
metaalsplinters vrijkomen.
4.7.1 Sproeilans aansluiten
Schuif de sproeilans 25 vooraan op de durabeschermervoet 8 resp. de
borghuls 20.
Bevestig de spoelslang 27 op de slangolijf 26 en houd de slangolijf 26
daarbij vast.
Richt de punt van de sproeilans 25 eventueel naar het werktuig.
Stel het spoelvolume in aan de sturing, zie gebruiksaanwijzing van de
HiLAN-spoelpomp GA530 of de microspeed® uni-sturing met
koeleenheid GD670.
4.7.2 Sproeilans verwijderen
Trek de spoelslang 27 van de slangolijf 26.
Trek de sproeilans 25 van de durabeschermervoet 8 resp. de
borghuls 20.
4.8 Functietest
Laat het craniotoom-handstuk met aangekoppeld werktuig en
durabeschermer of boordiepteaanslag/borghuls voor ieder gebruik
even proefdraaien.
Controleer of het craniotoom-handstuk, de durabeschermer resp. het
opzetstuk en werktuig in goede staat verkeren.
Zorg ervoor dat het werktuig en de durabeschermer resp. het opzetstuk
correct aangekoppeld zijn.
Controleer of het craniotoom-handstuk met aangekoppeld werktuig
zacht en trillingsvrij draait.
Controleer voor ieder gebruik de rechtheid van de strip aan de
beschermingsbeugel (bij de durabeschermer) en vergewis u ervan dat
de beschermingsbeugel de craniotoomfrees niet raakt.
Zorg ervoor dat het voorvlak van de craniotoomfrees C tussen het
aanslagvlak A en het ondervlak B van de durabeschermervoet 8 komt
te zitten.
Opmerking
Het voorvlak van de craniotoomfrees
verhitting en vorming van metaalgruis te voorkomen. Het mag ook niet
boven het aanslagvlak
A
zitten, omdat er anders een botspaan
staan.
4.9 Bediening
Gevaar voor verwonding en/of slechte werking!
Voer voor elk gebruik een functietest uit.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door gebruik van het
product buiten het gezichtsveld!
Gebruik het product alleen onder visuele
WAARSCHUWING
controle.
Bij
geknikte
bestaat kans op verwondingen!
Gebruik
WAARSCHUWING
craniotoomfrezen.
Gebruik slechts lichte druk om craniotoomfrees
in te zetten.
Door deeltjes die loskomen van het werktuig, kan
oogletsel ontstaan!
Draag
bij
WAARSCHUWING
motorsysteem beslist een veiligheidsbril.
Door hete snijkanten van het werktuig bestaat
verbrandingsgevaar en kan necrose ontstaan!
Laat het werktuig tijdens het gebruik gedurig
WAARSCHUWING
afkoelen.
Gebruik enkel scherpe werktuigen.
Door het hete craniotoom-handstuk kan coagulatie
van weefsel van de patiënt ontstaan!
Laat het craniotoom-handstuk afkoelen.
WAARSCHUWING
Gebruik geen craniotoom-handstuk als de lagers
versleten zijn.
Gevaar
voor
bevestigingsschroef
bevestigingsschroef, waardoor het apparaat niet
WAARSCHUWING
goed meer functioneert, bij bediening van de
schuifkoppeling tijdens het gebruik!
Laat tijdens gebruik van het apparaat de
schuifkoppeling aan het craniotoom-handstuk
steeds met rust.
C
mag het ondervlak
B
niet raken, om
Z
of
afgebroken
craniotoomfrees
alleen
volkomen
rechte
werkzaamheden
met
verbranding
door
en
beschadiging
van
blijft
het
hete
de
103