Veiligheidsmaatregelen Bij Normaal Gebruik - Linde HiQ Redline Instrucciones

PortuguEZ
van personen. Het negeren van deze informatie kan zware schadelijke uitwerkingen op de gezondheid
hebben en zelfs levensgevaarlijke kwetsuren veroorzaken.
WaarsChuWing! Deze informatie betekent een mogelijk dreigend gevaar voor het leven en de
gezondheid van personen. Het negeren van deze informatie kan zware schadelijke uitwerkingen op de
gezondheid hebben en zelfs levensgevaarlijke kwetsuren veroorzaken.
VoorziChtig! Deze informatie betekent een mogelijke gevaarlijke situatie. Het negeren van deze
informatie kan lichte kwetsuren met zich meebrengen of kan leiden tot beschadigingen aan voorwerpen.
informatie! Dit symbool geeft belangrijke informatie voor de juiste omgang met de drukhoudende
apparatuur en u ontvangt gebruikstips en nuttige informatie. Het negeren van deze informatie kan
storingen aan drukhoudende apparatuur of in de omgeving veroorzaken. Gebruikstips helpen u alle
functies van uw drukhoudende apparatuur optimaal te gebruiken.
2.6 Organisatorische maatregelen
De noodzakelijke persoonlijke beschermingsmiddelen dienen ter beschikking te worden gesteld door
de beheerder. Alle voorhanden veiligheidsvoorzieningen dienen periodiek te worden gecontroleerd. Bij
gebrek aan zuurstof of te hoge concentratie van schadelijke stoffen zijn adembeschermingstoestellen, die
onafhankelijk zijn van de atmosfeer in de omgeving, noodzakelijk.
2.7 Veiligheidsvoorzieningen
Voor elke ingebruikname van drukhoudende apparatuur dienen alle veiligheidsvoorzieningen juist te
worden aangebracht en te functioneren. Beschermende voorzieningen en veiligheidsvoorzieningen mogen
slechts worden verwijderd nadat de drukhoudende apparatuur resp. de installatie en gesloten en drukloos
is. Verder zijn er maatregelen genomen om te voorkomen dat de apparatuur weer in gebruik wordt
genomen. Bij levering van onderdelen moeten de veiligheidsvoorzieningen door de beheerder volgens de
voorschriften worden aangebracht.

2.8. Veiligheidsmaatregelen bij normaal gebruik

Voor het inschakelen van de drukhoudende apparatuur ervoor zorg, dat niemand door de ingebruikname
van de drukhoudende apparatuur in gevaar wordt gebracht.
2.9 gevaar door drukenergie
Delen van het systeem en leidingen die onder druk staan er worden geopend of gedemonteerd, moeten
worden dienen voor het begin van de herstellingswerkzaamheden drukloos gemaakt te worden. Door
inwerkingen van buitenaf, zoals hoge temperaturen, stralingswarmte, schokken en dergelijke, kunnen
gashouders onder druk of onder druk staande gedeelten van de installatie sterk opwarmen resp. barsten.
Neem alle noodzakelijke voorzorg- en veiligheidsmaatregelen.
2.10 speciale gevaren door lekkage naar de omgeving
Gassen kunnen gevaarlijk zijn. Door het gebruik van gassen kan bij lekkage van drukhoudende
apparatuur gevaar voor lichaam en leven van de gebruiker ontstaan. Daarom dienen de
veiligheidsvoorschriften (informatie voor een arts) op een geschikte plaats te worden bewaard. De
gebruikers moeten op de speciale gevaren van het gas en op eventuele maatregelen voor personen en
andere gevaren worden gewezen.
2.11 informatie over de speciale gassoorten
Alle delen, die met zuurstof in contact komen, dienen absoluut olie- en vetvrij te zijn, er anders bestaat
brand- en/of ontploffingsgevaar! Gebruih slechts smeerstoffen met een zuurstoftoelating. Bij acetyleen
geen leidingen of andere onderdelen van de installatie van koper gebruiken! Let op de speciale gevaren
van acetyleen !
2.12 Vrijkomen van schadelijke gassen en dampen
Bij geopende veiligheidsinstallaties of storingen kunnen schadelijke gassen en dampen vrijkomen. Zorg
voor voldoende ventilatie en/of afzuiging tref. Bij gevaarlijke stoffen speciale veiligheidsmaatregelen. Voer
de uitgangen van de veerveiligheden en spoelafsluiters af via vaste leidingen en verwijder de stoffen op
een veilige en milieuvriendelijk wijze.
2.13 Wijzigingen aan drukhoudende apparatuur
Er mogen géén veranderingen, aan- of ombaum aan druktondende apparatuur of de installatie worden
uitgevoerd, zònder schriftelijke toestemming van de producent.
2.14 reinigen van drukhoudende apparatuur
Apparatuur niet vervuil door in olie gedrenkte lappen of door smeerstoffen. Niet met oplosmiddelen
reinigen.
100