Inspectiedatum:
Onderdeel:
Inspectie:
Kabelmof
Inspecteer de hendel (C) op verbuigingen, scheuren en vervormingen. Alle
bevestigingen moeten goed bevestigd zijn. De werking van de hendel en de kam
(Afbeelding 2)
moet vrij en soepel zijn. Veren moeten veilig zijn en voldoende kracht hebben
om de hendel naar beneden te trekken.
De hendel fungeert ook als schokdemper en valindicator. De hendel vervormt
als deze is gebruikt voor valstop. Afbeelding 11.3 toont een voorbeeld van een
hendel die niet is gebruikt voor valstop (A) en een hendel die is gebruikt voor
valstop en is vervormd (B). Gebruik de hendel niet als deze meer dan A =
12,7 mm (1/2 inch) is vervormd. De mof moet buiten gebruik worden gesteld.
Inspecteer de vergrendelingshendel (E) op een soepele werking en controleer of
deze terugveert in de vergrendelde positie wanneer hij wordt losgelaten.
Inspecteer de vergrendelingsnok (H) op slijtage. Bevestig dat de kam
onbeschadigd is.
Inspecteer de vergrendelingsnok (H) door de mof verticaal te houden met de
hendel (C) in de rechtopstaande positie en de mof op en neer te schudden om
een val te simuleren. De kam moet vrij kunnen roteren.
Inspecteer de vergrendelingsnok (H) door de mof horizontaal te zetten met de
hendel (C) in de rechtopstaande positie en de mof aan de achterkant op een vlak
oppervlak te zetten met het Lad-Saf X3-label naar boven wijzend. De kam moet
volledig omhoog kunnen roteren tot de bovenkant van de mof.
Inspecteer de werking van de zijplaat (B) door hem terug te trekken en
zodoende te proberen de kabelopening te openen. Hij mag niet roteren. Als hij
roteert zonder de vergrendelingshendel (E) te moeten roteren, stelt u de mof
buiten gebruik.
Inspecteer de gehele unit op tekenen van roest.
Bovenbeugel
Controleer op een correcte installatie volgens de installatie-instructies van het
Lad-Saf™-veiligheidssysteem met verticale kabel, 3M Fall Protection-handleiding
(Afbeelding 11.2)
5908282 of 5903435.
Controleer op zichtbare schade of roest. Controleer op breuken, verbuigingen of
slijtage die een negatieve invloed zouden kunnen hebben op de sterkte en werking
van het systeem. Inspecteer de lasnaden. Controleer op gebarsten of gebroken
lasnaden die een negatieve invloed zouden kunnen hebben op de sterkte van de
beugel. Vervang componenten als er defecten worden aangetroffen.
Controleer op loszittende of ontbrekende bevestigingen waarmee de bovenste
beugel aan de constructie is bevestigd (bouten, klemplaten, U-bouten). Als
er bevestigingen loszitten, moeten deze opnieuw worden vastgedraaid tot het
draaimoment dat vermeld staat in de Installatie-instructies die zijn meegeleverd
bij uw Lad-Saf-veiligheidssysteem met flexibele kabel.
Inspecteer de bovenplaat op vervorming. De afstand is minimaal 5 mm (0,20")
op locatie A.
Zorg ervoor dat zowel de grote pen (B) als de kleine pen op hun plaats zitten.
Zorg ervoor dat de veerpoort (C) op zijn plaats zit.
Inspecteer de enkelpuntverankering (D) op scheuren of tekenen van
beschadiging. Inspecteer het draaimoment van de sluiting. Zorg ervoor dat de
sluitring zichtbare markeringen heeft.
Bodembeugel
Controleer op een correcte installatie volgens de installatie-instructies van het
Lad-Saf™-veiligheidssysteem met verticale kabel, 3M Fall Protection-handleiding
(Afbeelding 11.1)
5908282 of 5903435.
Controleer op schade of roest. Controleer op breuken, verbuigingen of slijtage
die een negatieve invloed zouden kunnen hebben op de sterkte en werking van
het systeem. Vervang componenten als er defecten worden aangetroffen.
Controleer op loszittende of ontbrekende bevestigingen waarmee de onderste
beugel aan de constructie is bevestigd. Als bevestigingen loszitten, moeten
deze opnieuw worden vastgedraaid tot het draaimoment dat vermeld
staat in de Installatie-instructies die zijn meegeleverd bij uw Lad-Saf-
ladderveiligheidssysteem met flexibele kabel.
Inspecteer de spanboutconstructie. Controleer of de zadelclips de kabel goed
vastzetten. Controleer het draaimoment op de zadelklemmen; draaimoment
tot 47 N-m (35 ft-lb). Vervang ze of draai ze aan als er defecten worden
aangetroffen.
Tabel 2: Inspectie- en onderhoudslogboek
(Zie hoofdstuk 2 voor inspectiefrequentie).
Geïnspecteerd door:
154
Gebrui-
Deskun-
ker
dige