STARTEN VAN DE MOTOR
Voor het starten van de motor dienen
de volgende handelingen uitgevoerd te
worden:
- Steek de sleutel in de contactschakelaar en
draai haar in positie 1 (zie schema).
- Draai de sleutel verder in positie 2 en laat
haar daar zodra de motor is aangeslagen.
ACCU
Om verzekerd te zijn van een goede werking
van de accu dienen de volgende instructies
in acht genomen te worden:
- Controleer regelmatig het electrolytniveau.
Dit dient te gebeuren met uitgeschakelde
motor waarbij de machine op vlakke
ondergrond staat en de accu 'uitgerust' is.
- De accu mag alleen met gedistilleerd water
bijgevuld worden: de vloeistof dient de
elementen geheel te bedekken.
- Als de accu vaker dan normaal met
gedistilleerd water bijgevuld moet worden is
het raadzaam zich tot een gespecialiseerde
werkplaats te wenden.
- Controleer of de kabelklemmen goed
fig. 10
- Indien de machine stil zal blijven staan
met ontstoken lichten, draai dan de sleutel
in positie P en activeer lichtschakelaar (fig.
10).
N.B.: Laat, bij draaiende motor, de sleutel
in positie 1 om opladen van de accu te
bewerkstelligen. Als de motor niet draait draai
de sleutel dan in positie 0 om ontladen van
de accu te voorkomen.
bevestigd zijn aan de poolkoppen van de
accu. Om de bevestigingsmoeren vast of
los te draaien dient steeds een vaste sleutel
gebruikt te worden, nooit een tang.
- Vet de kabelklemmen, nadat deze bevestigd
zijn, in met pure vaseline.
- Houd de accu schoon en droog, vooral het
bovenste gedeelte.
- Laat de motor tijdens korte werkpauzes
verder draaien; vaak starten verbruikt veel
stroom.
- De accu mag nooit volledig opgebruikt
worden. Als de machine voor een periode
langer dan 2 maanden onbenut blijft dan is
het raadzaam de accu te verwijderen, in een
droge ruimte te bewaren en van tijd tot tijd
op te laden.
93